Binnenkijken bij Yves Saint Laurent
Exmodehuis is een museum, en wat voor een!
Zijn handen bibberden. Zijn stem stokte ietwat. Yves Saint Laurent had het duidelijk moeilijk, toen hij in januari 2002 op een persconferentie aankondigde dat hij van het modetoneel zou verdwijnen. Zijn zinnen leken wel poëzie, zo ontleend aan het werk van zijn favoriete dichters Verlaine of Appolinaire. Hij had het over schoonheid en de eeuwige zoektocht ernaar. En hoe dat zo vaak uitdraaide op een confrontatie met jezelf.
De woorden zinderen na, zodra de video in het Musée Yves Saint Laurent in Parijs stopt. De bezoekers staan in complete stilte te kijken. Alsof ze heel even weg van de wereld zijn.
Het museum, dat gisteren voor het grote publiek openging, wil precies dat: even stilstaan bij het oeuvre van een van de grootste haute couturiers die de wereld ooit gekend heeft.
Toen Saint Laurent in 2002 een stap achteruit zette, werden al zijn ontwerpen maar ook foto’s, brieven, tekeningen, stoffen en andere hebbedingen ondergebracht in een stichting. Dat er uiteindelijk twee museums komen – dit in Parijs en eentje in Marrakech – is vooral het werk van Pierre Bergé, de levenspartner van Saint Laurent, maar vooral de man achter de schermen. Bergé stierf enkele weken geleden aan de gevolgen van een slepende ziekte. Gezellig schuifelen
‘We wilden het werk niet alleen op een goeie manier bewaren, maar het ook voor een jongere generatie verduidelijken’, zegt museumdirecteur Olivier Flaviano. En dat gebeurt. Wie binnenkomt – de eerste weken allicht schuifelend door de hoge opkomst – mag doorlopen naar een plek waar vroeger alleen goeie klanten toegelaten werden. In die salons van de haute couture krijgen de bezoekers eerst een video te zien over leven en werk van de getormenteerde Saint Laurent. Een leven dat begon in Oran, in Algerije. Als kind tekende hij veel en op zijn 20ste won hij al een wedstrijd van het Wolsecretariaat. Saint Laurent werd daarna eerste assistent van Christian Dior en toen die in 1957 plots stierf, mocht hij meteen in de voetsporen van de couturier treden. Maar in 1961 liet Saint Laurent Dior achter zich om samen met Pierre Bergé een eigen couturehuis te beginnen.
Wat in het museum volgt, staat op het netvlies van heel wat modemensen gebrand. Ettelijke zwartwitfoto’s van Saint Laurent en Bergé en een muur vol kleurrijke portretten die Andy Warhol van Saint Laurent maakte. Dan een pak zalen met ontwerpen die Saint Laurent stuk voor stuk wereldberoemd maakten. De saharienne (uit 1967), de smoking voor dames (uit 1966), de doorkijkblouse (uit 1966), de Mondriaanjurk (uit 1965) en zo veel meer.
Saint Laurents link met de kunst wereld wordt ook uitvoerig uit de doeken gedaan, net als zijn fascinatie voor Rusland of de danswereld. Er zijn muren vol tekeningen, tegenover kastjes met juwelen. Tegen één wand wordt een bruidsjurk geëtaleerd, van oudsher het hoogtepunt van elke coutureshow. De opstelling verrast en boeit tot het laatste moment, zeker voor wie de tijd neemt om de vele video’s te bekijken en te luisteren naar de verhalen van de vrienden en de werknemers van het voormalige atelier.
Het voelt allemaal erg intiem en hartverwarmend – ook al omdat het voormalige couturehuis niet helemaal als museum ingericht is, maar eerder aanvoelt als een erg aangename wandeling doorheen het leven en werk van een groot talent. Als leek krijg je bovendien heel goed te zien hoe een couturecollectie tot stand komt. Van tekening tot ontwerp tot catwalkmoment.
Het gezicht van elegantie
Het museum heeft ook iets emotioneels, omdat één essentiële plaats volledig bewaard bleef: de studio, waar Saint Laurent in het gezelschap van zijn muze, zijn première d’atelier en zijn hond Moujik stoffen drapeerde op zijn vaste mannequins. Op deze plek gaf hij elegantie dag in dag uit een gezicht. Dat wonderlijke atelier mogen betreden, vol modeboeken, potloden, tekeningen, fournituren, foto’s en andere herinneringen aan een vervlogen tijd, voelt aan als een cadeau. En wat meer is: het is alsof de meester elk moment nog kan binnenwandelen.
Eén essentiële plaats bleef volledig bewaard: de studio waar Yves Saint Laurent stoffen drapeerde op zijn vaste mannequins