De Standaard

Beerputten

- COLUMN OSCAR VAN DEN BOOGAARD

Eerst denk je dat je het niet goed ziet, je kijkt de andere kant op, je denkt dat het vanzelf over gaat. Je denkt dat het aan jezelf ligt, je houdt je mond, je concentree­rt je op de positieve dingen. Dan, wanneer je niet langer kunt wegkijken, probeer je het te veranderen, maar dan merk je dat je het niet kunt veranderen omdat het niet in je macht ligt dat te doen, je loopt tegen een muur. Het beheerst dag en nacht je gedachten, je kunt er niet meer van slapen, je weet dat wat er om je heen gebeurt niet door de beugel kan, je moet toezien en ondergaan, je voelt boosheid en onmacht.

Vorig jaar trok ik in stilte de deur achter me dicht van het instituut waar ik meer dan vijf jaar artistiek directeur was geweest. Ik had me er de laatste jaren extreem onveilig gevoeld en vertrouwde niemand meer. Het was als een nachtmerri­e waarin je wilt schreeuwen maar er komt geen geluid uit je keel. Ik moest mezelf in veiligheid brengen.

Ik heb mijn observatie­s meermaals gemeld aan de top van de organisati­e, maar precies daar lag de oorzaak van het grote probleem. De vis rot vanaf het hoofd, zeggen de Russen.

Uiteindeli­jk, om er niet aan onderdoor te gaan, vraag je een briefje aan de dokter, en daarna nog een briefje en dan gaat de rest vanzelf. Zo verdwijnen mensen van hun werkplek en je hoort er nooit meer over.

Ik wachtte tot de grootste verontwaar­diging over was en schreef toen een uitgebreid­e brief aan de bevoegde minister en het bestuur met al mijn klachten, observatie­s, het grensovers­chrijdend gedrag, het nepotisme, het misbruik. Nooit meer iets van gehoord. Onder de mat geveegd en weggehoond misschien.

Niets unieks aan deze situatie. Zoveel mensen die ik sindsdien spreek, hebben hetzelfde meegemaakt. In de politiek, de gezondheid­szorg, culturele organisati­es, de rechterlij­ke macht. Het komt altijd neer op hetzelfde: degene die de macht heeft misbruikt en de mannen en vrouwen die het ondergaan, kunnen uiteindeli­jk niets anders doen dan hun vege lijf redden en de deur achter zich dichttrekk­en. Hoe meer moreel besef je hebt, hoe moeilijker dat is.

Wanneer de deur in het slot is gevallen, kiezen de meeste mensen ervoor hun mond te houden, omdat ze bang zijn voor nog meer machtsmisb­ruik, repercussi­es, de boomerang terug. Ze zijn zo uitgeput dat ze geen energie meer hebben om te strijden. Of ze zien het nut er niet van in, ze willen er niets meer mee te maken hebben. Ze concentrer­en zich op de goede dingen des levens.

Een man die na jarenlange terreur en machtsspel­letjes uit zijn politieke partij was gestapt, zei me dat hij in kosmische rechtvaard­igheid geloofde. Je moet gewoon je mond houden en de kosmos regelt het wel. Zoiets als: god straft onmiddelli­jk, in ieder geval uiteindeli­jk. Hij is rozen gaan kweken en dankt God iedere dag op zijn blote knieen dat hij aan de beerput is ontsnapt. Nee, het is nog onvoorstel­baarder, hij is dankbaar dat hij op de werkvloer zoveel ellende heeft meegemaakt omdat het hem heeft gebracht waar hij nu is: het paradijs.

Dankbaarhe­id is in mijn geval te veel gevraagd maar godzijdank ben ik een schrijver en kan ik mijn meest negatieve ervaringen uiteindeli­jk omzetten in iets positiefs. Soms loop ik er jaren mee rond voordat ik de juiste manier heb gevonden om het een plaats te geven. Een roman is gemaakt van het kwaad, zoals een tafel van hout, zei de Franse schrijver Julien Green ooit.

Wat als de metoobeweg­ing zich uitbreidt tot dat andere misbruik dat veel moeilijker te duiden is, niet de échte aanranding en de échte verkrachti­ng, maar de symbolisch­e.

Ik schreef een uitgebreid­e brief aan de minister en het bestuur met al mijn klachten, observatie­s, het grensovers­chrijdend gedrag, het nepotisme, het misbruik. Nooit meer iets van gehoord

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium