Een uitweg voor de Melkweg
De melkweg het dichtst bij ons, waarmee we op een botsingskoers liggen, is kleiner dan gedacht. Te klein om onze melkweg zomaar op te slokken.
Misschien worden we over vijf miljard jaar dan toch niet opgeslokt door onze zon, wanneer die verpopt tot Rode Reus. Want over vier miljard jaar botst onze melkweg, dé Melkweg, met een andere melkweg, Andromeda. En misschien wordt dát ons wel fataal.
Of toch weer niet. In elk geval hebben de bookmakers zonet onze kansen verhoogd, op gezag van onderzoekers van het Internationaal Centrum voor Radio Astronomie Research (Icrar). Want Andromeda blijkt twee tot drie keer kleiner dan we dachten. Hij bezit met name minder van de mysterieuze ‘donkere materie’ dan we hem tot nu toe toeschreven. Waardoor het een botsing tussen gelijken gaat worden.
Ontsnappingssnelheid
Prajwal Kafle van de Australische afdeling van Icrar gebruikte een nieuwe manier om de massa van Andromeda te schatten. Rechtstreeks meten is nogal moeilijk bij een melk
weg op 2,5 miljoen lichtjaar hiervandaan. Zelfs in onze eigen melkweg is het ondoenlijk om naar elk van de miljarden sterren te reizen om daar op elke zon en elke planeet een appel te laten vallen en te meten hoe snel die beneden is. Dat zou je de zwaartekracht en daarmee de massa van elk hemellichaam geven, zoals Newton besefte toen hij de spreekwoordelijke appel op zijn hoofd kreeg.
Ondoenbaar, dus moeten we andere benaderingen gebruiken. Kafle gebruikte de ‘ontsnappingssnelheid’, dat is de snelheid waarmee je een appel (of een raket) moet lanceren om ze te laten ontsnappen aan de zwaartekracht van het hemellichaam vanwaar ze vertrekken. Om niet terug te vallen naar de aarde, moet je appel een vertreksnelheid van elf kilometer per seconde bereiken. Om aan het trekken van onze hele Melkweg te ontsnappen, moet je al 550 kilometer per seconde halen.
Kafle mat de snelheden waarmee individuele sterren zich in Andromeda bewogen. De snelste ster die nog binnen de melkweg bleef, kon vastgehouden worden door een melkweg van 800 miljard keer de massa van onze zon. En dat is veel minder dan sommigen tot nu toe aan Andromeda toeschreven.
Miljarden melkwegen
Anders gezegd: Andromeda is geen grote broer waarmee je maar beter geen ruzie zoekt. Veeleer een sparringpartner waarbij nog moet blijken wie de match wint.
Een eeuw geleden dachten we nog
dat het heelal één melkweg bevatte – de onze. Maar Edwin Hubble kon aantonen dat een nog net met het blote oog waarneembare wazige nevel, bij amateurs gekend als Andromeda en bij beroepslui als M31, geen stofwolk was, maar een verzameling sterren. Een tweede melkweg! Intussen weten we dat het heelal vele miljarden melkwegen bevat. Andromeda is gewoon onze naaste buur.
Botsen is relatief
Een botsing tussen twee melkwegen hoeft niet erg te zijn. Uit de structuur van zowel onze Melkweg als van Andromeda, weten we dat ze allebei al eerder andere, kleinere, melkwegen hebben opgeslokt. Zo’n botsing leidt ertoe dat de sterren in beide melkwegen hun baan en snelheid veranderd zien, door de aantrekkingskracht van al die nieuwe hemellichamen. Sterren uit kleine melkwegen zullen meestal in een baan binnen de nieuwe, gezamenlijke melkweg terechtkomen.
Twee gelijke melkwegen zullen voor het grootste deel gewoon dwars door elkaar heen passeren, een beetje zoals twee schoten hagel. Want zelfs binnen een ‘dichte’ melkweg is er vooral eindeloos veel lege ruimte. Botsende sterren, of een schampschot waarbij een zeer dicht langskomende ster planeten inpikt van een andere, komen zeer zelden voor. Alle banen zullen wat verschillen van die vóór de ‘botsing’, door de verstoring van al die passerende massa’s, maar uiteindelijk reizen de sterren in ruwweg dezelfde formatie verder.
Een botsing tussen twee melkwegen hoeft niet erg te zijn