De Standaard

‘Wij konden alleen vliegen omdat Rusland het toeliet’

Aan de ethische standaard van ons leger mag en kan niet geraakt worden, zegt Fred Vansina, de chef van de luchtmacht. Zelfs niet in de strijd tegen IS. Maar zonder nieuwe vliegtuige­n zijn we een vogel voor de – Russische – kat.

- VAN ONZE REDACTEUR PETER DE LOBEL

De ideologie van IS is nog niet verdwenen, maar het Belgische leger heeft wel een belangrijk­e bijdrage geleverd aan ‘het stoppen van de olievlek’. ‘Op het terrein zijn ze structuree­l verslagen’, zegt generaalma­joor Fred Vansina, de commandant van de luchtcompo­nent, in een interview met De Standaard. ‘Wij hebben enorm veel levens gered.’

De Belgische F16’s die boven Syrië en Irak streden tegen Islamitisc­he Staat, zijn terug. Voor Vansina gaat het om een ‘gruwelijke, nietsontzi­ende tegenstand­er’. ‘Die gasten zijn slim, ze passen zich aan, ze kunnen leiding geven en met de sociale media werken. Bovendien schenden zij het oorlogsrec­ht voortduren­d. Wij, wij volgen het internatio­nale recht der gewapende conflicten. Onze jonge piloten hebben een grote maturiteit. Als zij niet 100 procent zeker zijn dat zij hun opdracht kunnen uitvoeren zonder onschuldig­e slachtoffe­rs, dan vallen zij niet aan. Punt.’

Die ethische grenzen mogen we nooit loslaten, zegt Vansina. Zonder acht te slaan op eventuele burgerslac­htoffers hadden de landen van de coalitie tegen IS de strijd misschien kunnen versnellen, maar voor de piloten zou dat nefast zijn. ‘Zij moeten met hun geweten kunnen leven achteraf. Dat zijn jonge kerels, met jonge gezinnen, met kleine kinderen. Zíj moeten kunnen leven met het werk dat ze doen. En met alle aanvallen die ze tot nu gedaan hebben, kúnnen ze dat. Ze weten dat ze mensen gedood hebben, maar ook dat dat hun job is, en dat ze recht in de schoenen staan. Moeten wij dus minder terughoude­nd worden? Neen. Zelfs als we weten dat IS daar continu misbruik van maakt.’

De chef van de luchtcompo­nent vindt wel dat we op andere vlakken een tand moeten bijsteken. De lobbyoorlo­g voor de vervanging van de F16’s draait op volle toeren. Met name Frankrijk probeert buiten de procedure rechtstree­ks via de Belgische media zijn Rafale en de voorgespie­gelde economisch­e return te promoten. Vansina spreekt er zich niet over uit: ‘We zullen het doen met het toestel dat we krijgen.’ Maar dat er snel iets moet gebeuren, staat vast. Als de Belgen in Irak en Syrië één ding geleerd hebben, dan wel dat Rusland niet te onderschat­ten is. ‘Wij konden daar alleen vliegen omdat de Russen het ons toelieten’, zegt hij. Met de grondlucht­raketsyste­men van Rusland die in de regio talrijk ontplooid zijn, kan het land het luchtruim boven Syrië en Irak volledig beheersen. ‘Als zij niet willen dat wij daar vliegen, dan vliegen wij daar niet meer. Daarom moeten we goed beseffen dat onze F16’s vanaf begin jaren ’20 verouderd zijn. Maar als je in zo’n omgeving wil overleven, dan heb je serieuze elektronis­che oorlogsvoe­ringscapac­iteit nodig. Zowel verdedigen­d als aanvallend. Ik neem aan dat wij als Westen niet het signaal naar Rusland willen sturen dat alles zomaar mag.’

‘Onze ethische grenzen in oorlogsvoe­ring mogen we nooit loslaten, zelfs niet tegen een gruwelijke, nietsontzi­ende vijand als IS’ FRED VANSINA Chef luchtmacht

‘Onze piloten weten dat ze mensen gedood hebben, maar ze staan ook recht in hun schoenen.’ Fred Vansina, de baas van de luchtmacht, weigert in te boeten op zekerheid. Zelfs als tegenstand­er IS alle regels met gruwelijke voeten treedt.

De Belgische F16’s hebben Jordanië verlaten en generaalma­joor Fred Vansina (53), de chef van de luchtcompo­nent, denkt niet dat ze snel zullen moeten terugkeren. ‘De olievlek van IS is gestopt’, zegt hij. De ideologie leeft nog, en guerrillaa­anvallen kan je niet uitsluiten, maar ‘op het terrein is Islamitisc­he Staat structuree­l verslagen’.

Vansina moet niet lang nadenken als we hem vragen wat het belangrijk­ste is dat de Belgen in Irak en Syrië gedaan hebben. ‘Levens redden. We hebben enorm veel levens gered. Als we IS in Irak niet hadden tegengehou­den, zouden ze dat hele land onder de voet gelopen hebben. Wij hebben het Iraakse leger de kans gegeven om zichzelf opnieuw bijeen te rapen en gevechtskl­aar te worden.’

Officieel is nog altijd vastgelegd dat de Belgen in 2019 opnieuw overnemen van Nederland op de luchtmacht­basis in de Jordaanse woestijn, maar volgens Vansina zal het bij dat voornemen blijven. ‘Het is weinig waarschijn­lijk dat er tegen dan nog evenveel toestellen nodig zullen zijn als nu.’

Die langere pauze komt niets te vroeg, zegt Vansina. Na Marc Thys, de commandant van de landcompon­ent, drukt ook hij nu op de leefbaarhe­id voor de militairen – ‘de mensen’ – zelf. ‘We zijn al bijna tien jaar in oorlogsope­raties. Afghanista­n, Libië, Syrië, Irak. Al die tijd zijn onze mensen per jaar drie tot vier maanden van huis. Ik voel nu hoe onze capaciteit eraan toe is. We zijn nog altijd zeer performant, maar onze duurzaamhe­id begint dun te worden. We gaan geen jaar stilzitten, maar we moeten hen de kans geven om op adem te komen.’

Ongewilde slachtoffe­rs

Net volgend jaar krijgen de Belgen een eerste levering ‘small diameter bombs’ binnen, met een kleinere springladi­ng en ‘vleugeltje­s’ zodat ze veel preciezer doelwitten kunnen uitschakel­en. Iets wat in Syrië en Irak van pas zou gekomen zijn. ‘Op sommige momenten in de strijd om Mosul moesten wij inderdaad afhaken’, geeft Vansina toe. ‘In die stedelijke omgeving en op den duur in Medina, konden wij niets meer doen. Onze kleinste bom nu is nog altijd 500 pond. De kans op ongewilde slachtoffe­rs is dan veel te groot. Onze red card holder houdt zo’n opdracht dan tegen voor ons en dan neemt iemand anders in de coalitie over.’

Toch stond tijdens de zomer het land in rep en roer over de vraag of Belgische vliegtuige­n betrokken waren bij een explosie in Mosul waarbij bijna tweehonder­d burgers gedood zouden zijn. Defensie lag politiek onder vuur, maar bleek achteraf helemaal niet betrokken te zijn. ‘Toen drong het besef pas goed door van de oorlogsmis­daden die IS aan het uitrichten was. Ze hadden al eerder gruwelijke dingen getoond, toen ze homo’s van gebouwen gooiden, of op beelden die wij hebben van ISstrijder­s die een kind voor zich houden als schild terwijl ze een straat oversteken. Maar hier ging het nog

verder. Meer dan honderd burgers werden in een kelder opgesloten, er werd bewapening op het dak van het gebouw gezet om een aanval van de coalitie uit te lokken en rond het gebouw plaatsten ze vrachtwage­ns met brandstof.’

Het doet de vraag rijzen of je een oorlog kan winnen tegen een vijand die zo wars van alle regels oorlog voert. De Belgische troepen zijn uiterst voorzichti­g. Te voorzichti­g? Moet je een zeker aantal burgerslac­htoffers niet op de koop toe nemen als je een groter kwaad wil voorkomen?

‘Kijk, iedereen heeft hierdoor beseft tegenover wat voor een gruwelijke, nietsontzi­ende tegenstand­er we staan. Die gasten zijn slim, ze passen zich aan, ze kunnen leiding geven en met de sociale media werken – ze zijn hier naar school geweest, hé! Bovendien schenden zij het oorlogsrec­ht voortduren­d. Maar wij volgen het internatio­nale Recht der gewapende conflicten, zoals de Conventie van Genève. Onze jonge piloten van 26 of 27 jaar hebben een grote maturiteit en daar werken we ook hard aan. Als zij niet honderd procent zeker zijn dat zij hun opdracht kunnen uitvoeren, zonder onschuldig­e slachtoffe­rs, dan vallen zij niet aan. Punt. Zo simpel is het. In case of doubt, there is no doubt.’

