‘Ik zal wel zot zijn, zeker?’
Frederik Backaert had er zin in en dus reed er opnieuw een renner van WantyGroupe Gobert een hele dag mee voorop. Voor de vierde keer in vijf dagen.
TROYES I ‘Ik had nochtans getwijfeld. Omdat het zo warm was. Ik ben ne ros
ten en die kunnen niet zo goed tegen de hitte. Maar ik heb mij ’s morgens goed ingewreven en dan ben ik toch maar gegaan. Het is nog altijd beter in beeld te rijden dan anoniem mee te rijden.’ Met veel kleur legde Frederik Backaert uit waarom hij al voor de tweede keer in deze Tour in de vroege vlucht zat. Een legertje journalisten schreef zijn woorden neer. Mooi beeld. WantyGroupe Gobert is aan het uitgroeien tot de chouchou van de Tourvolgers. Zelfs L’Équipe had deze week al een paginavullend verhaal met Frederik Backaert.
De reden: geen ploeg die zo onbevangen koerst, geen trui die meer in beeld is dan die blauwe met roodwitte opdruk. Zondag Offredo, maandag Backaert, dinsdag Van Keirsbulck, donderdag opnieuw Backaert: Wanty reed al zo’n 760 van de 1000 afgelegde kilometers in de aanval.
Hoe gaat dat ’s ochtends? Steken ze met z’n allen hun vinger op als baas Van der Schueren vraagt wie deze keer urenlang op tv wil komen? ‘Meestal krijgt iemand de specifieke opdracht’, zegt spurter Pieter Vanspeybrouck. ‘Maar deze keer vroeg Frederik het zelf. Van Hilaire hoefde het niet. Met die warmte, die vele kilometers, op zo’n saaie dag. We moeten zorgen dat we ook Parijs halen en mochten ons wel eens sparen. Maar Frederik vroeg of hij het toch eens niet mocht proberen.’
Al 12.000 euro
Philippe Gilbert had ’s ochtends nochtans gezegd dat je wel gek moest zijn om met dit weer een hele dag voorop te rijden. ‘Dan zal ik wel zot zijn, zeker?’, lachte Backaert. ‘Och, ik heb ook wel even gedacht: Is dit nu wel slim? Maar dan waren we al twee kilometer weg.’ En dus ging hij door. Net zoals zijn collegaploegmaats deze week door gingen. Goed wetende dat de kans op succes haast nihil is. ‘Mentaal is dat inderdaad zwaar’, knikte Backaert. Maar de reden van hun ijver is duidelijk. Elke renner is in essentie een rijdend reclamebord en die rol vervult het negental van WantyGroupe Gobert met verve. ‘Hilaire en de sponsors willen zo veel mogelijk in beeld komen’, vat Guillaume Van Keirsbulck het samen. ‘Dus doen wij dat.’ Vanspeybrouck knikt: ‘Die publiciteit is het hoogst haalbare voor ons. Een ritzege zou natuurlijk mooier zijn, maar we moeten ook realistisch zijn.’
Gelukkig heeft het een prettig neveneffect. Al die kilometers in de aanval hebben de ploeg al flink wat euro’s opgeleverd. Vanspeybrouck is de boekhouder van dienst: ‘De prijs van de strijdlust is goed voor 2.000 euro. Een tussensprint is 1.500 euro. Dat loopt aardig op.’ Backaert beaamt: ‘Voor 1.500 euro moet een werkmens een hele maand voor werken. Ik moet just mijn hand eens opheffen. Dat is toch ook belangrijk: dat we hier niet voor niets afzien.’ Van Keirsbulck: ‘Ik denk dat we intussen aan een dikke 12.000 euro zitten. Voor een klein
ploegske is dat best veel. Er zijn veel ploegen die nog niets hebben.’ Bovendien is er de appreciatie. Ook in de ploeg. Al vertaalt zich dat dan nog niet in champagne. Maar een extra dessert voor de vroege vluchter van de dag? Backaert: ‘Dat mag altijd. Al eet ik nu al elke dag drie desserts. Bij mij blijft er toch niets plakken.’
Bang van de cols
Blijft de vraag: wat als al die kilometers in de aanval zich straks gaan wreken? De Tour is nog verdomd lang. Hebben al die vrolijke vluchters daar al aan gedacht? ‘Zwijg er mij van’, besluit Backaert. ‘Natuurlijk heb ik al aan het weekend gedacht. Drie cols buiten categorie zondag, ik heb er schrik van. Maar daarom wilde ik absoluut op donderdag mee in de vlucht. Heb ik tenminste vrijdag nog om even te recupereren.’