Fotograferen is goed voor uw geheugen
Fotograferen zou volgens velen beletten dat je ervaringen goed onthoudt en ten volle beleeft, maar dat blijkt niet te kloppen. Enfin, het klopt maar gedeeltelijk: je weet weinig van wat je gehoord hebt, maar weet meer van wat er te zien was.
en voor een hogere plezierscore
De eerste die nog eens opmerkt dat u geen foto’s moet nemen van wat u ziet, maar dat u moet beleven wat u ziet, kunt u wandelen sturen. De kans is groot dat u méér onthoudt dan wie niet fotografeert, en dat u bovendien meer geniet van uw ervaringen. Dat blijkt uit twee studies van eenzelfde groep Amerikaanse wetenschappers.
Het is plausibel dat we ons geheugen tegenwoordig ‘sparen’ door informatie niet te onthouden maar op te zoeken op het internet, zodra we daar nood aan hebben. Maar die lijn valt niet door te trekken voor fotograferen. Foto’s nemen belet niet dat we onthouden, integendeel: foto’s nemen versterkt ons visueel geheugen. Dat schrijven de onderzoekers in het vakblad Psychological Science.
In een eerste experiment lieten de onderzoekers 294 vrijwilligers rondlopen op een tentoonstelling van Etruskische kunst. Sommigen mochten een fototoestel gebruiken en moesten minstens tien foto’s nemen, anderen niet. Tijdens hun ronde kregen alle deelnemers ook een audiogids. Na afloop moesten ze vragen beantwoorden over de objecten die ze hadden gezien en de informatie die ze gehoord hadden.
Wie foto’s genomen had, kon zich meer objecten herinneren dan wie geen foto’s nam. De mensen zonder camera hadden dan weer meer onthouden van wat de audiogids te vertellen had.
In een tweede experiment creeerden de onderzoekers een virtuele kunstgalerie. Vrijwilligers konden op hun scherm naar de kunst kijken, en sommigen mochten screenshots nemen. Ook nu waren de ‘fotografen’ beter in het onthouden van wat ze zagen en slechter in wat ze hoorden. Ze hadden niet alleen meer gezien van de zaken die ze fotografeerden, maar ook van de dingen die ze niet fotografeerden.
Met andere woorden: foto’s nemen, of de intentie daartoe, versterkt het visueel geheugen, maar die verhoogde focus gaat ten koste van het auditief geheugen. Het visueel positieve en auditief negatieve effect van fotograferen bleek zelfs op te gaan voor vrijwilligers die geen camera hadden, maar wel de opdracht kregen om ‘mentale foto’s’ te nemen. Mensen die (willen) fotograferen, benaderen een ervaring anders dan wie geen foto’s neemt. Beleving vergroot
Maar, maar, maar, zeggen de tegenstanders van lustige fotografen, het gaat hem minder om het onthouden van ervaringen en meer om ‘leven’. Toch? Uit een tweede studie van dezelfde onder
zoekers, gepubliceerd in Journal of Personality and Social Psychology, blijken foto’s het plezier niet in de weg te staan. In vele gevallen vergroot het zelfs de beleving, toonden experimenten aan. Na een sightseeing tour met een bus in Philadelphia, gaven vrijwilligers die een camera meekregen een hogere ‘plezierscore’ aan dan wie niet fotografeerde (de vrijwilligers waren niet op de hoogte van het opzet van de studie). Ze voelden zich ook meer ondergedompeld in de ervaring. De onderzoekers kwamen tot een gelijkaardig resultaat bij een groep vrijwilligers die eten kregen voorgeschoteld op een boerenmarkt.
Ook in het lab, tijdens virtuele rondleidingen in steden, waren de scores van beleving en plezier hoger in de groep die foto’s mocht nemen. Dat gold meteen na de ervaring, maar ook een week later. Bovendien hadden deelnemers geen toegang tot de foto’s die ze namen – het plezier kwam dus niet van de foto’s op zich – en er was ook geen verband met het aantal foto’s dat genomen werd.
Het positieve effect van fotograferen hield overigens stand wanneer er minder te zien was: tijdens een concert waarbij de muzikanten voor eenzelfde achtergrond stonden. En plezier en beleving waren ook groter wanneer vrijwilligers gevraagd werd om louter te dénken aan de foto’s die ze zouden kunnen nemen – wat onderlijnt dat de intentie een verschil maakt, en niet zozeer het drukken op een knopje.
Niet alleen voordelen
In een (echte) tentoonstelling werden de oogbewegingen van deelnemers gevolgd. Met een camera in de hand kijken mensen langer en naar meer punten dan zonder. Ze beleven de tentoonstelling meer – toch het visuele aspect ervan.
Niets dan voordelen dus? Toch niet. In experimenten waarbij deelnemers zich meer gingen toeleggen op het wissen van de foto’s die ze namen, verdween het positieve effect. En in workshops die handelingen vereisten – in het experiment moest met voedsel torens gebouwd worden – zorgde foto’s nemen niet voor een meerwaarde (maar ook niet voor minder plezier).
Bovendien werd een minder fijne ervaring – kijken naar de doodstrijd van een dier – negatiever ervaren door de fotografen. Het versterkende effect van fotograferen werkt dus in beide richtingen.