Brussels fietsbeleid blijft ‘willen maar niet kunnen’
jard euro uit voor bedrijfswagens. Ter vergelijking: de fiets krijgt maar 93 miljoen euro.’
We gaan de goeie kant op, maar het gaat te traag en het levert te weinig op. Zo evalueert de Fietsersbond het beleid van de Brusselse regering, die ongeveer halverwege haar regeerperiode is. En dat ligt voor een stuk aan Brussel zelf, stelt Mikaël Van Eeckhoudt, algemeen directeur van de Fietsersbond.
‘De fiets raakt aan de beleidsdomeinen van vijf politici van de Brusselse regering. Zelf als die mensen voluit de kaart van de fiets zouden trekken, wat vandaag dus niet gebeurt, heb je nog de burgemeesters die dwars kunnen liggen.’
‘Als het gaat om gewestwegen, dan kunnen we hen overrulen’, zegt minister van Mobiliteit Pascal Smet, die momenteel met Brussels schepen Alain Cour- tois (MR) een robbertje uitvecht over een nieuw en afgescheiden fietspad in de Generaal Jacqueslaan. ‘Dat zullen we ook doen. Maar die procedure vraagt wat tijd. Het blijft een uitdaging om iedereen op dezelfde lijn te krijgen. Sommigen proberen stemmen te winnen door zich tegen de fiets te verzetten.’
Om de luchtkwaliteit te verbeteren, rekent het Gewest op de Lage Emissiezone, die vanaf 2018 ingevoerd wordt en stapsgewijs de meest vervuilende auto's verbiedt. Om het onveiligheidsgevoel van de fietser weg te werken, zet staatssecretaris Bianca Debaets (CD&V) in op een hervorming van het rijexamen. ‘We willen een risicoperceptietest invoeren die automobilisten duidelijk moet maken dat ze met de fiets rekening moeten houden.’
‘Het blijft een beetje willen maar niet kunnen’, zegt Van Eeckhoudt. ‘We missen concrete doelen, concrete budgetten en concrete werken. Het FietsGen (een netwerk van snelle en veilige fietsroutes tussen Brussel en Vlaanderen, red.) bestaat vooral op papier. Tussen Leuven en Brussel is een deel van het traject gerealiseerd en we hebben een deel van de kanaalroute. Maar dat laatste is niet meer dan een veredeld jaagpad.’