De Standaard

Jong, allochtoon en boos op de wereld

Ze hebben lak aan politie en justitie, maar ook aan jeugdhuize­n en elke vorm van georganise­erde vrijetijds­besteding. Wie zijn de relschoppe­rs op wie Brussel geen vat krijgt?

- BRUSSEL I VAN ONZE REDACTRICE ELINE BERGMANS

‘Ik vrees voor rellen. En de schade die dan wordt aangericht, kan veel erger zijn dan die bij een terroristi­sche aanslag.’

In maart, één jaar na de aanslagen in Brussel, zei de Molenbeeks­e Aziza El Miamouni in een interview met

Bruzz al dat we rellen tussen jongeren en de politie moesten vrezen. Acht maanden later zijn de woorden van de initiatief­neemster van de Molenbeeks­e wijkacadem­ie realiteit.

‘Dat de situatie zou ontsporen, stond in de sterren geschreven’, zegt El Miamouni. ‘Er is een groep jongeren die volledig buiten de samenlevin­g staat. Rel schoppen is hun manier om gehoord te worden. Het is een schreeuw om aandacht van men sen die totaal geen toekomst zien.’

Daarmee praat de Molenbeeks­e moeder niet goed wat er de afgelopen weken is gebeurd. ‘Ik ben gedegoutee­rd door wat ze gedaan hebben. Het maakt me kwaad. Maar ik wil de schuld niet alleen bij de jongeren leggen. Het onderwijs, hun opvoeding, het gebrek aan kansen op de arbeidsmar­kt: het loopt op zoveel vlakken fout. Net daarom was het onvermijde­lijk dat de situatie zou escaleren.’ Ook uit Vlaanderen

In mei ondervond El Miamouni dat zelf. Toen vernielde een groep jongeren het jeugdhuis aan het kanaal waar ook de wijkacadem­ie huist. Maar volgens haar is de oproer geen probleem van Molenbeek alleen, en zelfs niet uitsluiten­d van de hoofdstad.

Bij de rellen van dit weekend was volgens het Brusselse parket een derde van de relschoppe­rs afkomstig uit Vlaanderen. Eén minderjari­ge kwam uit de regio Dendermond­e. Er zouden ook relschoppe­rs met de trein uit Aalst zijn gekomen. Allicht is dat te verklaren omdat er in die regio een grote Afrikaanse gemeenscha­p is. De betoging vanwaaruit de rellen ontstonden, protesteer­de tegen slavernij in Libië.

‘Ik kan niet bevestigen dat er jongeren uit Aalst bij waren’, zegt burgemeest­er Christoph D’Haese (NVA). ‘Maar het zou kunnen. We hebben de afgelopen maanden in de stationsbu­urt ook met relletjes te maken gehad. Daarna hebben we heel precies in kaart gebracht wie de relschop

pers waren. We zagen toen het omgekeerde: dat Brusselse jongeren naar Aalst kwamen.’ Multirecid­ivisten

De meeste relschoppe­rs hebben hetzelfde profiel: jong, soms zelfs minderjari­g, en van allochtone origine. Een groot deel is ook bekend bij de politie. ‘Het gaat vaak om multirecid­ivisten, soms amper 18 jaar oud. Enkelen hebben een strafblad om u tegen te zeggen’, zei Michel Goovaerts, korpschef van de lokale politiezon­e Brussel Hoofdstad Elsene na de rellen van 15 november aan de Munt.

Minstens één persoon die deelnam aan die rellen, was ook betrokken bij het geweld van dit weekend. ‘Maar aangezien de identifica­ties nog bezig zijn, is het niet uit te sluiten dat dit cijfer nog oploopt’, zegt Ine Van Wymersch van het Brusselse parket.

Mario Thys, die zaterdagav­ond werd opgetromme­ld om de gearrestee­rde vandalen met de celwagen weg te voeren, ziet een stramien: ‘Drie keer rellen, drie keer met jongeren die blijkbaar lak hebben aan alles’, zei hij in Het Nieuwsblad. Geen school, geen job

Niet alleen de politie krijgt geen vat op de relschoppe­rs, ook voor jeugdwerke­rs zijn ze moeilijk te bereiken. ‘Het gaat om jongeren die niet naar school gaan, geen job hebben en niet deelnemen aan de georganise­erde vrijetijds­besteding’, zegt Mattias De Backer, postdoctor­aal onderzoeke­r aan het Leuvense instituut voor Criminolog­ie.

‘Dit zijn geen jongeren die bij ons komen’, zegt ook Johan Leman, voorzitter van Foyer, de vzw in Molenbeek die al zowat een halve eeuw aan de sociale cohesie werkt. ‘Ook de jongeren die in de Foyer komen, keuren dit gedrag totaal af. Maar ze zeggen wel dat er een probleem is met onderwijsk­ansen’, bevestigt hij.

Van georganise­erde stadsbende­s is er volgens De Backer en Leman geen sprake. ‘Het is kwaadheid die hen verbindt’, zegt De Backer. ‘Het gaat om jongeren die overal uit de boot vallen. Via Whatsapp vinden ze elkaar en kunnen ze elkaar razendsnel contactere­n.’

‘Eind jaren negentig hadden we een gelijkaard­ig fenomeen’, zegt Johan Leman. ‘Toen contacteer­de een driehonder­dtal jongeren elkaar telkens wanneer ergens een rel in de maak was in de kanaalzone. Ze stuurden elkaar sms’jes en binnen de kortste tijd waren er driehonder­d

casseurs bijeen.’ Wat maakt dat precies nu de bom barst en jongeren driemaal in korte tijd rel schopten in Brussel? ‘Ik vrees dat de aanslagen daar veel mee te maken hebben’, zegt Aziza El Miamouni. ‘De relatie met de politie was al slecht, maar nu voelen jongeren zich nog meer geviseerd. Wat er bijvoorbee­ld op sociale media over de islam en over vreemdelin­gen geschreven wordt, raakt hen. Het geeft hen nog meer het gevoel dat België hen niet moet.’

‘De rellen zijn een schreeuw om aandacht van jongeren die geen enkele toekomst zien’ AZIZA EL MIAMOUNI Initiatief­neemster Molenbeeks­e wijkacadem­ie

 ??  ?? ‘Drie keer rellen, drie keer met jongeren: ‘Het is kwaadheid die hen verbindt. Ze vallen overal uit de boot.’ © Didier Lebrun/pn
‘Drie keer rellen, drie keer met jongeren: ‘Het is kwaadheid die hen verbindt. Ze vallen overal uit de boot.’ © Didier Lebrun/pn
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium