Erfenissen tien keer hoger in rijkste Vlaamse gemeente
De 10,2 miljard euro aan nagelaten vermogens in 2015 zijn zeer ongelijk verdeeld. Een erfenis in SintMartensLatem ligt tien keer hoger dan een in Hoeselt.
BRUSSEL | Hoe groot zijn de erfenissen in V laanderen? Het antwoord op die vraag le veren nieuwe data die De Standaard opvroeg bij de V laamse belastingdienst, die sinds 2015 bevoegd is voor het innen van zi jn eigen successierechten. En dat tegen lagere tarieven dan in he t Brusselse en he t Waalse Gewest.
De Vlaamse belastingdienst bezorgde ons de cijfers voor het aanslagjaar 2015. Het eerste en voorlopig enige belastingjaar waarvan de data voldoende uitgebreid zijn om ze te analyseren en waarin in Vlaanderen alles samen voor 10,2 miljard euro aan belastbaar vermogen werd geregistreerd: 5, 7 miljard euro roerend vermogen (spaargeld, beleg gingen...) en 4,5 miljard euro aan onroerend vermogen (vastgoed).
Onderstaande kaart van Vlaanderen toont waar de ri jkste V lamingen wonen. Of althans waar de V laamse belastingdienst in 2015 gemiddeld de hoogste belastbare vermogens ( Sint-Martens-Latem, Kraainem en De Pinte) en de laagste belastbare vermogens (Hoeselt, Vleteren en Maarkedal) kon registreren. En dat op basis van minstens 20 ster fgevallen.
Opvallend daarbij zijn de grote verschillen. In de rijkste Vlaamse gemeente – SintM artensLatem nabij Gent, waar de mediaan ruim boven de 430.000 euro uitstijgt – liggen de potentiële er fenissen ruim 10 keer hoger dan in de gemeente me t de kleinste er fenissen: he t Limburgse H oeselt (37.000 euro).
Woordvoerder K ris Desagher van de V laamse belastingdienst
Vlamingen lieten in 2015 in totaal 10,2 miljard euro aan belastbaar vermogen na: 5,7 miljard euro aan roerend vermogen en 4,5 miljard euro onroerend vermogen
benadrukt wel dat de effectief geinde belastingen op die erfenissen – 1,375 miljard euro in 2015 – een stuk lager liggen. Bovendien is het niet altijd zo dat de betrokken erfgenamen in de ri jke Vlaamse gemeenten altijd meer krijgen. ‘Dat hangt vanzelfsprekend af van het aantal er fgenamen en van de graad van ver wantschap. Kinderen in rechte lijn worden veel minder belast dan verre familieleden.’
Dat de faciliteitengemeente Kraainem, de W aalse gemeente Eigenbrakel en de Brusselse gemeente SintLambrechtsWoluwe zo hoog scoren in de statistiek en van de Vlaamse belastingdienst – alle in de top vijf – heeft te maken met het feit dat heel wat gestorven inwoners van die gemeenten toch belastbaar zijn in Vlaanderen. Dat komt omdat zij hun fiscale woonplaats de voorbi je vi jf jaar he t langst in het Vlaams Gewest hadden.