De markies van de haute couture is niet meer
Hubert de Givenchy (19272018)
Hubert de Givenchy werd verondersteld in de voetsporen van zijn vader te treden – een markies met een job in de gerechtelijke wereld. Maar dat bleek loze ouderlijke hoop want hij wilde als kleine jongen al jurken maken. De Givenchy vertrok vanuit zijn geboorteplek Beauvais, in het Noorden van Frankrijk, naar het epicentrum van de couture in Parijs, waar hij aan de Ecole des beaux arts studeerde. Hij droomde van een job bij Balenciaga, maar raakte nooit voorbij de telefoniste. Zijn eerste leermeester in de couture was Jacques Fath. Daarna volgden Robert Piguet, Lucien Lelong en Elsa Schiaparelli.
‘Elke couturier had zijn eigen persoonlijkheid’, zei Givenchy een dik jaar geleden, toen hij in Den Haag de expo To Audrey with love opende. ‘Ook al had Schiaparelli een te duchten reputatie, ik kon goed met haar overweg. Ze was een extravagant personage, gek op het surrealisme en artiesten als Dalí, Bérard en Giacometti. Vergeet niet dat Schiaparelli ervoor zorgde dat Chanel een beetje ouderwets leek.’
Plooien gladstrijken
Monsieur de Givenchy liep in Den Haag met een stok rond, ondersteund door zijn levenspartner, de couturier Philippe Venet, en door het hoofd van het coutureatelier. Elke vraag moesten we minstens twee keer stellen, maar zijn hang naar perfectie was gebleven: bij zowat elk ensemble moest hij nog een plooi platstrijken of de buste een luttele millimeter verschuiven. En vertellen kon hij nog als de beste. Vooral omdat het toen over zijn goede vriendin Audrey Hepburn mocht gaan. ‘Audrey was uitzonderlijk, altijd elegant en altijd goedgezind. En niemand zal haar ooit kunnen vergeten, want haar foto’s blijven overal opduiken.’
Givenchy opende zijn couturehuis in 1952 en lanceerde tijdens zijn allereerste show in februari van dat jaar een collectie kledingstukken die je onderling met elkaar kon combineren, wat voor die tijd nieuw was. Ook de ‘Bettina blouse’ met immens wijde mouwen bleek een voltreffer. Nadien zou Givenchy scoren met de zakjurk (in 1955), met de mantel met opstaande kraag (vanaf 1958) en met een pak bedrukte stoffen die geïnspireerd waren op de kunstenaars van wie hij nadien graag werk verzamelde: Miro, Matisse en Christian Béard.
Meer dan veertig jaar kleedde hij bekende en minder bekende vrouwen. De bekendste was uiteraard Audrey Hepburn, die hij al in 1953 leerde kennen. Givenchy zou haar garderobe verzorgen op de set van films als Roman holiday (uit 1953), Sabrina (1954), Funny face (1957) en Break
fast at Tiffany’s (1961).
Jackie Kennedy
Hij ontwierp ook andere iconische stukken. Eentje daarvan is de zwarte mantel die Wallis Simpson, de hertogin van Windsor, droeg op de begrafenis van haar man Edward. Een ander stuk waar veel inkt over vloeide, was de lange bloemetjesjurk die Jackie Kennedy als kersverse first lady droeg bij het eerste officiële presidentiële bezoek van John F. Kennedy aan Frankrijk. Dat zorgde toen voor een rel: Jackie moest Amerikaanse mode dragen, niks uit Parijs.
Het huis Givenchy kwam in 1988 in handen van Henry Racamier, die het huis een jaar later verkocht aan Bernard Arnault, de huidige topman achter het luxeconcern LVMH. Givenchy zelf bleef aan tot 1995, het jaar van zijn pensioen. Hij had het knap lastig met de ontwerpen van zijn opvolgers. Niet het minst met John Galliano, die hem het eerste jaar na zijn pensioen verving. Naar verluidt schreef de oude ontwerper wekelijks een kaartje naar het moederhuis, met bitsige opmerkingen over de etalage, de bloemen aan de ingang of de collectie. Hubert de Givenchy bleef al die jaren in Parijs wonen en leverde voortdurend commentaar op de huidige modescène. Zoals in deze oneliner: ‘Ach, la haute couture, wat zijn de tijden veranderd. Wie heeft nog tijd voor pasbeurten? En wie organiseert nog grootse diners?’
Givenchy lanceerde tijdens zijn allereerste show in februari 1952 een collectie kledingstukken die je onderling met elkaar kon combineren, wat voor die tijd nieuw was