De Catalanen kruipen door het stof, Madrid leunt zelfvoldaan achterover en Europa kijkt de andere kant op. Een opmerkelijke strategie voor een onopgelost conflict, vindt
Het is er weer de tijd voor: groepen eerstejaarsstudenten die op handen en knieën door de straat kruipen. Ze worden geduwd en gepord, overgoten met bier en rotte eieren, gewenteld in meel en er wordt choco in hun broek gesmeerd. Ik stond erbij, ik keek ernaar en ik dacht er het mijne van. En mijn gedachten dwaalden af naar de Catalaanse onafhankelijkheidsstrijders.
Schachtentemmers en doopmeesters die nog methodes zoeken om nieuwe studenten te kleineren, kunnen inspiratie opdoen in Spanje. Madrid laat de Catalanen door het stof en door het slijk gaan. Tussendoor deelt de Guardia Civil wat klappen uit en nu moeten de vechters van het eerste uur nog eens plechtig en publiek verklaren dat ze helemaal geen onafhankelijkheid willen. Forser kan de vernedering niet worden.
Laten we het maar zeggen zoals het is: de slag om het onafhankelijke Catalonië is voorbij. De strijd is gestreden en grandioos verloren. ‘We gaan wel onafhankelijk worden, maar niet direct’, murmelde president Carles Puigdemont vorige dinsdag nog, om te vermijden dat zijn regering in gruzelementen viel. Maar hij weet hoe laat het is.
De voorbije dagen werd er veel gespeculeerd. Als Catalonië onafhankelijk wordt, vliegt het dan uit de Europese Unie? Volgen andere regio’s het voorbeeld? Zullen de banken wegtrekken? Verliezen Catalaanse bedrijven toegang tot de Spaanse markt? We stoppen beter met al die reflecties. Catalonië wordt namelijk geen nieuw land. Niet nu, niet volgende week, niet volgend jaar en niet nadien.
Natuurlijk kan het parlement bijeenkomen, desnoods clandestien, en pontificaal de zelfstandigheid uitroepen. Er kan een volkslied gezongen worden, er kunnen toespraken zijn met trillende stemmen, gebalde vuisten en tranerige ogen. En dan? Wel, dan stopt het ongeveer. Ook de stad Gent kan haar onafhankelijk- heid uitroepen, de vlag hijsen en de inwoners ’t Vliegerke laten zingen. Een zelfuitgeroepen onafhankelijkheid heeft pas effect als er ook een erkenning op volgt. Anders sta je internationale paria te spelen. Dan is er geen sprake van een historisch feit, maar van een troosteloze afgang.
Het is intussen duidelijk dat geen enkel land de onafhankelijke republiek Catalonië zal erkennen. De Catalaanse kaarten liggen bloot op tafel. Slechts twee prijzen kunnen ze nog winnen: die van het publiek, en die voor de strijdlust. En van Geert Bourgeois krijgen ze misschien nog een gegraveerde medaille, voor moed en trots – het kon de naam van een turnclub zijn. Maar dat betekent allemaal niets. De Catalanen wilden een andere trofee, die van de zelfstandigheid. Ze hebben sympathie geoogst, dat wel, maar vooral buiten Spanje en dus in verkeerde middens.
Ten gronde valt er wat te filosoferen over onafhankelijkheid. Wat betekent zelfbeschikking in de wereld