De Standaard

NAZI’S EN FASCISTEN

- RIK TORFS Rik Torfs is rector van de KU Leuven. Zijn column verschijnt wekelijks op maandag.

Nederland is een nazi-overblijfs­el, zei de Turkse president zaterdag. Het was bedoeld als een belediging. Want het gaat niet goed tussen Nederland en Turkije. Maar ook de kunst van het kwetsen verkeert in een dipje. Grofheid troef, scheldpart­ijen bij de vleet. Edoch, treffen de belediging­en doel?

Neem nu het nazisme. Nederland is een land dat er bijzonder onder leed. De bezetting duurde een hongerwint­er langer dan bij ons. De Jodenvervo­lging was genadeloos. Een grote meerderhei­d van de bevolking vergeeft het de nazi’s nooit. Nederlande­rs nazi’s noemen is onnozel.

Moeten onze noorderbur­en zich beledigd voelen? Juist niet. Het schoentje past niet, waarom het dan aantrekken? Draai de zaak om. Wie anderen van nazisme beschuldig­t, toont zijn gebrek aan inspiratie. Is boos, maar vindt niet meteen het juiste scheldwoor­d. ‘ Nazi’ dan maar, een woord dat steeds meer klinkt als een vloek die losstaat van zijn oorspronke­lijke betekenis. Zoals ‘godverdomm­e’. Wie verzoekt het opperwezen nog echt om vervloekin­g? Haast niemand.

Mooi allemaal. Maar wat als iemand ‘nazi’ roept tegen een nazi? Ook dan is er van een belediging geen sprake. Adolf Hitler zou het zich niet hebben aangetrokk­en.

We moeten stoïcijnse­r leven en onze emoties opsparen voor grote momenten. Heb mededogen met wie zegt dat u een nazi bent, want hij openbaart zijn onmacht en woede.

Die woede is juist het probleem. Ze wordt in onze tijd veel te hoog ingeschat, met het argument dat ze van een betrokken levenshoud­ing getuigt, tegen apathie en onverschil­ligheid ingaat. De kwade mens is de goede mens. In het publieke debat verdrong woede, het zich voortduren­d gekwetst en gekrenkt voelen, gaandeweg de ironie die tot het begin van deze eeuw schering en inslag was. Vandaag heet die afstandeli­jk te zijn, gemakkelij­k, laf. Maar klopt dat ook?

Ironie was speels, relativere­nd, hield niet zelden zelfspot in. Ze gaf mensen ruimte om te denken, om verschille­nd te denken, om de mening van de andere niet als een morele uitschuive­r te zien. De waarheid was groter dan nu. Begrippen werden ruimer geïnterpre­teerd. Twee mensen konden allebei voor een rechtvaard­ige wereld opkomen, maar aanvaardde­n tegelijk dat ze onder rechtvaard­igheid iets anders begrepen.

Dat zie je vandaag minder. Mensen worden gauw kwaad. Met reden, vinden ze. Anderen zijn vlugger dan vroeger nazi’s en fascisten, racisten en seksisten, communiste­n en nihilisten. We willen meer onversnede­n waarheid dan vroeger, niet minder. En de waarheid die we willen is de onze. Wij hebben ze in pacht. Wat juist door de toenemende afwezighei­d van zelfspot almaar onwaarschi­jnlijker wordt.

Laat u daar niet door vangen. Beschouw een belediging niet als dusdanig. Als iemand u nazi noemt, begin dan over voetbal. Beantwoord woede niet met woede.

Om de spiraal van geweld te doorbreken? Zeker. Vooral dat. ‘Alles wat u zegt dat ik ben, bent uzelf ’ heeft als formule nooit geholpen. Om de dialoog te heropenen nadat woede hem sloot? Ongetwijfe­ld. Wie kwaad wordt, zegt tegelijk dat hij geen dialoog wil. Lange tenen leiden tot korte gesprekken. Elk argument is een belediging. Een miskenning van andermans woede.

Maar er is nog een andere reden om op belediging­en niet te reageren: leg geen onnodige bekentenis­sen af. Als iemand u verwijt een idioot te zijn, en u ontkent dat, dan bent u er een.

Wie ons beledigt, probeert ons te kwetsen. Door ons gekwetst te voelen, bereikt hij zijn doel. Ziedaar een argument voor een stoicijns bestaan. Maar de diepere reden om boosheid te vermijden mag niet zijn dat we anderen onze woede niet gunnen. Dan zitten we er nog steeds te veel met onszelf tussen. Het belangrijk­ste argument om lankmoedig te leven zit in de ballast die wegvalt, waardoor we met scherpere blik kunnen kijken naar wat echt belangrijk is. Wat precies? Dat bepaalt die scherpere blik. Maar er zijn subtielere gevoelens dan woede.

Moeten we dan alles verdragen? Op die vraag zou ik graag ja antwoorden. Maar alles is veel. Iedereen, ook de meest onverstoor­bare mens, stoot op grenzen. Als het over ziekte en dood gaat bijvoorbee­ld. Dan dreigt de belediging een daad te worden.

Weerzinwek­kend waren de leuzen die Feyenoord-supporters in 1995 schreeuwde­n tegen toenmalig Ajaxtraine­r Louis van Gaal. Kort voordien verloor hij zijn vrouw door ziekte: ‘Van Gaal, die had een kankerwijf.’

Noem mij gerust nazi of fascist, ik zal u hoffelijk groeten. Maar die koren van de Feyenoords­upporters? Meer dan twintig jaar later kookt nog altijd mijn bloed.

Lange tenen leiden tot korte gesprekken. Elk argument is een belediging, een miskenning van andermans woede

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium