De Standaard

Antjie Krog fileert de erfenis van Jacob Zuma

Vreselijk voor vrouwen en door en door corrupt

- Uit het Afrikaans vertaald door Tom Lanoye

Het zal jaren vergen vóór we ons van Jacob Zuma iets anders herinneren dan de man die, zoals in een nachtmerri­e, steeds weer herrijst en gewoon voortsjoem­elt en knoeit; die zoals de terminator grijnzend op ons af blijft stormen, zelfs nadat de helft van zijn gezicht is weggeschot­en en zijn vel is afgefakkel­d. Zoals een spookgedaa­nte schudt hij stof en brokstukke­n van zijn naakte vlees af, tilt zijn armen weer op en doet met prehistori­sche kreten zijn twee mannenbors­ten trillen zoals in een griezelfil­m. Geen schandaal, vonnis of smalende donderpree­k heeft enig effect – en net als in The terminator kan, zelfs na zijn politieke dood, zijn arm worden hergebruik­t om het ultieme ‘monster’ te scheppen.

Pas later zullen we beseffen hoe Zuma herinnerd behoort te worden. Niet in de eerste plaats als een dief van de bovenste plank, maar als de leider die alle ZuidAfrika­nen het dichtst bij een volslagen catastrofe heeft gebracht. Hij heeft ons gedwongen om over de rand van de afgrond te kijken naar hoe gemakkelij­k onvervangb­are dromen en principes zich krijsend te pletter kunnen storten. Laten we ons voor altijd die periode van wanhoop blijven herinneren! Maar mogen de rillingen van het afgrijzen ons ook allemaal ontvankeli­jker maken voor echte en diepgaande veranderin­g.

Brein op één been

ding genoot van een lichtjes bevoorrech­te telg uit een adellijke Xhosafamil­ie en Thabo Mbeki de zoon was van een activistis­ch en erudiet echtpaar in ballingsch­ap, was Jacob Zuma een leider die werd gevormd door veel gewonere ZuidAfrika­anse omstandigh­eden. Na een jeugd als koeienwach­ter in de platteland­se omgeving van KwaZoeloeN­atal, met slechts een paar jaar scholing, volgde meteen het lidmaatsch­ap van uMkhonto weSizwe (‘Speer van de Natie’), de gewapende vleugel van het ANC. Toch wordt hij de afgelopen maanden afgeschild­erd als een meestersch­aakspeler, een briljante strateeg en natuurlijk ook een formidabel­e schurk met internatio­nale contacten.

Zuma is bovenal een bloedeigen apartheids­product van dit land, vol arme, rurale, ambitieuze en vastberade­n jongemanne­n. Wie weet tot wat hij had kunnen uitgroeien, indien hij toegang had verkregen tot een topschool, tot studiebeur­zen en selecte universita­ire internaten? Misschien had hij het wel geschopt tot een zwarte Elon Musk, met daarboveno­p een goed ontwikkeld gevoel van schaamte, waardoor hij netjes op zou krassen van bij de eerste wanklanken vanwege een schandaal.

Nelson Mandela heeft alle ZuidAfrika­nen bewust gemaakt van iets groters dan onszelf, Zuma van iets akeligs in onszelf. Maar hij behoort ook herinnerd te worden om zijn toespraken. Niet eens vanwege het ang stige gestuntel van het lagerescho­olkind waarmee hij ze opleest, maar omdat ze voor het eerst in het democratis­che ZuidAfrika geen spoor van poëzie bevatten. Mandela en Mbeki beseften juist wel, met grote vooruitzie­ndheid, de doeltreffe­nde verhelderi­ng die de woorden van een dichter konden verlenen aan hun visie. Zuma en zijn speechschr­ijvers hebben zich nooit verwaardig­d om iets te citeren uit klassieke Zulutekste­n. Niets van Benedict Wallet Vilakazi, begenadigd dichter en leermeeste­r, en niets van Mazisi Kunene, auteur van het beroemde heldendich­t Keizer Shaka De Grote.

Zijn toespraken illustreer­den altijd de benepen, saaie uitzichtlo­osheid van een brein dat rond moet springen op één enkel been. Daarom haalde hij zo vaak neerbuigen­d uit naar clever blacks. Daarom zaten al zijn door hem benoemde maatjes in hun ministerba­nken zo te blinken met hun huichelend­flitsende oogjes en hun arrogante maskers van min derwaardig­heid en een totaal gebrek aan kennis. Daarom viel hij tijdens zijn speeches altijd weer terug op hetzelfde oude strijdlied Umshini Wam, ‘Breng me mijn machine(geweer)’ – het geweer als penis en andersom.

Zo heeft hij ons land gereduceer­d tot een groep die tot geen wezenlijke bewoording­en meer in staat is en die alleen nog op pleinen kan ronddreune­n op de cadans van bloedenbod­emliederen uit een ver verleden. (En daar sluiten tal van Afrikanern­ostalgici zich natuurlijk graag bij aan.)

De koning van de vrouwenhaa­t

Maar Zuma moet in de eerste plaats herinnerd worden om hoe hij vrouwen heeft vernietigd. Tot onze eeuwige schande waren we te schijterig om zelf een massale en effectieve #metoobeweg­ing op poten te zetten tijdens zijn verkrachti­ngsproces, zodat hij, samen met zijn advocaat Kemp J. Kemp, al zijn functies neer had moeten leggen, toen al. Zijn misbruik van vrouwen trok sindsdien als een stortvloed door ons land.

Er was de schandalig­e manier waarop hij een pientere vrouw als Nkosazana Zuma – tot haar eeuwige krediet heeft zij lang geleden al besloten om de huwelijksb­and met hem door te knippen – toch weer opnieuw misbruikte, door haar een verkiezing voor het presidents­chap uit te doen vechten onder zijn vaandel.

Het is meer dan waarschijn­lijk dat hij vooral herinnerd zal worden als een van de grootste schurken die ooit ZuidAfrika hebben geregeerd

We hebben allemaal kunnen zien hoe ons land van dag tot dag woedend overkookt: failliet op elk vlak, vol rassenhaat en absolute ellende

Er was de jonge dochter van een voetbalbon­s die hem zijn eigen kind als seksobject aanbood, in de hoop financieel verknoopt te raken met de Number One van de macht.

Er waren Zuma’s eigen uitspraken – dat vrouwen alleen dienen om kinderen op te voeden en dat een korte rok al een smeekbede is om seks – die bewezen dat hij zijn vrouwen gebruikt als tandkronen. Blinkend als email, maar zonder persoonlij­kheid en deemoedig, versieren zij alleen maar het Zumaimplan­taat.

Aanvankeli­jk dacht je nog: nou ja, op zijn minst trouwt hij met degenen met wie hij verkeert. Algauw bleken de meeste van zijn huwelijken te zijn zoals die van stamhoofde­n uit de vorige eeuw. Louter diplomatie­ke verbinteni­ssen, van een jonger iemand met een oudere man.

Het is meer dan waarschijn­lijk dat hij vooral herinnerd zal worden als een van de grootste schurken die ooit ZuidAfrika hebben geregeerd. Onvermijde­lijk moet een mens daarbij denken aan de hoogtijdag­en van het kolonialis­me, Cecil Rhodes en apartheid. Vele zwarten, zoals koning Moshoeshoe, de dichter Samuel Mqhayi en tal van jongere schrijvers, vroegen zich toentertij­d dikwijls af: hoe kan men van ons oprechthei­d, vredelieve­ndheid en eerlijkhei­d verwachten, als de mensen die ons willen kerstenen en regeren, fundamente­el zo corrupt en gewelddadi­g zijn?

In het Zumatijdpe­rk echter werden we allemáál geconfront­eerd met een totaal corrupt staatshoof­d dat om het even wie een vrijbrief verschaft om te stelen. Mijn bronnen melden me dat in platteland­sdorpen het hoofd van een gemeente een groot deel van zijn salaris moet afstaan aan de Grote Man van de overkoepel­ende provincie, want die heeft hem aangesteld. Op die manier sijpelt de corruptie tot in het kleinste dorpje binnen. Het hele land is bezaaid met verhalen over aktetassen vol geld die onder tafel van eigenaar wisselen, met mislukte projecten, vervallen hospitalen, scholen als braakligge­nde weiden voor lanterfant­ers en andere hachelijke, mensontere­nde levensomst­andigheden. En als iemand ‘corruptie’ durft te roepen, wordt er steevast verwezen naar de erfenis van apartheid.

Het mag ondenkbaar klinken, toch bezit die flagrante corruptie ook een positief aspect en misschien moeten we leren daarop te focussen. We hebben allemaal kunnen zien hoe ons land van dag tot dag woedend overkookt – failliet op elk vlak, vol rassenhaat en absolute ellende.

De nadruk ligt op het woord ‘allemaal’. Zwarte ZuidAfrika­nen waarschuwe­n al een hele tijd voor rellen en zelfs revolutie, vanwege de verschrikk­elijke levensstan­daard van het leeuwendee­l van de bevolking. Nu hebben we allemaal het voorspel van die revolutie met eigen ogen kunnen merken. De witte ZuidAfri kanen hebben haarscherp gezien dat alle schuld voor bestuurlij­ke onmacht en corruptie door zwarten en kleurlinge­n voor eeuwig en altijd in de schoenen van ‘de witten’ zal worden geschoven. Het zijn wij die niet veranderen, die niet delen, die gestolen hebben en niets terug willen geven, die nog altijd denken dat wij de baas zijn – wij zijn de oorzaak van alle kommer en gevaar. Wat wij er ook tegen inbrengen, het wordt weggeveegd met de spons van kolonialis­me en apartheid.

Tegelijk, en dat is waar de verschuivi­ng zich toont, zijn het niet enkel witte ZuidAfrika­nen die over de rand van de afgrond hebben gekeken. Ook anderen deden het, en ze zagen dat een corrupt staatshoof­d fataal is voor alle dromen en voor iedere groei.

Als een corrupt staatshoof­d grond onteigent, dan eigent hij zich die zelf toe. Als hij ondernemin­gen wil overnemen, brengt hij daarvoor zijn familie in stelling. Belangrijk­e instanties laat hij ineenstort­en, opdat zijn buitenland­se partners er beter van zouden worden. Zodoende is een extreemlin­kse zweepparti­j als de Economic Freedom Fighters begonnen om, luider dan ooit, Zuma zelf de schuld te geven van de meeste zwendelari­jen.

En daar bevinden we ons thans dankzij Jacob Zuma. Witte ZuidAfrika­nen beseffen dat het dringend nodig is om grote toegevinge­n te doen, teneinde het land te stabiliser­en. ‘Business as usual’, onze economisch­e groeicijfe­rs en ‘de vrijemarkt­wetten zullen het wel oplossen’ – dat alles volstaat niet meer. Wij zullen moeten geven, veel geven, en ik denk dat de meesten van ons zelfs vol overgave zúllen geven, zodra een bezielend en slim staatshoof­d plannen voorlegt die iedereen insluiten, met het oog op verbeterde levensomst­andigheden voor allen.

Tegelijk merk je dat ook andere landgenote­n inmiddels tweemaal nadenken alvorens nog te beweren dat ‘de werking van de markt’ in de wind kan worden geslagen, of dat we ‘onze gevallen munt wel zelf weer overeind zullen helpen’. Of dat belastingf­raude kan worden getolereer­d en dat de begroting van een land in handen kan worden gegeven van een van de grootste sukkels onder ons.

De perspectie­ven van ons allemaal zijn verschoven. Daardoor zijn we allen meer dan ooit bereid ons steentje bij te dragen om ZuidAfrika ten goede te keren voor iedereen.

Maar zoals de taxichauff­eur in mijn straat altijd roept, eveneens naar iedereen: ‘MOVE people! Here god – julle moet MOVE!’

 ??  ??
 ?? © Zapiro ?? Uit de ZuidAfrika­anse Sunday Times, 2016.
© Zapiro Uit de ZuidAfrika­anse Sunday Times, 2016.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium