TWAALFJARIGEN HELPEN PSYCHISCHE PROBLEMEN TE VOORSPELLEN
Tweeduizend scholieren verspreid over heel Vlaanderen werken mee aan een onderzoek naar wie het meest vatbaar is voor psychische problemen.
BRUSSEL I ‘Een op de vier volwassenen zal ooit met een psychische aandoening kampen, en we weten dat de meeste van die aandoeningen al in de adolescentie en de jongvolwassenheid hun oorsprong vinden. Door ons vooral op 12jarigen te richten, hopen we de aanvang van psychische klachten voor te zijn, zodat we kunnen onderzoeken hoe deze ontstaan en wie er vatbaar voor is’, zegt initiatiefnemer Inez Germeys, professor in de psychiatrie aan de KU Leuven (zie inzet).
‘We bevragen ook kleinere aantallen 14 en 16jarigen, omdat we bij de eerste resultaten al een licht willen laten schijnen op hoe jongeren in de puberteit evolueren. Door het onderzoek tweejaarlijks te herhalen, zullen we de deelnemers zien evolueren. Dat wordt nog interessanter.’
Het startschot van dit onderzoek, dat de naam Sigma kreeg en waaraan twintig scholen deelnemen, wordt vandaag gegeven in het SintJanBerchmanscollege in Avelgem. Gedurende twee lesuren zullen leerlingen die willen en mogen meewerken van hun ouders, meerdere vragenlijsten moeten beantwoorden: over hoe ze zich voelen, of ze nu al klachten hebben, of ze ingrijpende gebeurtenissen hebben meegemaakt en ook over hun familiale situatie – hebben ze een goede band met hun ouders en broers en zussen? – en hun vrienden.
Nog meer vragen peilen naar belangrijke mechanismen die mogelijk een grote voorspellingswaarde voor psychische problemen hebben, zoals de stressgevoeligheid en de sociale competentie waarover jongeren op deze leeftijd al dan niet beschikken.
Dat laatste wordt onder meer getest met eenvoudige proeven, zegt Germeys. ‘Bijvoorbeeld een proef waarin op heel basale wijze gekeken wordt of iemand beschikt over de capaciteit om te synchroniseren. Denk aan applaus in een zaal, waarbij na enige tijd iedereen in het publiek vanzelf hetzelfde ritme volgt. Je hebt deze vaardigheid ook nodig om met anderen goed in gesprek te kunnen gaan. We denken dat wie hier als tiener last mee heeft, later ook meer kans op psychische klachten heeft.’
‘We testen ook hechting, emotionele weerbaarheid en emotieregulatie: kan je je emoties beheersen?’
Na de startsessie wordt leerlingen gevraagd om op een app bij te houden wat ze doen en hoe ze zich daarbij voelen. De app zal een week lang tien keer per dag een signaal geven, dat beantwoord moet worden: voelen ze zich somber? Tevreden? Angstig? Eenzaam? Wat zijn ze aan het doen? Met wie? Een fitbit houdt bij hoeveel ze bewegen. ‘Dit is een heel nieuwe manier om het psychisch welzijn van scholieren te onderzoeken. Zo krijgen we een fijnmazig beeld van hoe het met hen gaat’, zegt Germeys.
Gepest zijn is risicofactor
Internationaal onderzoek naar psychische problemen focust almaar meer op de puberteit, zegt de onderzoekster. ‘Het is een bijzonder boeiende leeftijd, omdat er zoveel in moet gebeuren: je moet je losmaken van je ouders, je eigen mening vormen, je eigen sociale contacten aangaan. Uit ander onderzoek weten al langer dat wie bijvoorbeeld gepest is in de jeugdjaren, of wie weinig sociale steun gekregen heeft, vatbaarder is voor bepaalde psychische aandoeningen. Maar de mechanismen die daaraan ten grondslag liggen, zijn nog niet in kaart gebracht. Dat is wat wij willen doen.’
Het onderzoek gebeurt in samenwerking met Te Gek!? Het onderzoekslab van Germeys en Te Gek!? bieden samen ook lessenpakketten aan voor scholen.
‘We testen ook hechting, emotionele weerbaarheid en emotieregulatie: kan je je emoties beheersen?’ INEZ GERMEYS Professor psychiatrie KU Leuven Via een app houden de leerlingen bij wat ze doen en hoe ze zich daarbij voelen. Een fitbit houdt bij hoeveel ze bewegen