2.000 lange zondagen
Elke pistolet op elk schap van elke bakker is verkocht. Wie nu pas wakker wordt, is te laat. De weekendkrant is uitgelezen, de wasmachine staat te draaien aan weekendtarief. Vaders schreeuwen hun longen naar buiten aan de kalklijn van het voetbalveld. Jonge koppels maken een frisse wandeling uitgestippeld langs oranje bordjes en de etalage van het vastgoedkantoor. Schoonouders worden bezocht, kroketten doorgegeven. Een bruine sliert gezang trekt langs, een scoutsgroep met huppelende vlechtjes en blozende knieën.
Het is zondag, en ik ben alleen. Geen schoonouders, geen voetballende kindjes, zelfs geen wasmachine. En voor die pistolet ben ik uiteraard te laat. In een wolk van gisteravond drink ik mijn derde koffie tussen brunchende families op café. Zondag is moeilijk, de dag is lang en mijn vrienden zijn gesetteld. Ik schrijf. Het weekend is gemakkelijk genegeerd als je blijft werken.
Het verschil tussen een kater en een existentiële crisis is subtiel. Grote vragen kruipen als kleine adders mijn gedachten binnen. Waar ben ik mee bezig? Wat zal er van mij worden? Wanneer word ik eindelijk volwassen? Een huis. Een job. Een man. Kinderen. Iemand die voor mij zal zorgen als ik op mijn ouwe dag op mijn wollen sokken door de kamer loop. Ik word 33. Met een beetje geluk heb ik nog tweeduizend lange zondagen te gaan.
Was ik duizend jaar geleden geboren, dan stelde ik mij andere vragen. De Middeleeuwse versie van mezelf was al zo goed als dood. Op zondag zou ze naar de kerk gaan. Het leven was kort, de hel afschrikwekkend. Haar voornaamste betrachting is het verdienen van de hemel en haar leven staat in het teken van haar dood.
Maar mensen leven langer en God is stervende. Bij gebrek aan hemel is het pensioen het nieuwe hiernamaals geworden. Mijn generatie maakt beslissingen met het oog onlosmakelijk op hun oude dag gefixeerd. Een wurgende hypotheek, want de gedachte om na je 65ste in een huurhuis te wonen is ondraaglijk, zelfs al kan je de huur betalen. Kinderen krijgen om ooit kleinkinderen te krijgen, die je zullen komen bezoeken in het rusthuis. Verzekeren in plaats van geloven. Pensioensparen in plaats van bidden.
Dat soort dingen denk ik dan, op zondagmiddag. En dat ik mij ga mogen haasten.
Een bejaarde man komt het café binnen. Een wandelstok en een tweedehands paarse trui met een willekeurig jaartal op.
Hij vraagt of er nog plaats is aan mijn tafel. Uiteraard is er nog plaats. Dat hij 84 jaar oud is, zegt hij. Dat hij hier vaak een koffie komt drinken, zodat de zondag gebroken is. Zondag is moeilijk, zegt hij. Ik knik.
Hij stelt zich voor als Eugene. Maar ik mag meneer zeggen, grapt hij. Wat volgt, is het relaas van zijn leven. Heel hard gewerkt, decennialang, in de bouw. Getrouwd, twee kinderen. Zijn vrouw overleed tien jaar geleden, zijn kinderen praten niet meer met hem. Een zure trek kromt zijn mond wanneer hij het over zijn zoon heeft. Een paljas is het, een profiteur.
Een uur later is Eugene nog steeds aan het woord. Ik vind het niet erg. Niet eens half ironisch zeg ik tegen mezelf dat ik mijn hemel aan het verdienen ben. Mijn goede daad voor vandaag is verricht, en dat schrijven vlotte toch niet zo goed.
Maar na twee uur praat Eugene nog steeds. Zijn conversatie wordt zuurder, overgoten met bitse teleurstelling in dit leven, zijn kinderen, de wereld. Nu moet ik echt doorschrijven, zeg ik hem, beleefd maar kordaat. Of ik niet met hem mee naar huis wil, vraagt hij plots. Ik kan werken terwijl hij tv kijkt. Niets meer dan dat. Ik probeer zijn voorstel weg te lachen.
Als ik vertrek, probeert Eugene mij vol op de mond te kussen. Was hij twintig jaar jonger geweest, dan zou hij een Dirty Ol’ Man zijn. Ik moet hem van mij afduwen, mijn hand ruw tegen zijn schouder. Hij kijkt mij ontgoocheld aan. Twee uur goede dadendrang tenietgedaan.
Dit is een man die alles juist heeft gepland. Gewerkt, getrouwd, verkaveld. Maar relaties eindigen en kinderen vluchten. Bloemen verwelken, scheepjes vergaan, en sterven doen we allemaal alleen. Er bestaat geen garantie tegen eenzaamheid, geen huwelijk, geen pensioenplan. Leef nu. Het is later dan je denkt. Nog een paar dagen en het is weer zaterdag.
Bij gebrek aan hemel is het pensioen het nieuwe hiernamaals geworden. Mijn generatie maakt beslissingen met het oog onlosmakelijk op hun oude dag gefixeerd
Nele Van den Broeck