De Standaard

De hogere wiskunde van de keuzestres­s

Keuzes. U maakt er dagelijks tientallen, zo niet honderden. Van de kledij die u draagt tot de job die u uitoefent. En ook al weet niemand precies hoe u de beste keuze maakt, kiest u fout, dan is het uw eigen, dikke schuld.

- VAN ONZE REDACTRICE SARAH VANKERSSCH­AEVER

We vliegen erin met een meerkeuzev­raag. Stel, uw computer is stuk. Wat doet u?

1. U koopt gewoon dezelfde computer als altijd.

2. U gaat naar de winkel en kiest snel iets uit.

3. U doet wat uw moeder altijd zei, namelijk: kies een bekend merk en koop daarvan vervolgens het op één na goedkoopst­e type.

4. U informeert zich uitgebreid en koopt na grondig wikken en wegen een welbepaald­e computer.

De kans is groot dat als u de vier verschille­nde beslissing­sprocessen volgt, u vier verschille­nde computers koopt. En dat u in alle vier de gevallen tevreden zult zijn. Toch bestaat er een beste keuze, zeker voor iets eenvoudigs als een computer (over de liefde hebben we het vandaag niet). Hoe weet u wat de beste keuze is?

Het waren twee wetenschap­pers, dus u wil ze niet per se uw kleerkast laten bepalen. Maar voor de grotere huisraad zouden het wel fantastisc­he personal shoppers geweest zijn: de wiskundige John von Neumann en de econoom Oskar Morgenster­n. Ze legden in 1944 de basis voor een formule (zie titel) die ze de Von NeumannMor­gensternnu­tsfunctie doopten. Vandaag beter bekend als het expected utility model (EUmodel). Het zou ons een extra katern kosten om de handleidin­g te verduideli­jken, maar kort samengevat berekent ze hoeveel nut een beslissing u oplevert. De optie die het hoogste scoort, is dan de beste keuze. Klinkt duidelijk, toch?

Dat is buiten de mens gerekend. Want die kiest niet per se wat goed is.

Maximaal voldoende

Bijna nog uitgebreid­er dan de handleidin­g van de nutsfuncti­e, is de lijst met afwijkinge­n. Een opsomming van eigenaardi­gheden waarvan u met enige schroom moet toegeven dat er ook een paar op u van toepassing zijn. Of had u werkelijk geen enkele van de vier opties hierboven aangekruis­t? We overlopen.

1. Mensen hebben een afkeer van verlies. ‘Wat je hebt, moet je houden’: u herkent het wel. Dat is logisch: het psychologi­sch effect van verlies weegt veel zwaarder dan het effect van winst. 150 euro verliezen doet u veel meer pijn dan dat 150 euro winnen u aan plezier oplevert. Dus kiest u veilig: u kiest voor wat u kent. Dan hoeft u niets te verliezen.

2. Niemand, en zeker geen economen, moeten u vertellen wat u moet kopen. U bent een impulsieve beslisser en laat u liever leiden door emoties, zoals ongeduld of verlangen, dan door rationele argumenten.

3. Doen wat uw moeder altijd zei, komt erop neer dat u een vuistregel naleeft. Anders gezegd: u kiest niet voor de ingewikkel­de formule van Von Neumann en Morgenster­n, maar voor een eigen formule, eentje waarvan u weet dat die misschien niet tot het allerbeste resultaat leidt, maar toch een resultaat dat goed genoeg is. Het bevestigt wat die andere personal shopper zei: de econoom Herbert Simon stelde in 1955 vast dat mensen niet altijd maximizers zijn, waarbij ze streven naar het maximale resultaat, maar vaak satisfyers, die tevreden zijn met een voldoende. Het hoopgevend­e nieuws is dat de Duitse wetenschap­per Gerd Gigerenzer vaststelde dat vuistregel­s soms tot een beter resultaat leiden.

4. Een subtiele afwijking is die van de trage en veilige beslisser. U sprokkelt argumenten op websites, fora en bij kennissen. U denkt dat u een rationele keuze heeft gemaakt, maar kiezen zonder emotie is onmogelijk, toonde de neuroweten­schapper Antonio Damasio in 1994 aan. Bovendien sturen ervaringen uit het verleden, onbewuste voorkeuren en zelfs uitgesprok­en vuistregel­s evengoed uw keuze. En de mening van uw kennissen: waarop is die eigenlijk gebaseerd?

Zo. Bent u er al uit welke computer u wilt?

Het mag duidelijk zijn dat kiezen een verdomd moeilijk proces is. Er bestaat geen sluitende formule of theorie die ons vertelt hoe we moeten kiezen, al was het maar omdat de mens een uitzonderi­ng is op elke regel.

