EERLIJKE MENSEN VLOEKEN HET MEEST. IK MEEN HET, GODVERDOMME!
Vloeken is niet netjes, zo hebben we van onze moeder geleerd. Edoch. Het zijn net nette mensen die het meest vloeken. ‘Wie zijn woorden niet filtert, filtert waarschijnlijk ook zijn meningen niet.’
BRUSSEL | Vanouds associëren we grove taal met een slecht, of op zijn minst onbeschaafd, karakter. Maar nu blijken mensen die niet kijken op een krachtterm meer of minder net het eerlijkst te zijn. Ze liegen en bedriegen minder dan gemiddeld. Dat meldt een multicultureel team van onderzoekers uit Hongkong, de VS, Engeland en Nederland.
Laat Nederland nu net het enige land ter wereld zijn met een heuse Bond tegen Vloeken, die rijk genoeg is om affiches in bushokjes af te huren. In enkele Nederlandse gemeenten is bovendien een officieel vloekverbod van kracht. Blijkbaar op wankele gronden, want net het misbruik van Gods edele naam gaat gepaard met een andere christelijke deugd: eerlijkheid.
In de goeie ouwe tijd van 1939, toen Clark Gable in Gone with the
wind de memorabele woorden uitstprak: ‘Frankly my dear, I don’t give a damn’, kwam dat de filmmaatschappij op een boete van 5.000 dollar te staan. Vandaag zijn onze normen al aardig opgeschoven en passeert er ook in Hollywoodfilms geregeld een ‘fuck’.
Films moeten geld opbrengen en hengelen naar aandacht. Slech- te publiciteit is dan ook publiciteit. Een goede rel is altijd meegenomen. Maar vloeken is lang niet altijd slechte publiciteit voor de vloeker.
‘Grove taal is in veel situaties ongepast, als ze gebruikt wordt om iemand te beledigen bijvoorbeeld, maar ze kan er ook op wijzen dat iemand zijn eerlijke mening geeft. Wie zijn woorden niet filtert, filtert waarschijnlijk ook zijn meningen niet’, zegt David Stillwell (Universiteit van Cambridge), een van de onderzoekers. Wie liever meteen stoom aflaat, dan zijn emoties in te slikken, is waarschijnlijk iemand die niet bang is ‘zijn gedacht te zeggen’. Propere mormonen
De onderzoekers vroegen 276 mensen om hun meestgebruikte krachttermen op te lijsten. Niet alleen de godlasterende, maar ook die met seksuele, scatologische, racistische, walgelijke of anderszins vulgaire inhoud. Vervolgens kregen ze een psychologische test om na te gaan of ze eerlijk antwoordden, dan wel geneigd waren tot sociaal acceptabele antwoorden. De mensen wiens vloekenlijst het langst was, hielden het minst rekening met wat de onderzoekers graag zouden horen. Zij logen het minst.
In een tweede onderzoek bekeken de onderzoekers 75.000 Facebook-accounts en telden de grove woorden. Wie meer profaniteiten in zijn teksten stopte, gebruikte ook vaker taalpatronen die in eerder onderzoek met eerlijkheid in verband waren gebracht. Zij gebruikten ook vaker woorden zoals ‘ik’ en ‘mijn’.
De onderzoekers ontdekten ook dat Gone with the wind nog niet helemaal verleden tijd is: in de zuidelijke staten van Amerika wordt duidelijk minder gevloekt dan in de noordelijke.
De onderzoekers haalden uit de Facebook-tellingen het ‘vloekniveau’ voor alle vijftig staten van de VS (mormonenstaat Utah was het properst) en vergeleken dat met de ‘State Integrity Index’ uit 2012, die het corruptieniveau per staat gemeten had.
Op die meting zat behoorlijk wat ruis en de conclusies mogen dus niet al te ernstig genomen worden, maar ze spoorden wel met de twee andere onderzoeken: vloeken en integriteit gingen gelijk op. De speurders rapporteren in het vakblad Social psychological and personality science.
Bewust of niet, Trumps grove taal werkte: hij werd door velen als ‘echter’ bekeken dan ‘crooked Hillary’, ondanks zijn leugens
En Trump dan?
Vloeken wijst niet automatisch op oprechtheid. Donald Trump sloeg tijdens zijn campagne grove taal uit, terwijl hij tegelijk de leugens aan elkaar reeg met zo’n intensiteit dat er zelfs een woord voor zijn gebral werd bedacht: post-truth. Maar of hij het nu bewust deed of niet, zijn grove taal werkte: Trump werd door velen bekeken als ‘echter’ dan ‘crooked Hillary’. Zijn rivalen waren voor Trumps kiezers te glad; hun Donald was tenminste authentiek en recht voor de raap. Het psychologisch verband tussen grofheid en oprechtheid heeft in de campagne van Trump volop gespeeld.