Wat mag en wat niet?
| ‘ De Belgen hebben het recht vreedzaam en ongewapend te vergaderen, mits zij zich gedragen naar de wetten.’ Zo eenvoudig staat het in artikel 26 van de Grondwet. Met andere woorden: als een Turkse gezagsdrager naar hier komt om een of andere boodschap te verkondigen, valt daar wettelijk weinig aan te doen. Ook al is men het niet eens met die boodschap. Vooraf een bijeenkomst verbieden, louter en alleen wegens de inhoud van de meeting, ligt zeer moeilijk.
Toch zijn er ook enkele voorwaarden verbonden aan dat recht op vergadering. Zodra de bijeenkomst op een openbare plek plaatsvindt, zijn de politiewetten van toepassing. Het is bijvoorbeeld niet toegelaten het
verkeer te verstoren. En misschien belangrijker: als er vooraf wordt geoordeeld dat de bijeenkomst een verstoring van de openbare orde met zich meebrengt, bijvoorbeeld door een tegenactie, dan kan de burgemeester van de gemeente waar alles plaatsvindt, beslissen om de meeting te verbieden. Vorige week, toen een Turkse ex-minister van Erdogans partij naar Sint-Joost-ten-Node kwam, was dat alvast niet het geval. Bij toekomstige bijeenkomsten waar Turkse (ex-)ministers langskomen, zal nog moeten blijken of dat zo blijft. De gebeurtenissen van afgelopen weekend in Nederland hebben de afweging voor burgemeesters zeker niet eenvoudiger gemaakt.
Als er wordt besloten de bijeenkomst te verbieden, zou het niet zomaar een oplossing zijn om die dan in de Turkse ambassade te organiseren. Ambassades en consulaten zijn evengoed Belgisch grondgebied, dus gelden de Belgische regels er. Die locaties genieten wel diplomatieke onschendbaarheid, wat het moeilijker maakt om er na te gaan of de Belgische wet wordt nageleefd.