SCHOLEN WACHTEN BEST NIET OP BRUSSEL
Wees niet verbaasd als er geen bakkers, slagers of bouwvakkers meer zijn
De hervorming van het secundair onderwijs zorgt al een week voor hevige reacties. De verwachtingen waren lang hooggespannen. Om te voorkomen dat te veel leerlingen zonder diploma zouden uitstromen en om het watervalsysteem tegen te gaan moest de studiekeuze worden uitgesteld en moesten de schotten tussen ASO, TSO en BSO weg. Laat dat nu net twee dingen zijn die in de hervorming niet zitten. En dat wordt door een deel van het onderwijsveld erg kwalijk genomen.
In de hervorming zit het technisch en vooral het beroepsonderwijs duidelijk in de verdrukking. De structuur ASO, TSO, BSO dateert uit de jaren vijftig van vorige eeuw en is gebaseerd op het intussen terecht afgeschafte onderscheid tussen arbeiders en bedienden. Dat onderscheid laten bestaan is geen verstandige keuze. Want de indruk blijft bestaan dat de ‘ besten’ in het ASO zitten en dat het BSO voor de ‘losers’ is. Dat er geen bakkers en slagers meer zijn en vacatures in de bouw niet kunnen worden ingevuld, moet niet verbazen, als je als maatschappij er niet in slaagt de boodschap te geven dat wie hiervoor kiest, even waardevol is als wie dokter wil worden. Er is duidelijk klassiek en behoudsgezind gekozen en te weinig gericht op de arbeidsmarkt. In het parlement wordt op ditzelfde moment het debat over de eindtermen gevoerd. Als de politiek even conservatief beslist, dan zal kennis vergaren nog altijd topprioriteit nummer één zijn en zal competenties vergaren nauwelijks gevaloriseerd worden.
Nochtans blijkt uit de laatste inschrijvingscijfers van hogescholen en universiteiten dat steeds meer leerlingen voor de hogeschool kiezen. Vanwege het zalmprincipe – eerst proberen op de hogeschool en dan kunnen we nog naar de universiteit – maar ook omdat hogescholen meer arbeidsgerichte opleidingen aanbieden en de meeste universiteitsopleidingen – zeker de academische bacherloropleidingen – nog te veel gericht zijn op abstracte kennis vergaren.
Zit er niets goeds in de hervorming? Toch wel. Dat een kwart van de studierichtingen verdwijnt, leidt tot een rationeler aanbod. Gemeenschappelijke leerplannen maken dat er makkelijker van de ene school naar de andere overgestapt kan worden.
Misschien moeten scholen zich niet te veel blindstaren op wat de politiek beslist heeft en niet wachten op Brussel om maatregelen te nemen die het watervalsysteem tegengaan en die erop gericht zijn dat jongeren een keuze vóór iets in plaats van tegen iets maken.