Muziek begrenst niet
Als JAN RAES van muziek iets heeft geleerd, dan wel dat ze met haar zowel individueel als collectief karakter een metafoor aanreikt voor het samenleven.
In de aanloop naar de Nederlandse verkiezingen opperde Sybrand Buma (CDA) dat Nederlandse kinderen weer he t Wilhelmus moe ten leren. Volgens hem leven we in een multiculturele samenle ving waarin een aantal dingen niet meer vanzelfsprekend zijn. ‘Dus moe ten we ze bli jkbaar e xpliciteren.’ Die bedenking geeft de muziek van he t Wilhelmus een begrenzende functie. Het volkslied bak ent een gebied af waarin mensen ‘iets’ me t elkaar delen, ie ts wat mensen die daarbuiten le ven niet delen. Het vertelt over de symbolische kracht van muziek die ook tot uiting k omt in aboriginal mythes waarin de wereld tot werk elijkheid wordt gezongen en landschappen in kaart worden gebracht. M uziek als begrenzer van de werk elijkheid, als bekrachtiger van identiteit.
De stilte van John Cage
Is muziek alleen dat? Z estig jaar geleden werd in Rome de basis gelegd voor wat vandaag de Europese Unie is, het eerste transnationale samenwerkingsverband dat grenzen relativeerde. Vijf jaar eerder, in 1952, werd een van de meest revolutionaire muziekstukken van de t wintigste eeuw opgevoerd, 4’33’’ van de Amerikaanse componist John Cage. Gedurende die 4 minuten en 33 seconden wordt er nie t gespeeld op de piano. Voor Cage be tekende dat geenszins dat er stilte zou heersen, maar dat we onverwacht gekuch of schuiven met stoelen zouden horen. Nu in deze tijden veel kabaal wordt gemaakt over grenzen, is het zinvol stil te zijn en te luisteren naar geluiden die niet geëxpliciteerd worden, die ons als bij toeval toewaaien. We kunnen ons nie t volledig afsluiten, li jkt Cage te zeg gen.
Muziek wijst ons op de grote tegenstellingen waarmee we geconfronteerd worden: ze is drager van tradities, maar sterft zonder innovatie, ze raakt ons zowel emotioneel als intellectueel. Ze bakent onze identiteit af in volksliederen, ne t zoals ze dat doet in muziek die in ons le ven een speciale rol speelt –‘ Z e spelen ons liedje’, zoals geliefden zeggen. Ze maakt ons nieuwsgierig naar verre horizonten, waar ongek ende geluiden weerklink en. M uziek beroer t ons op individueel niveau en haalt tegelijk haar grootste kracht uit samenspel en collec tieve beleving.
Zelfs als we grenzen opheffen, zoals we dat in de Europese Schengenzone hebben gedaan, voelen we de behoefte om dat te e xpliciteren met een lied. Beethovens negende, de Ode an die Freude, is het officiële Europese volkslied. Hoewel zonder tekst, refereert he t aan de oorspronk elijke tekst van F riedrich von Schiller , waarin de passage Alle M enschen werden Brüder de grensoverschri jdende droom van wereldvrede, gelijkheid en solidariteit evoceert. Het Europese volkslied speelt opnieuw met die schijnbare tegenstelling tussen begrenzing en grenzeloosheid, tussen de nood aan af bakening en het verlangen naar openheid. I s dat niet fundamenteel menselijk?
Mozart wist het al
Muziek leer t ons nie t alleen dat schijnbare tegenstellingen verzoenbaar zijn, maar ook dat ze elkaar kunnen versterk en. Z elfs tradities ontsnappen nie t aan beïn vloeding, of met de woorden van J eroen Brouwers: ‘ Niets bestaat dat niet iets anders aanraakt.’ W aar grenzen politiek vaak een spanningsveld vormen, zijn ze c ultureel een raak vlak waar mensen elkaar besnuffelen, om datgene wat ze van elkaar geleerd hebben op te nemen in hun tradities. Dat gold zowel voor de V laamse renaissancecomponisten, I Fiamminghi , die als gegeerde muzikale gastarbeiders in ZuidEuropa werkten, als voor de t wintigsteeeuwse rockmuziek, die put te uit zwarte Afrikaanse ritmes en volksmuziek van Europese migranten.
Muzikanten zijn de reizende ambassadeurs van hun c ulturele identiteit, die niet enkel tradities uitdragen maar terugkeren met nieuwe inzichten, inspiratie en techniek en. De interactie van duizenden rondreizende musici heeft de Europese cultuur fundamenteel verrijkt. Plaatselijke compositietechnieken, toonladdersoorten, in vloeden uit de volksmuziek, uit dans en rituelen of ongekende instrumenten k wamen eeuwenlang in contact met elkaar. Bij de rondreizende Mozart horen we Boheemse houtblazers en T urks slagwerk. Van de viool, de hobo en de fluit vergeten we wel eens hun respectievelijk Arabische, N oordAfrikaanse en C hinese roots. Al deze vruchtbare onzuiverheden mak en Europa tot een uitzonderlijke smeltkroes, maar geven het ook een specifieke identiteit.
Het opmerkelijke daarvan is nie t dat de Europese regionale tradities daardoor verzwakt werden, maar er integendeel vernieuwd uit k wamen. Grenzen ‘ vormen voor een staat wat het vel voor een mens is, iets wat ons zelf bepaalt maar ook de interac tie met de buiten wereld regelt’, schrijft Régis Debray in zi jn Eloge des fr ontières. ‘Aan de rand ontdek je wat eigen is en wat universeel, en de eeuwige wisselwerking tussen de t wee.’
Meerstemmige empathie
Wederzijdse beïn vloeding be tekent niet dat er nooit conflicten ontstaan. Die zijn er zeker wel, maar ze vloeien eerder voort uit de weigering om naar elkaar te luisteren dan uit de bereidwilligheid om dat te doen. Kunst kan he t perspec tief op onze verdeeldheid veranderen: he t klimaat van uitsluiting en populisme benadrukt de nood aan inclusiviteit en meerstemmigheid door empathie. Dat ge voel van verbondenheid mogen we niet verloren laten gaan omdat we geconfronteerd worden me t ongekende uitdagingen en zelfs bedreigingen. Als we op onszelf terugplooien, resten ons enk el c ulturele en intellec tuele verschraling en angst voor de buiten wereld. L aten we daarom samen leven, leren, werken, spelen én musiceren.
Van de viool en de hobo vergeten we wel eens hun Arabische en NoordAfrikaanse roots