Seks, drugs en aandelenopties
Rijke, machtige mannen. Jonge, ambitieuze vrouwen. En heel veel drugs. Dat zijn de ingrediënten voor de wilde seksfeestjes in Silicon Valley. Allemaal toestemmende volwassenen onder elkaar? Of het zoveelste bewijs van de totaal scheefgetrokken machtsverho
Journaliste Emily Chang volgt al sinds 2011 het reilen en zeilen in Silicon Valley voor de financiële zender Bloomberg TV. Ze interviewde er zowat alle toplui, maar met haar nieuwe boek
Brotopia, dat volgende maand verschijnt, richt ze voor het eerst de schijnwerpers op een weinig bekende en bijzonder onfrisse kant van de Californische techwereld: de discrete maar decadente feestjes waar de topmannen van Silicon Valley de keuze hebben uit talrijke aantrekkelijke vrouwen.
Een voorpublicatie doet deze week al heel wat stof opwaaien. En dat is misschien nog maar het begin. Want er worden – nog – geen namen genoemd van de deelnemers aan deze seks en drugsfeestjes. De komende dagen zal moeten blijken of de wereld klaar is om een heel nieuw hoofdstuk in het #MeTooverhaal aan te snijden. Dit gaat immers over vrou
wen die willens en wetens naar seksfeestjes gaan met rijke, machtige mannen. Maar gaat het echt om vrije keuze, is de vraag die Chang op tafel gooit. ‘Vrouwen nemen deel aan deze cultuur om hun leven te verbeteren. Zij zijn een onderklasse in Silicon Valley’, vertelt een anonieme vrouwelijke investeerder haar in het gepubliceerde fragment.
Chang praatte naar eigen zeggen met bijna twee dozijn mensen die aanwezig waren op de feestjes, of er zeer goed van op de hoogte zijn. ‘Bij normale techfeestjes zijn bijna geen vrouwen,’ zegt een getuige, ‘maar op deze soort feestjes zijn er massa’s’. Vaak gaat het om twee vrouwen voor iedere man, schrijft Chang. Mannen kunnen alleen komen als ze rechtstreeks zijn uitgenodigd. Het gaat om risicoinvesteerders, bekende ondernemers en topmanagers. De deelnemende vrouwen werken zelf in de technologiesector of in verwante sectoren zoals public
relations of vastgoed. Maar ze moeten vooral jong en mooi zijn.
De gasten arriveren vóór het diner en moeten zich aanmelden bij beveiligingsagenten. Tijdens het eten wordt er gedronken, daarna komen de drugs. Het zou meestal gaan om MDMA, dat remmingen wegneemt. Er wordt collectief geknuffeld, een cuddle
puddle. Dan worden er groepjes van twee, drie of meer gevormd. Sommigen trekken zich terug in aparte kamers, anderen niet.
Geen geheim
Veel deelnemers aan deze feestjes tonen weinig schaamte over hun aanwezigheid daar, schrijft Chang. ‘Integendeel, ze praten fier over hoe ze ook in hun privéleven tradities en paradigma’s omverwerpen, zoals ze dat ook doen in de wereld van de technologie’. Sommige mannen en vrouwen worden zelfs als koppel geïnviteerd, omdat open relaties als het ‘nieuwe normaal’ worden beschouwd in de Valley.
Een jonge vrouw beschrijft hoe ze, zonder het goed te beseffen, naar zo’n feestje ging in de woning van een rijke durfkapitaalverstrekker. Een investeerder die verkleed was als konijn, bood haar MDMA aan. Voor ze het wist, was de man haar aan het kussen in het bijzijn van zijn echtgenote. ‘Wat hier niet oké aan is, is dat het zo gericht is op geld en macht’, zegt ze. ‘Het is een probleem, omdat het gaat om machtsmisbruik. Ik zou dit nooit meer doen’.
Maar een van de mannelijke deelnemers aan die feestjes, een ondernemer, ziet het anders: ‘Dit wordt mogelijk gemaakt door dezelfde progressiviteit en open geest die ons toelaten om met creatieve en vernieuwende ideeën te komen’. Als de feestjes zo progressief zijn, vraagt Chang zich af, waarom sluiten ze dan zo dicht aan bij heteroseksuele mannelijke fantasieën? Zo zouden de triootjes vrijwel altijd bestaan uit een man en twee vrouwen.
Burning Man
Bij ons roept Silicon Valley doorgaans een heel ander beeld op: van schuwe nerds die dag en nacht voor hun computer zitten. Maar de streek draagt ook nog de erfenis mee van de hippiejaren. Eind jaren 60 en begin jaren 70 floreerden ten zuiden van San Francisco niet alleen de eerste technologiebedrijven, maar ook de communes. Beide werelden hadden invloed op elkaar. Appleoprichter Steve Jobs had bijvoorbeeld een hippieperiode, waarin hij experimenteerde met lsd (hij werd wel nooit genoemd in de context van liederlijk gedrag). Jaarlijks vindt die hippiekant van Silicon Valley een uitlaatklep op het beruchte festival Burning Man, waar ongeveer alles kan.
Misschien is er trouwens een verband tussen die twee zo tegengestelde kanten van de techwereld. Chang praatte met een getrouwde investeerder die zijn tienerjaren naar eigen zeggen doorbracht met computerspelletjes en zonder vriendinnetje. Nu is voor hem plots alles mogelijk, en daar geniet hij met volle teugen van. De toppers van Silicon Valley zien nu dus de kans om de ‘schade’ van een gemiste jeugd in te halen. Voor de vrouwen die zich in de feesten laten meetrekken, zijn er minder voordelen. ‘Het is erg riskant: eens je het spelletje meespeelt, kun je niet meer terug’, vertelt één vrouw. ‘En als je denkt dat je er je carrière echt mee vooruit helpt, vergis je je’.
De komende dagen zal moeten blijken of de wereld klaar is om een nieuw hoofdstuk in het #MeTooverhaal aan te snijden
om helemaal tot in de winkelstraat te gaan. ‘De koopjesperiode is bijna een sportief evenement’, zegt Van Landeghem. ‘We noemen het niet voor niets een koopjesjacht. Het Britse luxewarenhuis Harvey Nichols promoot zijn koopjesperiode alsof het een oorlog is. Met boksringen, vechtende wolven, legerprints en bloederige wonden.’ Alsof gisteren in de winkelstraten klaroengeschal weerklonk! ‘We hebben het nu eenmaal zo geleerd’, gaat Van Landeghem verder. ‘Begin januari kunnen we veel kleren kopen voor weinig geld en je kunt er maar beter zo vroeg mogelijk bij zijn. Het wettelijk kader met de sperperiode heeft dat idee zelfs nog versterkt: nu is er een officieel startschot voor iederéén.’
Mindful shoppen
Een startschot waarvoor precies? De Britse krant The Guardian publiceerde afgelopen week een onderzoek van de dieetorganisatie Weight Watchers, waaruit bleek dat Britse shoppers gemiddeld voor 225 euro ongedragen kleren in hun kast hebben hangen. Een kwart van de ondervraagden verklaarde te wachten tot ze in die kleren passen (wat niet helemáál vreemd is, aangezien ze tot het doelpubliek van de Weight Watchers behoren), een andere tien procent zei te wachten tot de kleren ‘weer in de mode’ zijn. Die andere 65 procent heeft waarschijnlijk hetzelfde probleem als u en ik: ze shoppen gewoon niet rationeel. Denk aan dat paar schoenen dat nergens echt goed bij past, maar dat zo onder een glazen stolp in een museum zou kunnen, wegens prachtig. Of dat andere paar schoenen, dat na een eerste avond verlamde tenen en afgestorven wreef naar de – omvangrijke – categorie van de ‘restaurantschoenen’ werd verbannen (schoenen waarin je dus enkel kan zitten en niet lopen). De jurk met open rug die nog altijd op een gelegenheid wacht, de glitterrok die één keer leuk was op oudjaar maar daarna nooit meer, de dure kinderkleren die alleen renderen bij baby’s die niet kwijlen, overgeven of over de vloer sluipen. ‘We kopen kleren voor de mensen die we willen zijn’, schrijft The Guardianjournaliste Lucy Mangan. In afwachting van een betere versie van onszelf met meer tijd, inspiratie en minder calorieën, kunnen de miskopen elkaar wat gezelschap houden in de kast. We weten het nochtans zo goed. Elk jaar opnieuw komen stilisten aller landen met hetzelfde lijstje ‘ultieme soldentips’ aandraven. Bepaal op voorhand een budget! Analyseer je kleerkast en weet wat je nodig hebt! Ga op prospectie! Verstop de goeie stukken al in een hoekje van de winkel! (Dat zeggen ze niet echt, want dan halen ze zich de woede van alle winkeldames in het land op de hals.) Alle tips zeggen eigenlijk ongeveer hetzelfde: vermijd impulsaankopen. Koop rationeel, niet emotioneel. En laat daar nu net het restaurantschoentje knellen.
Geen referentie
‘We maken onszelf eigenlijk iets wijs’, zegt Yves Van Landeghem over de psychologie achter het emotionele koopgedrag. ‘Mensen hebben van heel weinig producten eigenlijk een idee van de prijs. Van een brood weten ze het misschien nog net, omdat ze dat precieze bedrag vaak op de toonbank leggen, maar weet u hoeveel een pak melk kost? Laat staan kleding, met al die verschillende merken en ketens. Met verschillende percentages korting is dat referentiekader al helemaal zoek. Internationaal onderzoek heeft al herhaaldelijk aangetoond dat mensen “gewoon” geloven dat iets met korting wordt verkocht. Zet dingen tegen een duurdere prijs dan normaal op de plek waar normaal de koopjes prijken, en klanten kopen het ook. In een kleine boetiek vind je de koopjes nog in hun zuiverste vorm. Die handelaars hebben vaak een vast klantenbestand, dat nog wel een referentie heeft qua prijszetting. Maar wat met de grote ketens, die collectie na collectie op de consument loslaten? Zij zouden collecties kunnen maken die speciaal voor de koopjesperiode zijn ontworpen, om de consument toch maar het gevoel te geven dat hij met korting koopt. En dat terwijl het voor consumenten nooit zo makkelijk is geweest om te checken hoeveel iets kost, met alle beschikbare technologie. Maar daar denken consumenten op het moment zelf vaak niet aan.’
Voldoening
Dat moment is namelijk een graaien en grissen, tussen schoenen die op schoenmaat geordend staan, in een kledingwinkel waar rokjes bij rokjes hangen, en jassen bij jassen. Gefundenes Fressen voor de klant die de hersenhelft van de redelijkheid en rekenkunde in de ondergrondse parking achterliet. Om het eerst, om het meest, om het goedkoopst. ‘Natuurlijk worden we in die periode gedreven door clichés die we zelf hebben geïnstalleerd’, vindt Van Landeghem. ‘Het is een vorm van kuddegedrag dat we helemaal zelf in stand houden. “Iedereen is hier aan het shoppen, dus het zal wel voordelig zijn.” “Ik moet hier op dag één zijn, of alle goeie stukken zijn weg.” “Ik koop dit stuk vandaag toch maar al, voor het niet meer beschikbaar is.” Bang zijn voor schaarsheid, en dat in al die overvloed. Het gevoel van mee “op jacht” te zijn geweest geeft voldoening.’