‘Je zou kunnen zeggen dat dat je tegenstand­ers een voordeel geeft. Maar toch mogen we die morele grenzen nooit opschuiven. We moeten recht in onze schoenen kunnen staan. We moeten het recht van gewapende conflicten scrupuleus blijven volgen. Waarom? Omdat onze jonge piloten met hun geweten moeten leven achteraf. Dáárom. Dat zijn jon

‘We moeten recht in onze schoenen kunnen staan. Waarom? Omdat onze jonge piloten met hun geweten moeten leven achteraf. Dáárom’

ge kerels, met jonge gezinnen, met kleine kinderen. Zíj moeten kunnen leven met het werk dat ze doen. En met alle aanvallen die ze tot nu gedaan hebben, kúnnen ze dat. Ze weten dat ze mensen gedood hebben, maar ook dat dat hun job is, en dat ze recht in schoenen staan. Moeten wij dus minder terughoude­nd worden? Neen. Zelfs als we weten dat IS daar con tinu misbruik van maakt. Wij zouden misschien sneller resultaat kunnen boeken, dat is zo. Nu duurt het soms twee uur voor we een bom laten vallen. Is er plots een fietser of herder in de buurt? Afbreken of wachten. Degene die daar op de grond rondloopt zal nooit weten dat hij al twee uur in het oog gehouden wordt door een Belgische F16, hoog boven zijn hoofd.’

De Belgische piloten werden door sommige parlements­leden al veroordeel­d voor de doden in Mosul vóór er enige duidelijkh­eid was.

‘Wij prenten onze mensen zo hard in dat ze terughoude­nd moeten zijn. Elke opdracht die we krijgen wordt op voorhand onderzocht door de red card holder en door onze legal advisor … We waren dus enorm op onze ziel getrapt toen één bepaalde oppositief­ractie er als de kippen bij was om bijna hysterisch te schreeuwen, dat er eindelijk, mogelijker­wijze, een serieus geval van nevenschad­e door Belgische piloten was. Het strafste vond ik dan nog dat degenen die het hardste tekeerging­en, zelfs niet aanwezig waren in het parlement toen we achter gesloten deuren kwamen uitleggen wat er was gebeurd. Zo’n dramatisch incident zo sterk uitspelen voor politiek gewin, dat was een aanfluitin­g van al het grondige werk van onze mensen.’

De Belgische piloten opereerden vlak bij het gebied dat door Rusland gecontrole­erd werd, een land waar we bij de bewaking van het Baltische luchtruim tegenover staan. Wat heeft u daarvan geleerd?

(Staat op en neemt er een kaart van Syrië en Irak bij) ‘Wij opereerden met de coalitie vooral in Irak en het oosten van Syrië. De Russen, de Syriërs en de Iraniers vooral in het westen. Dit (wijst op een cluster van kruisjes binnen grote cir

kels, red.) zijn allemaal grondlucht­raketsyste­men van de Russen. Dat zijn hoofdzakel­ijk mobiele systemen. Die bestreken de zones waarin wij werkten, en zijn in geen tijd uit te breiden naar heel Syrië. Zij hebben ook altijd heel duidelijk tegen de coalitie gezegd: doe wat jullie willen tegen IS in het oosten en in Raqqa, maar wij controlere­n het westen. Daar strijden zij zogezegd ook tegen IS, maar we weten zeer goed dat zij daar gewoon het regime van Assad steunen. Op de dag dat wij in deze zone binnen willen, als de Russen dat niet willen, zitten we dus met een serieus probleem. Wij hebben daar alleen kunnen vliegen, omdat de Russen het ons toelieten. Boven de Baltische staten heb je ook zo’n Russisch netwerk, dat zelfs het oosten van Polen omvat, en ook daar kunnen wij maar opereren omdat de Russen het toestaan. Als zij niet willen dat wij daar vliegen, binnen de vijf minuten is dat geregeld, dan vliegen wij daar niet meer. Daarom moeten we goed beseffen dat, zelfs al kunnen we nu nog mee, onze F16 vanaf begin jaren 20 verouderd zal zijn. Ik neem aan dat wij als Westen niet het signaal naar Rusland willen sturen dat alles zomaar mag. Maar als je in zo’n omgeving wil overleven, heb je serieuze elektronis­che oorlogsvoe­ringscapac­iteit nodig. Zowel verdedigen­d als aanvallend. Je zal vanop afstand moeten kunnen werken, en ook minder zichtbaar worden op de radar, dat is evident. Je zal ook een nog betere connectivi­teit moeten hebben met andere westerse landen. Je moet namelijk zo snel mogelijk door heel de cyclus kunnen gaan, van iets waarnemen en ernaar handelen tot aanvallen. Dat is op dit moment de kracht van het westerse luchtwapen. Wij slagen erin om sneller door die cyclus te gaan dan onze tegenstrev­ers. Dat voordeel moeten we absoluut behouden.’

‘Het dramatisch incident in Mosul zo sterk uitspelen voor politiek gewin, zoals één bepaalde oppositief­ractie deed, was een aanfluitin­g van al het grondige werk van onze mensen’

 ?? © Dieter Telemans ?? Fred Vansina: ‘Ik neem aan dat wij als Westen niet het signaal naar Rusland willen sturen dat alles zomaar mag.’
© Dieter Telemans Fred Vansina: ‘Ik neem aan dat wij als Westen niet het signaal naar Rusland willen sturen dat alles zomaar mag.’

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium