Sovjetdesign back in the USSR
Sovjet en design: gaat dat wel samen? In een dictatuur waar alles collectief en basic moest zijn, was er jarenlang niet eens een woord voor ‘ontwerper’. Toch is er nu een expo.
Een steekvlam was het, de boom van experimentele kunst en design in de jaren voor de Russische revolutie. Daarna gingen ze onherroepelijk onder de knoet. Stalin vond dat er in een planeconomie weinig nood was aan inventiviteit en fijne smaak. Als de basisbehoeften maar vervuld waren.
De producten hadden geen naam, hooguit een nummer of een code. Dat kon volstaan, er was toch geen vrije markt. Decennialang bestond het woord ‘designer’ niet in het Russisch. De ontwerpers werkten anoniem, ze waren ‘artistiek ingenieurs’ in fabrieksdienst.
‘In Rusland bestaat design hooguit vijftien jaar’, zegt Alexandra Sankova, die de tentoonstelling Soviet design. Russian wealth in het ADAM samenstelde. Met een groep jonge dertigers richtte ze in 2012 het Design Museum Moskou op. ‘Er was niets. Dus deden we het zelf’, zegt ze. ‘Over heel Rusland zijn we artistiek ingenieurs
gaan opzoeken. Elke keer weer gingen we theedrinken met oude mannetjes. Die mensen waren trots op hun werk, ze hadden het zorgvuldig gedocumenteerd. Niemand die er een moer om gaf. Een ontwerper uit Georgië zei dat er voor het eerst in dertig jaar iemand naar vroeg.’
Vergeten tijdperk
Sankova en haar vrienden vonden stukken in de ramsj, op rommelmarkten en op het internet. ‘Toen Rusland in 1991 uiteenviel, wilde niemand die spullen. Papierwerk en metalen stukken werden gerecycleerd. Prototypes van speelgoed werden in een kuil gedumpt. Gelukkig hebben mensen er stukken uit gered. Toen een ontwerpopleiding de deuren sloot, hebben we de minister ingeschakeld en zijn we er ’s nachts gaan waken. Na verloop van tijd begonnen de ontwerpers zelf stukken in te sturen. We hebben er nu meer dan 50.000. Het is een vergeten tijdperk dat we opnieuw aan het invullen zijn.’
De Russische ingenieurs richtten zich op alledaagse gebruiksvoorwerpen. Hun ontwerpen wer
den gestandaardiseerd en in massa geproduceerd: dat drukte de prijs. Veelal waren hun maaksels elementair, functioneel, duurzaam en een beetje sjofel. Hoe kon het ook anders? Dezelfde fabrieken waar satellieten of boten vervaardigd werden, maakten huishoudspullen. De producten waren oerdegelijk, maar ze hadden hun uiterlijk niet mee. Dé zielenpoot van de expo is het armoedige netzakje ‘Avoska’. Dat betekent ‘in ge val van’. Zoals in: er mocht toevallig eens iets in de winkel liggen.
Tv achter vergrootglas
In de jaren 50, bij de eerste voorzichtige openingen naar het Westen, ontdekten Russen die op prospectie gingen hoe geraffineerd en speels de producten er daar uitzagen. De spullen die ze meebrachten, werden door de ingenieurs gedemonteerd en nagemaakt. In het ADAM is een radio te zien van de Kommunar fabriek in Kharkov (Oekraïne). Het toestel is van Franse makelij, maar er kleeft een rode Sovjetster op.
Zoals China nu doet, zo kopieerde Rusland volop ontwerpen uit het Westen. Als het daarin slaagde, tenminste, want de materialen en de finesse waren niet altijd voorhanden. Menig ontwerp werd teruggevoerd tot de essentie. Of de tekortkomingen werden creatief opgelost, zoals bij dat ene televisietoestel in de expo. Aangezien men maar een klein scherm kon produceren, hing men er een gigantische lens voor. Zo keek men tv achter een vergrootglas. Veel prototypes, zoals de eerste gesloten sneeuwmobiel, haalden nooit de eindmeet.
In 1962 schakelde partijleider Nikita Chroesjtsjov een versnelling hoger. Hij richtte het Wetenschappelijk Researchinstituut voor Technische Esthetiek op, dat de kwaliteit van de industriële massaproductie moest verbeteren. Het instituut stuurde een netwerk van 1.500 bureaus aan. Gespecialiseerde afdelingen legden zich toe op meubels, speelgoed, verlichting, huishoudtoestellen en camera’s.
Spoetnikgadgets
Toch bleef het Russisch design vooral gekenmerkt door zijn robuuste voorkomen en zijn duurzaamheid. Materialen waren schaars, dus moest men er zuinig op zijn. De accumulatoren van de verlichting waren zo bestendig dat ze geen krimp gaven als de stroomtoevoer weer eens gekke sprongen maakte. Radio’s en televisietoestellen op de expo doen het nog steeds. De zilverkleurige Volga, die nog op de Expo 58 stond, is vanuit Nederland komen binnenrijden.
Schaarste inspireerde tot recyclage. Sommige lampen in het ADAM zijn gemaakt van overschotten. In 1975 wilden Russische ontwerpers op een internationale conferentie imponeren met meubels van gerecycleerd karton. Klinkt behoorlijk hedendaags.
Veel objecten zijn onmiskenbaar Russisch. Militaire ontwerpen kregen een toepassing voor dagelijks gebruik – een schoudercamera ziet er zo haast uit als een bazooka. Jarenlang domineerde het ruimtevaartthema het design. Aerodynamische lampen zagen eruit als een Spoetnik en op horloges, koekjesdozen of gadgets prijkte een raket. De tentoonstelling stopt verrassend bij de Olympische Spelen in 1980. ‘Toen begon het systeem al te sputteren’, zegt Sankova. De beertjes in de marketing konden er nochtans best mee door.
Dé zielenpoot van de expo is het armoedige netzakje ‘Avoska’. Dat betekent ‘in geval van’. Zoals in: er mocht toevallig eens iets in de winkel liggen