De angsten van Poetins grootste kwelgeest
Grigori Rodtsjenkov was het brein achter het Russische dopingschandaal in Sotsji. Hij onthulde alle details. Vandaag beslist het IOC over de Russische deelname aan de Winterspelen van 2018.
Sinds zijn onthullingen over het programma van Ruslands overheid voor doping is Rodtsjenkov in Moskou zo ongeveer staatsvijand nummer één
MOSKOU I De Russische zender NTV had zondagavond een sensationele primeur: Grigori Rodtsjenkov, ouddirecteur van het Moskouse dopinglaboratorium, de man die naar de VS vluchtte en kroongetuige werd van het Wereldantidopingagentschap (Wada). De man, die – volgens NTV althans – dreigt met het ‘vernietigen van de hele Russische olympische sport’.
Maar hoe kwam NTV in godsnaam aan de beelden?
Sinds zijn vlucht naar de VS in 2016 zit Rodtsjenkov in een getuigenbeschermingsprogramma van de FBI, woont hij op een geheime locatie en communiceert hij via zijn advocaten. En met reden: sinds zijn onthullingen over Ruslands overheidsprogramma voor doping is hij in Moskou zo ongeveer staatsvijand nummer één. ‘Putin will kill me’, zegt Rodtsjenkov in Icarus, de documentaire van de Amerikaanse filmmaker Bryan Fogel.
Nu was de afvallige ineens op de Russische tv: ongeschoren, vrolijk babbelend achter de webcam van zijn laptop. ‘Zijn American dream lijkt te zijn uitgelopen op een groot fiasco’, hoonde de Russische commentaarstem. ‘In zijn appartementje in de voorsteden van Los Angeles eet de grote klokkenluider van de Russische sport Chinese (instant)noodles.’
NTV is een propagandazender die nauw samenwerkt met Ruslands geheime diensten en gespecialiseerd is in het verketteren van de tegenstanders van het Kremlin. In het item van zondag werd Rodtsjenkov neergezet als een op geld beluste landverrader en een psychisch geval. In een van de uitgezonden Skypegesprekken vertelt de ouddirecteur van het dopinglaboratorium openhartig over een zelfmoordpoging in 2011, toen hij onder invloed van whisky in een heet bad ging zitten en zichzelf stak met een scherp mes. ‘Ik pleegde harakiri’, zei hij zondag op de Russische tv. Pijler van het dopingsysteem
Tot 2016 was Rodtsjenkov een van de pijlers waar het enorme Russische dopingsysteem op rustte. Zijn laboratorium in Moskou zorgde ervoor dat honderden Russische sporters verboden stimulerende middelen konden gebruiken zonder te worden betrapt. Tijdens de Olympische Winterspelen van Sotsji (2014) was het Rodtsjenkov zelf die de besmette plasjes van Russische atleten uit de flesjes goot en verving door schone urine. In opdracht van het Kremlin, zo zegt hij zelf, en met medewerking van de geheime dienst FSB. Vorige week publiceerde The New York Ti
mes delen van het dagboek dat Rodtsjenkov bijhield in 2014 en 2015. Hij beschrijft hoe hij het dopingprogramma van Sotsji besprak met de minister van sport, Vitali Moetko.
Vandaag presenteert het Internationaal Olympisch Comité (IOC) nieuw, aanvullend onderzoek naar het grootste dopingschandaal uit de sportgeschiedenis. Daarna zal het IOC een besluit moeten nemen: wordt Rusland in zijn geheel geweerd of mogen ‘schone’ Russische atleten toch meedoen aan de Winterspelen in ZuidKorea? Rodtsjenkov pleit voor het laatste. ‘Onschuldige sporters moeten mee kunnen doen’, schreef hij vorige week in een email aan The New York Times.
Als sporter gebruikte hij zelf doping. Eind jaren zeventig was Rodtsjenkov niet alleen een hardwerkende student chemie aan de Moskouse Staatsuniversiteit maar ook een verdienstelijk hardloper. Om zijn prestaties op te krikken gebruikte hij anabole steroïden. Het was zijn moeder die hem de injecties toediende, zo zou hij later vertellen tegen filmmaker Fogel. Niet dat dat een probleem was. In de SovjetUnie werd druk onderzoek gedaan naar steroïden. Omdat de dopingcontroles nog in de kinderschoenen stonden, werden weinig atleten gepakt. De volle omvang van het dopingprobleem drong pas door in 1988, toen Ben Johnson, olympisch kampioen op de 100 meter, tijdens de Spelen van Seoul werd betrapt op het middel stanozolol.
Rodtsjenkov zal het niet hebben verbaasd. In een interview met het Russische blad Vremja uit 2005 vertelt hij hoe in 1986 bij de Goodwill Games in Moskou diverse anonieme urinestalen binnenkomen bij het Moskouse dopinglab. Johnson had de sprint gewonnen in een ongehoord snelle tijd: 9,95 seconden. ‘Het staal van Ben haalde ik er meteen uit’, vertelde Rodtsjenkov. ‘En juist daarin waren de metabolieten van stanozolol goed zichtbaar.’ Het Moskouse lab had Johnson betrapt, maar de positieve test werd door de Sovjetautoriteiten onder het tapijt geveegd.
Dat Rodtsjenkov er in 2005 ongevraagd over begon is niet toevallig. De chemicus en oudamateursporter is een flapuit die graag in de belangstelling staat.
In 2014 bedenkt filmmaker en fanatiek amateurrenner Fogel een idioot plan. Ter voorbereiding op de moordende amateurkoers La Haute Route zal Fogel doping nemen à la Lance Armstrong, om te bewijzen dat de dopingcontroles gemakkelijk zijn te omzeilen. Fogel heeft een laboratorium nodig dat zijn urine test – als was hij een professional.
Via via komt hij terecht in Moskou, bij Grigori Rodtsjenkov. Die speelt het spel met overgave mee. De directeur van het Moskouse dopinglaboratorium vliegt zelfs naar Los Angeles om urinestalen van Fogel op te halen. Het is luttele maanden nadat Rodtsjenkov urineflesjes heeft zitten uitspoelen in Sotsji. ‘Voorzichtig met wat je filmt’, zegt hij, terwijl hij wijst naar de camera. ‘Dit is ver
boden.’ Duitse documentaire over ‘Sotsji’
In december 2014 zendt de Duitse tvzender ARD een documentaire uit van onderzoeksjournalist Hajo Seppelt over het Russische dopingprogramma. Het Wada stelt een onderzoekscommissie in. In november 2015 presenteert het agentschap zijn, voor Rodtsjenkov, vernietigende conclusies: de directeur heeft 140 urinestalen vernietigd voordat de Wadainspecteurs ze hebben kunnen testen. De Russische minister voor Sport vraagt Rodtsjenkov ontslag te nemen.
Die raakt in paniek. „Ik kan elk moment onder de bus worden gegooid’, zegt hij tegen Fogel. „Als ik word geliquideerd, kan Rusland naar de Olympische Spelen (van Rio de Ja neiro, 2016)’, zegt hij. Met een dik Russisch accent: ‘The problem is to survive.’
Rodtsjenkov weet als geen ander dat het systeem zich tegen je kan keren. Tot 2008 betrekken Russische sporters goedkope en schone steroïden uit China. Als de productie onder druk van het Wada wordt gestopt, gaat de directeur van het Moskouse dopinglab op zoek naar eigen bronnen – in dienst van de Russische sport. Het maakt hem kwetsbaar. En mogelijk speelt geld een rol. In zijn onthullingen over de Russische dopingwereld liet Hajo Seppelt zien dat Russische sporters grof geld moesten betalen om een positieve dopingtest te vermijden.
Volgens Rodtsjenkov raakte hij in conflict met een van de belangrijkste atletiektrainers van Rusland, Sergej Portoegalov (inmiddels geschorst). In 2011 doet de Russische justitie huiszoeking bij Rodtsjenkovs zuster. Er worden ‘illegale prepaten’ aangetroffen: de directeur van Ruslands nationale dopinglab wordt verdachte in een strafzaak. Na zijn mislukte zelfmoordpoging wordt hij opgenomen in een psychiatrische kliniek. In 2013 wordt hij vrijgelaten – voor de Spelen in Sotsji, zegt hij zelf. Eind 2015 boekt Fogel een ticket voor Rodtsjenkov. Hij laat alles achter: zijn vrouw, zijn dochter die gaat trouwen, zijn hondjes.
In februari 2016 overlijdt Rodtsjenkovs vriend Nikita Kamajev (52). De directeur van de Russische antidopingorganisatie wordt onwel na het langlaufen. Kamajev was bezig met een boek waarin hij onthullingen zou doen. ‘It is dangerous to write a book in Russia’,
IOC beslist vandaag over Russische deelname aan Olympische Winterspelen van 2018 in Pyeongchang