‘België is wereldkampioen kerncentrales stilleggen’
‘De Belgische kernreactoren laten heel wat steken vallen. Daardoor zijn wij wereldrecordhouder onge plande stilleggingen’. Dat beweerde Groenfractieleider Kristof Calvo in een reactie op het nieuws dat de reactor van Doel 3 langer dan verwacht blijft stilliggen. Dit omdat de controleinstantie Fanc heeft aangedrongen op de versterking van de betonstructuur in een bunker met noodsystemen.
Voor Calvo eens te meer aanleiding om aan te dringen op de uitvoering van de wettelijke kernuitstap. De oude kerncentrales zijn eerder een probleem dan een oplossing, vindt hij.
Dat België op dit vlak wereldkampioen is, blijkt uit statistieken van het International Atomic Energy Agency (IAEA). Die instelling houdt bij hoelang kerncentrales overal ter wereld ongepland worden stilgelegd. In de pe riode 20142016 lagen de zeven Belgische centrales 25,0 procent van de tijd stil. In 2015 was dat zelfs 35,3 procent. Het cijfer is nergens anders ter wereld zo hoog. Het is zelfs ruim zevenmaal zoveel als het gemiddelde van alle der tig landen met kerncentrales, en bijna het dubbele van de nummer twee op de lijst, Iran. In Japan, de beste leerling uit de nucleaire klas, werden de 48 centrales in het geheel niet ongepland stilgelegd.
De periode 20142016 was een tame lijk turbulente periode voor de Belgische kerncentrales. In augustus 2014 werd de reactor van Doel 4 stilgelegd na een geval van sabotage. Pas een halfjaar later kon de reactor weer worden opgestart. In 2014 en 2015 lagen ook de ‘scheurtjesreactoren’ Doel 3 en Tihange 2 stil, in afwachting van de resultaten van een onderzoek naar hun veiligheid. Bovendien wachtte Doel 1 toen op de officiële goedkeuring voor de levensduurverlenging. Dat alles verklaart de extreem hoge onbeschikbaarheid van het Belgische nucleaire productiepark.
In het jaar 2016 waren die problemen van de baan. Toch lagen de reactoren ook toen nog 10,5 procent van de tijd ongepland stil. Dat had veel te maken met Tihange 1. Die oude reactor ligt zo vaak stil dat hij eigenlijk nauwelijks op halve kracht draait.
Het onbeschikbaarheidscijfer voor 2016 was in een internationale context wel hoog, maar niet extreem: in India, Iran, Mexico, Zweden en Zwitserland lagen de centrales dat jaar vaker stil.
Het IAEA houdt ook statistieken bij van de ongeplande onbeschikbaarheid over de volledige levensduur van de centrales. In België lagen de centrales sinds hun ingebruikname 5,9 procent van de tijd ongepland stil, dat is exact het gemiddelde van de landen die gemonitord worden.
Conclusie: Over de afgelopen drie jaar lagen nergens ter wereld kerncentrales vaker ongepland stil dan in België. De stelling is dus waar. Een mogelijke kanttekening is dat de Belgische centrales op langere termijn niet vaker ongepland stilliggen dan gemiddeld.
In de periode 20142016 lagen de zeven Belgische centrales 25 procent van de tijd stil