Europa zit in zwaar weer, maar het zinkt niet. vindt dat Britse en Amerikaanse opiniemakers hun ivoren toren maar eens moeten verlaten.
Hoeveel verkiezingen zijn er nog nodig voordat Britten en Amerikanen ophouden de Brexit en Trump op Europa te projecteren? Sinds Britse kiezers vorig jaar hun land, de wereld en waarschijnlijk vooral zichzelf verbijsterden met hun keus voor een Brexit, heeft de Britse pers politiek in Europa gereduceerd tot de vraag: wie volgt? En sinds in november Trump zegevierde, begonnen de Amerikaanse media, die nog belangstelling hebben voor het buitenland, met volle overgave mee te doen: als het grote Amerika en het coole GrootBrittannië kiezen voor het populisme, dan zal de rest van het Westen toch niet achterblijven?
Zo ontstond een fundamenteel vertekend en vertekenend beeld van de ontwikkelingen in Europa – niet alleen bij Britse en Amerikaanse lezers, maar ook bij de Aziaten, Afrikanen en ZuidAmerikanen die via de Angelsaksische media ons continent volgen. Intussen putten de populisten in Europa zelf moed uit alle berichtgeving: zie je wel, de Britten en Amerikanen denken ook dat wij de tent gaan overnemen.
Maar stilaan is er een echt probleem met dat ‘wie volgt’frame. Eerst verkoos Oostenrijk een groene president boven een nationalistische. Toen kreeg Geert Wilders bij de Nederlandse parlementsverkiezingen net vijftien procent. Afgelopen zondag won de onverschrokken, eurofiele Emmanuel Macron de eerste ronde van de Franse verkiezingen. Er kan nog van alles gebeuren, maar tot nu toe voorspelt iedere peiling een overwinning voor Macron in de tweede ronde tegen Le Pen. De volgende verkiezingen vinden in Duitsland plaats, waar de traditionele partijen stuk voor stuk onverkort proEuropees zijn, terwijl de antiEUpartij AfD vooral bezig is met zichzelf.
Voorzichtigheid blijft geboden met voorspellingen – dat heeft het afgelopen jaar in GrootBrittannië en Amerika wel aangetoond. Maar alle tekenen wijzen erop dat na de Duitse verkiezingen in september vier Europese landen ervoor gekozen zullen hebben de EU niet te verlaten. Zou dat geen mooi moment zijn voor al die Britse en Amerikaanse opiniemakers om eens de mogelijkheid te overwegen dat het politieke midden in Europa het, althans voorlopig, gered heeft? Dat de Britten en Amerikanen geen trendsetters zijn, maar veeleer slachtoffers van twee ‘perfecte politieke stormen’?