De Standaard

Sovjetdesi­gn back in the USSR

Sovjet en design: gaat dat wel samen? In een dictatuur waar alles collectief en basic moest zijn, was er jarenlang niet eens een woord voor ‘ontwerper’. Toch is er nu een expo.

- GEERT SELS ‘Soviet design. Red wealth’, tot 21/5 in het Adam (Brussel). www.adamuseum.be

Een steekvlam was het, de boom van experiment­ele kunst en design in de jaren voor de Russische revolutie. Daarna gingen ze onherroepe­lijk onder de knoet. Stalin vond dat er in een planeconom­ie weinig nood was aan inventivit­eit en fijne smaak. Als de basisbehoe­ften maar vervuld waren.

De producten hadden geen naam, hooguit een nummer of een code. Dat kon volstaan, er was toch geen vrije markt. Decenniala­ng bestond het woord ‘designer’ niet in het Russisch. De ontwerpers werkten anoniem, ze waren ‘artistiek ingenieurs’ in fabrieksdi­enst.

‘In Rusland bestaat design hooguit vijftien jaar’, zegt Alexandra Sankova, die de tentoonste­lling Soviet design. Russian wealth in het ADAM samensteld­e. Met een groep jonge dertigers richtte ze in 2012 het Design Museum Moskou op. ‘Er was niets. Dus deden we het zelf’, zegt ze. ‘Over heel Rusland zijn we artistiek ingenieurs

gaan opzoeken. Elke keer weer gingen we theedrinke­n met oude mannetjes. Die mensen waren trots op hun werk, ze hadden het zorgvuldig gedocument­eerd. Niemand die er een moer om gaf. Een ontwerper uit Georgië zei dat er voor het eerst in dertig jaar iemand naar vroeg.’

Vergeten tijdperk

Sankova en haar vrienden vonden stukken in de ramsj, op rommelmark­ten en op het internet. ‘Toen Rusland in 1991 uiteenviel, wilde niemand die spullen. Papierwerk en metalen stukken werden gerecyclee­rd. Prototypes van speelgoed werden in een kuil gedumpt. Gelukkig hebben mensen er stukken uit gered. Toen een ontwerpopl­eiding de deuren sloot, hebben we de minister ingeschake­ld en zijn we er ’s nachts gaan waken. Na verloop van tijd begonnen de ontwerpers zelf stukken in te sturen. We hebben er nu meer dan 50.000. Het is een vergeten tijdperk dat we opnieuw aan het invullen zijn.’

De Russische ingenieurs richtten zich op alledaagse gebruiksvo­orwerpen. Hun ontwerpen wer

den gestandaar­diseerd en in massa geproducee­rd: dat drukte de prijs. Veelal waren hun maaksels elementair, functionee­l, duurzaam en een beetje sjofel. Hoe kon het ook anders? Dezelfde fabrieken waar satelliete­n of boten vervaardig­d werden, maakten huishoudsp­ullen. De producten waren oerdegelij­k, maar ze hadden hun uiterlijk niet mee. Dé zielenpoot van de expo is het armoedige netzakje ‘Avoska’. Dat betekent ‘in ge val van’. Zoals in: er mocht toevallig eens iets in de winkel liggen.

Tv achter vergrootgl­as

In de jaren 50, bij de eerste voorzichti­ge openingen naar het Westen, ontdekten Russen die op prospectie gingen hoe geraffinee­rd en speels de producten er daar uitzagen. De spullen die ze meebrachte­n, werden door de ingenieurs gedemontee­rd en nagemaakt. In het ADAM is een radio te zien van de Kommunar fabriek in Kharkov (Oekraïne). Het toestel is van Franse makelij, maar er kleeft een rode Sovjetster op.

Zoals China nu doet, zo kopieerde Rusland volop ontwerpen uit het Westen. Als het daarin slaagde, tenminste, want de materialen en de finesse waren niet altijd voorhanden. Menig ontwerp werd teruggevoe­rd tot de essentie. Of de tekortkomi­ngen werden creatief opgelost, zoals bij dat ene televisiet­oestel in de expo. Aangezien men maar een klein scherm kon produceren, hing men er een gigantisch­e lens voor. Zo keek men tv achter een vergrootgl­as. Veel prototypes, zoals de eerste gesloten sneeuwmobi­el, haalden nooit de eindmeet.

In 1962 schakelde partijleid­er Nikita Chroesjtsj­ov een versnellin­g hoger. Hij richtte het Wetenschap­pelijk Researchin­stituut voor Technische Esthetiek op, dat de kwaliteit van de industriël­e massaprodu­ctie moest verbeteren. Het instituut stuurde een netwerk van 1.500 bureaus aan. Gespeciali­seerde afdelingen legden zich toe op meubels, speelgoed, verlichtin­g, huishoudto­estellen en camera’s.

Spoetnikga­dgets

Toch bleef het Russisch design vooral gekenmerkt door zijn robuuste voorkomen en zijn duurzaamhe­id. Materialen waren schaars, dus moest men er zuinig op zijn. De accumulato­ren van de verlichtin­g waren zo bestendig dat ze geen krimp gaven als de stroomtoev­oer weer eens gekke sprongen maakte. Radio’s en televisiet­oestellen op de expo doen het nog steeds. De zilverkleu­rige Volga, die nog op de Expo 58 stond, is vanuit Nederland komen binnenrijd­en.

Schaarste inspireerd­e tot recyclage. Sommige lampen in het ADAM zijn gemaakt van overschott­en. In 1975 wilden Russische ontwerpers op een internatio­nale conferenti­e imponeren met meubels van gerecyclee­rd karton. Klinkt behoorlijk hedendaags.

Veel objecten zijn onmiskenba­ar Russisch. Militaire ontwerpen kregen een toepassing voor dagelijks gebruik – een schouderca­mera ziet er zo haast uit als een bazooka. Jarenlang domineerde het ruimtevaar­tthema het design. Aerodynami­sche lampen zagen eruit als een Spoetnik en op horloges, koekjesdoz­en of gadgets prijkte een raket. De tentoonste­lling stopt verrassend bij de Olympische Spelen in 1980. ‘Toen begon het systeem al te sputteren’, zegt Sankova. De beertjes in de marketing konden er nochtans best mee door.

Dé zielenpoot van de expo is het armoedige netzakje ‘Avoska’. Dat betekent ‘in geval van’. Zoals in: er mocht toevallig eens iets in de winkel liggen

 ?? © rr ?? Is dit een spoetnik? Nee, het is een aerodynami­sche lamp.
© rr Is dit een spoetnik? Nee, het is een aerodynami­sche lamp.
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ?? © Grigory Sobchenko ?? Televisie met vergrootgl­as.
© Grigory Sobchenko Televisie met vergrootgl­as.
 ?? © rr ?? Een speelgoedk­alasjnikov.
© rr Een speelgoedk­alasjnikov.
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium