Extra middelen helpen kansarme leerlingen amper vooruit
In vijf jaar tijd zijn de kansen van armere kinderen amper verbeterd, in sommige gevallen zijn ze zelfs verslechterd.
BRUSSEL I Het Rekenhof is kritisch voor de resultaten van het GelijkeOnderwijskansenbeleid (GOK). Dat bestaat sinds 2002 en kent in het basisonderwijs extra lestijden en werkingsmiddelen toe voor kansarme kinderen.
Uit het onderzoek blijkt dat kansarme kinderen wel vlotter doorstromen naar het secundair onderwijs, maar op het vlak van leerachterstand in het lager on derwijs zelf doen kansarme kinderen het slechter. Ook hun prestaties in het eerste jaar secundair gaan achteruit.
In het schooljaar 20132014 hadden kansarme leerlingen 4,4 maal meer kans om een schoolachterstand op te lopen dan kansrijke leerlingen. Ze hadden 3,5 maal meer kans om naar een Brichting door te stromen in het secundair, en bijna vier keer meer kans om geen Aattest te halen in het eerste jaar secundair.
Volgens de studie van het Rekenhof beïnvloedt de opleiding van de moeder het meest de schoolse prestaties, gevolgd door de leerlingenpopulatie van de school.
Het Rekenhof pleit voor het verhogen en aanmoedigen van de betrokkenheid van ouders. Vlaams Parlementslid Elisabeth Meuleman (Groen) sluit zich daarbij aan. ‘Wij pleiten voor een systeem met brugfiguren’, zegt ze. ‘Zij versterken het contact tussen ouders en schoolteam en worden ingezet waar de nood het hoogst is.’
Ook het Minderhedenforum ziet daar een knelpunt. ‘Ouders hebben vaak te weinig informatie over het onderwijs en kunnen daardoor hun kind minder effectief begeleiden’, klinkt het. Voor het forum is het beleid van de scholen rond ouderbetrokkenheid cruciaal om gelijke onderwijskansen te bevorderen.