‘0,8 procent of 22 procent kampt met burnout? Niemand die het weet’
| Lopen mannen meer risico op een burn-out dan vrouwen? Werknemers in de zorgsector meer dan in het onderwijs? Vijftigplussers meer dan twintigers? Iedereen heeft er wel zijn idee over, maar cijfers zijn er amper. Steffie Desart, onderzoekster in de arbeids-, organisatie en personeelspsychologie (KU Leuven), werkt samen met haar promotoren Hans De Witte en Wilmar Schaufeli aan een vragenlijst om ‘ burn-out’ betrouwbaar in kaart te brengen. In de lente zullen ze die voorleggen aan een grote, representatieve groep Belgen (en Nederlanders) om te bepalen hoeveel mensen eraan lijden en welke profielen het grootste risico hebben. Maar de vragenlijst is vooral bedoeld voor artsen en ook bedrijven om de diagnose te stellen of het risico onder de werknemers in te schatten. Desart: ‘De cijfers van de ziekteverzekering (Riziv) wijzen erop dat vandaag meer mensen met burn-out thuis zijn dan vroeger. Maar we weten niet of burn-out vandaag gewoonweg beter wordt herkend. Burn-out krijgt nu in elk geval meer aandacht.’
‘Volgens de ene studie heeft slechts 0,8 procent van de bevolking een burn-out, andere onderzoeken schatten dan weer dat 22 procent risico loopt. Niemand weet het echt.’ ‘Bijvoorbeeld: ik herken mezelf niet in de wijze hoe ik emotioneel reageer op het werk. Dit item polst naar emotioneel controleverlies. Stel je voor dat op het werk iemand iets komt vragen, dat je uitbarst en dat je zo’n reactie niet van jezelf kent. Andere vragen gaan over fouten die je maakt tijdens het werk en de mentale afstand die je neemt.’ ‘Er bestaat al zo’n vragenlijst, maar die is dertig jaar oud. Intussen is er veel onderzoek bij gekomen en is die lijst aan vernieuwing toe. In geen geval kan de vragenlijst een persoonlijk gesprek met de huisarts of psycholoog vervangen. De vragen helpen om te voorkomen dat de diagnose nattevingerwerk is.’
‘De eerste versie van de vragenlijst is nu af. Ze telt veertig vragen, wat te veel is om ze tijdens een consultatie bij de huisarts af te nemen. We gaan het aantal vragen beperken en testen bij mensen met en zonder burn-out. Daarmee kunnen we bepalen bij welke score je van een burn-out kan beginnen te spreken.’