In ‘Coco’ worstelt een jongetje met het dilemma tussen zijn passie en zijn familie. Het resultaat is een animatiefilm vol compromissen. Was een film over de Mexicaanse cultuur misschien zo al risicovol genoeg? Dansen met de doden
Niets krijgt Coco klein. Vlak voor de Amerikaanse première kwam animatiestudio Pixar in opspraak, toen grote baas John Lasseter zichzelf op nonactief zette wegens ongepaste knuffels. Het publiek trekt zich daar weinig van aan: Coco scoorde in de VS een stevig openingsweekend. Niet onterecht, want Coco is een heerlijke film voor de hele familie. En hoe vaak kun je dat zeggen van een film over de dood? Als één productiehuis de dood bespreekbaar kan maken voor kinderen, dan wel Pixar, het bedrijf dat ons al tot tranen kon bewegen met pratend speelgoed (Toy story) en een eenzame afvalrobot (WallE).
Toegegeven, de dood en tekenfilms gaan al langer samen. Walt Disney zelf flikte het al in 1942 met Bambi; een halve eeuw later volgde The lion king. En Pixar had
Up al. Maar nooit eerder stond de dood zo centraal: Coco draait helemaal om het feest van de Día de Muertos, de Mexicaanse versie van onze Allerzielen en Allerheiligen, maar dan met exuberante kleuren, toeters en bellen.
Het is op die dag dat de poppen aan het dansen gaan voor Miguel, een Mexicaans jongetje dat ervan droomt om een muzikant te worden zoals zijn grote idool Ernesto de la Cruz. Alleen: Miguel mag geen gitaar spelen. De hele familie van schoenlappers heeft muziek in de ban geslagen. Niet omwille van radicale predikers, maar omdat betbetovergrootvader lang geleden zijn familie in de steek had gelaten, een onzeker muzikantenbestaan tegemoet. Zoals de culinaire rat Remy in
Ratatouille jaagt Miguel echter koppig zijn droom na. Als hij een gitaar steelt uit het mausoleum van Ernesto de la Cruz, tronen zijn overleden familieleden hem mee naar het hiernamaals, waar hij op zoek gaat naar de grote Ernesto, van wie hij vermoedt dat die zijn betbetovergrootvader is.
In het hiernamaals krijgt hij hulp van Hector, een skelet dat hem om een wederdienst vraagt. Zijn probleem is dat zijn nabestaanden hem nauwelijks nog herdenken. Zo werkt het hiernamaals: als niemand je nog herinnert, sterf je een tweede dood. Zo wordt Coco meer een film over Allerheiligen dan je zou denken. De makers hebben er goed op gelet om niet alleen de kleurtjes, maar ook de essentie van de Mexicaanse traditie te vatten. Frida Kahlo
In ware Pixartraditie is Coco een plezier om naar te kijken. De dood ziet er zo levendig, vrolijk en fantasievol uit. De extravagante Mexicaanse traditie zette de verbeelding van de computertekenaars aan het werk, terwijl ze respect betuigen aan monumenten als Frida Kahlo, maar ook aan de kleurrijke huisaltaartjes. Tegelijk hield regisseur Lee Unkrich (Toy
story 3) de stijl ver weg van de lugubere charme van Tim Burtons skeletten in Nightmare before