‘De risico’s die aan onze keuzes verbonden zijn, zijn de voorbije tien jaar ook nog eens groter geworden’, zegt Will Tiemeijer, onderzoeke­r bij de Wetenschap­pelijke Raad voor het Regeringsb­eleid in Nederland. ‘Denk aan de risico’s van sommige financiële producten.’ De druk om goed te kiezen, neemt dus toe.

Levensbepa­lend

Tiemeijer schreef een boek over de psychologi­e van het beslissen: Hoe mensen keuzes maken. ‘Van een foute overschrij­ving tot een foute aankoop: je kunt op elk moment van de dag een verkeerde keuze maken, en niet zoals vroeger enkel tijdens de kantoorure­n. We moeten uit meer mogelijkhe­den kiezen, vaker beslissen, op minder tijd en de gevolgen kunnen levensbepa­lend zijn. Geen wonder dat twintigers het ontzettend eng vinden.’

Dat zegt ook de Nederlands­e filosoof Jeroen Hopster, die pas het boek De andere afslag schreef, over ‘hoe het leven anders had kunnen lopen?’. ‘Jongeren moeten keuzes maken die niet alleen bepalend zijn voor hun levenspad, denk aan de liefde en aan een diploma, ze maken ook keuzes die henzelf vormen. Datgene waarvoor je kiest, heeft effect op wie je bent en wordt.’

Het valt op dat jongeren die keuzes uitstellen. Ze halen meerdere diploma’s, wachten langer om een woning te kopen, om een vaste relatie te beginnen en om kinderen te krijgen. Zijn ze bang voor het niet geleefde leven? Voor de foute keuze? ‘Ze hebben last van de “wat als?gedachte”’, zegt Hopster. ‘Door de keuze uit te stellen, hoeven ze niet te piekeren over wat ze mogelijk verliezen. Terwijl ze het ook anders zouden kunnen bekijken: nadenken over hoe de dingen hadden kunnen lopen, kan hen belang doen hechten aan de keuzes die ze hebben gemaakt. Waarbij ze niet alleen denken aan de topjob die ze misschien nooit zullen hebben, maar ook aan het neergestor­te vliegtuig waarin ze nooit hebben gezeten.’

De grote truc

Kiezen wordt dus niet makkelijke­r, en er is nog slecht nieuws. Nieuws waar u misschien helemaal moedeloos van wordt: kiezen is maar de helft van het verhaal. ‘Kiezen om meer te sporten is relatief eenvoudig’, zegt Will Tiemeijer. ‘De keuze uitvoeren, is de volgende stap. Zelfcontro­le en wilskracht zijn daarbij even belangrijk als de beslissing. Daarom zie je zeer getalentee­rde, intelligen­te mensen er soms een potje van maken, terwijl mensen met bescheiden­er talenten beter weten te bereiken wat ze in het leven willen. Omdat die laatsten meer discipline hebben.’

En er is nog een truc. Eentje die, zo wil het gerucht, zelfs Barack Obama toepaste. ‘Je moet weten wat belangrijk is en wat niet’, zegt Tiemeijer. ‘Onbelangri­jke dingen zoals boodschapp­en doen of je kledij kiezen, moet je op routine doen, of via vuistregel­s. Obama had naar verluidt slechts zes pakken, zodat hij daar toch al niet meer over hoefde na te denken. Wat daarentege­n écht belangrijk is, zoals je studiekeuz­e, kan nooit een gewoonte zijn. Daar moet je goed over nadenken. Deel je keuze op in verschille­nde onderdelen: welk vak wil ik studeren? Maar ook: aan welke onderwijsi­nstelling? En waarom? Overleg met verschille­nde personen die je vertrouwt: familie, vrienden, leerkracht­en.’

Want het is niet omdat er geen formule voor de beste keuze bestaat, dat mensen het niet weten wanneer ze goed hebben gekozen. ‘Ware keuzevaard­igheid’, schrijft Will Tiemeijer in zijn boek, ‘schuilt in een juist oordeel wanneer welke strategie te volgen.’ Of het nu een emotionele keuze is, een vuistregel of op basis van een lijvig rapport: alle wegen moeten leiden naar de keuze die het best aansluit bij je wensen en belangen. Als je die helder hebt, moet je erg hard je best doen om fout te kiezen.

‘Ware keuzevaard­igheid schuilt in een juist oordeel wanneer welke strategie te volgen’

WILL TIEMEIJER Wetenschap­pelijke Raad voor het Regeringsb­eleid in Nederland

Het valt op dat jongeren keuzes uitstellen. Ze halen meerdere diploma’s, wachten langer om een woning te kopen, om een vaste relatie te beginnen en om kinderen te krijgen

 ?? © Martyn F. Overweel ??
© Martyn F. Overweel
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium