Nederland is ideaal mikpunt voor president Erdogan
Deel AKP-achterban wil zeker geen handelsconflict met Europa
De Turkse president Erdogan lijkt bewust aan te sturen op escalatie met Nederland, om zo zijn grondwetswijziging erdoor te krijgen. De vraag is of dat wel verstandig is. | Het diplomatiek dispuut tussen Turkije en Nederland liep dit weekeinde steeds verder uit de hand. Daarbij lijkt president Erdogan bewust aan te sturen op escalatie. Allereerst door tegen de wens van Nederland, een bevriende natie en een Navo-bondgenoot, twee ministers naar Rotterdam te sturen om campagne te voeren voor het referendum in Turkije. En toen die het land niet in mochten door Nederlandse regeringsleden ‘fascisten’ en ‘overblijfselen van de nazi’s’ te noemen.
Het is typerend voor de leiderschapsstijl van Erdogan, die politiek bedrijft op basis van polarisatie. Het conflict biedt hem de kans om de nationalistische sentimenten in Turkije op te zwepen en Turkse kiezers in Europa te mobiliseren in aanloop naar het referendum over de uitbreiding van zijn macht. Want het lijkt een nek-aan-nekrace te worden, waarbij de stemmen van nationalisten in Turkije en van Turken in het buitenland de doorslag zouden kunnen geven.
Europa als mikpunt
Bovendien gaat het in Turkije nu al een week over het vermeende gebrek aan democratie in Europa en niet over het democratische gehalte van de grondwetswijziging waarover de Turken zich op 16 april moeten uitspre- ken. En dat komt Erdogan niet slecht uit. Want tot nu toe had hij moeite om kiezers te overtuigen van het nut van het presidentiële systeem. Zelfs een deel van Erdogans eigen achterban twijfelt of het een goed idee is om één man zo veel macht te geven.
Daarbij is Europa een ideaal mikpunt voor de Turkse regering. Want sinds de mislukte staatsgreep is de relatie tussen Turkije en Europa op een dieptepunt beland. Veel Turken hebben het gevoel dat men in Europa niet begrijpt hoe groot de impact van de couppoging was: terwijl hier een aanval op de democratie is afgewend, maken Europese landen zich vooral zorgen om de zuiveringen die daarop volgden. Bovendien werken ze niet mee met de uitlevering van vermeende coupplegers. Tientallen ontslagen Turkse Navo-officieren hebben asiel aangevraagd in Europese landen, ook in Nederland.
Desondanks is er van brede volkswoede geen sprake in Turkije. Er zijn hier en daar kleine protesten tegen het ‘fascistische’ Nederland, die worden georkestreerd door de autoriteiten.
Erdogan haalde zondag in een toespraak opnieuw hard uit naar Nederland. Hij beschuldigde Ne- derland er zondag van de relaties met Turkije ‘op te offeren in verband met de verkiezingen van woensdag’ en waarschuwde dat het daarvoor ‘de prijs zal betalen’. Hij riep internationale organisaties op sancties in te stellen tegen Nederland. ‘We zullen ze een lesje diplomatie geven.’ Eerder had minister van Buitenlandse Zaken Mevlut Cavusoglu al gedreigd met politieke en economische sancties.
Handelsboycot
Dat kan grote gevolgen hebben. Want de afgelopen tien jaar is de handel tussen Nederland en Turkije verdriedubbeld. Volgens de website hollandturkeytrade.com bedraagt die nu 18,3 miljard euro. Maar het is de vraag of de Turken ook de daad bij het woord zullen voegen. Want ze weten hoe hard hun economie werd geraakt door de Russische sancties na het neerhalen van een Russisch gevechtsvliegtuig op de grens met Syrië. Dat wil de Turkse regering niet nog eens over zichzelf afroepen, zeker niet nu de Turkse economie hapert. Bovendien is Nederland een van de belangrijkste investeerders in Turkije.
Door het conflict zo te laten escaleren, neemt Erdogan een risico. Want een deel van de Turkse nationalisten én een deel van zijn eigen achterban vinden goede relaties met Europa belangrijk. Dat geldt zeker voor de conservatieve ondernemers die de AK-partij altijd hebben gesteund. Zij vrezen de negatieve gevolgen voor de handel met Europa. De confrontatiepolitiek van Erdogan kan in die zin ook averechts werken.