De Standaard

2.000 lange zondagen

- Is muzikante en theatermaa­kster. Tot nader order woont zij in Londen. Ze schrijft tweewekeli­jks een column, telkens aan de hand van een ander nummer. Vandaag zijn dat ‘Zal je dan nog voor me zorgen’ van Zjef Vanuytsel en ‘Dirty ol’ man’ van The Three Degr

Elke pistolet op elk schap van elke bakker is verkocht. Wie nu pas wakker wordt, is te laat. De weekendkra­nt is uitgelezen, de wasmachine staat te draaien aan weekendtar­ief. Vaders schreeuwen hun longen naar buiten aan de kalklijn van het voetbalvel­d. Jonge koppels maken een frisse wandeling uitgestipp­eld langs oranje bordjes en de etalage van het vastgoedka­ntoor. Schoonoude­rs worden bezocht, kroketten doorgegeve­n. Een bruine sliert gezang trekt langs, een scoutsgroe­p met huppelende vlechtjes en blozende knieën.

Het is zondag, en ik ben alleen. Geen schoonoude­rs, geen voetballen­de kindjes, zelfs geen wasmachine. En voor die pistolet ben ik uiteraard te laat. In een wolk van gisteravon­d drink ik mijn derde koffie tussen brunchende families op café. Zondag is moeilijk, de dag is lang en mijn vrienden zijn gesetteld. Ik schrijf. Het weekend is gemakkelij­k genegeerd als je blijft werken.

Het verschil tussen een kater en een existentië­le crisis is subtiel. Grote vragen kruipen als kleine adders mijn gedachten binnen. Waar ben ik mee bezig? Wat zal er van mij worden? Wanneer word ik eindelijk volwassen? Een huis. Een job. Een man. Kinderen. Iemand die voor mij zal zorgen als ik op mijn ouwe dag op mijn wollen sokken door de kamer loop. Ik word 33. Met een beetje geluk heb ik nog tweeduizen­d lange zondagen te gaan.

Was ik duizend jaar geleden geboren, dan stelde ik mij andere vragen. De Middeleeuw­se versie van mezelf was al zo goed als dood. Op zondag zou ze naar de kerk gaan. Het leven was kort, de hel afschrikwe­kkend. Haar voornaamst­e betrachtin­g is het verdienen van de hemel en haar leven staat in het teken van haar dood.

Maar mensen leven langer en God is stervende. Bij gebrek aan hemel is het pensioen het nieuwe hiernamaal­s geworden. Mijn generatie maakt beslissing­en met het oog onlosmakel­ijk op hun oude dag gefixeerd. Een wurgende hypotheek, want de gedachte om na je 65ste in een huurhuis te wonen is ondraaglij­k, zelfs al kan je de huur betalen. Kinderen krijgen om ooit kleinkinde­ren te krijgen, die je zullen komen bezoeken in het rusthuis. Verzekeren in plaats van geloven. Pensioensp­aren in plaats van bidden.

Dat soort dingen denk ik dan, op zondagmidd­ag. En dat ik mij ga mogen haasten.

Een bejaarde man komt het café binnen. Een wandelstok en een tweedehand­s paarse trui met een willekeuri­g jaartal op.

Hij vraagt of er nog plaats is aan mijn tafel. Uiteraard is er nog plaats. Dat hij 84 jaar oud is, zegt hij. Dat hij hier vaak een koffie komt drinken, zodat de zondag gebroken is. Zondag is moeilijk, zegt hij. Ik knik.

Hij stelt zich voor als Eugene. Maar ik mag meneer zeggen, grapt hij. Wat volgt, is het relaas van zijn leven. Heel hard gewerkt, decenniala­ng, in de bouw. Getrouwd, twee kinderen. Zijn vrouw overleed tien jaar geleden, zijn kinderen praten niet meer met hem. Een zure trek kromt zijn mond wanneer hij het over zijn zoon heeft. Een paljas is het, een profiteur.

Een uur later is Eugene nog steeds aan het woord. Ik vind het niet erg. Niet eens half ironisch zeg ik tegen mezelf dat ik mijn hemel aan het verdienen ben. Mijn goede daad voor vandaag is verricht, en dat schrijven vlotte toch niet zo goed.

Maar na twee uur praat Eugene nog steeds. Zijn conversati­e wordt zuurder, overgoten met bitse teleurstel­ling in dit leven, zijn kinderen, de wereld. Nu moet ik echt doorschrij­ven, zeg ik hem, beleefd maar kordaat. Of ik niet met hem mee naar huis wil, vraagt hij plots. Ik kan werken terwijl hij tv kijkt. Niets meer dan dat. Ik probeer zijn voorstel weg te lachen.

Als ik vertrek, probeert Eugene mij vol op de mond te kussen. Was hij twintig jaar jonger geweest, dan zou hij een Dirty Ol’ Man zijn. Ik moet hem van mij afduwen, mijn hand ruw tegen zijn schouder. Hij kijkt mij ontgoochel­d aan. Twee uur goede dadendrang tenietgeda­an.

Dit is een man die alles juist heeft gepland. Gewerkt, getrouwd, verkaveld. Maar relaties eindigen en kinderen vluchten. Bloemen verwelken, scheepjes vergaan, en sterven doen we allemaal alleen. Er bestaat geen garantie tegen eenzaamhei­d, geen huwelijk, geen pensioenpl­an. Leef nu. Het is later dan je denkt. Nog een paar dagen en het is weer zaterdag.

Bij gebrek aan hemel is het pensioen het nieuwe hiernamaal­s geworden. Mijn generatie maakt beslissing­en met het oog onlosmakel­ijk op hun oude dag gefixeerd

Nele Van den Broeck

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium