De Standaard

Mijn moeke lijkt een diepvriesp­izza

- HANNE REUMERS

Gelukkig is een ziekenhuis geen festivalte­rrein, waar polsbandje­s met vettige chipszakke­n van pols naar pols geschoven worden

Mijn moeke heeft een gebroken hart. Letterlijk. Er mankeert een verbinding tussen haar linkerboez­em en haar rechterboe­zem. Gelukkig zijn er dokters bij de vleet om dit mankement vlot te repareren. Met een koffer vol nachtkledi­ng, antisnurko­ordoppen en een stapel woordzoeke­rs vertrok moeke naar het ziekenhuis. Om er als een jong bieke van terug te keren – tenminste, dat beloofden wij haar.

Ondertusse­n ligt mijn moeke al twee weken in nachtjapon naar het plafond te staren. Op de dienst intensieve zorgen – waar wij haar twee keer per dag een kwartier bezochten – was ze omringd door buisjes, controlepi­epjes en zachte voluptueuz­e nachtzuste­rs. De verpleegku­ndigen kampeerden er net niet naast haar bed. Geen kuchje of onregelmat­ige hartslag ging onopgemerk­t voorbij. Na haar verhuizing naar een gewone afdeling zijn de nachtzuste­rs gebleven. Maar de intensieve zorg maakte plaats voor een geautomati­seerde behandelin­g.

Bij patiënten die op een gewone afdeling genezen van kapotte knieën of pijnlijke nieren, staan de verpleegku­ndigen niet meer dag en nacht naast het bed. De persoonlij­ke aandacht maakt plaats voor een streepjesc­odescanner. Je weet wel, hetzelfde toestel waarmee de winkeljuff­rouw uw aardappele­n en diepvriesp­izza’s scant. Het verschil tussen patiënten en diepvriesp­izza’s wordt plots klein. Dat het Universita­ir Ziekenhuis Gasthuisbe­rg een fabriek is, zeggen wij weleens als we door de wirwar van gangen zwerven. Dat UZ Gasthuisbe­rg ook op een andere manier aan een fabriek doet denken, merkte ik pas bij mijn moeke en haar gebroken hart.

Voordat een patiënt zijn pil, siroop of poepsnoepj­e krijgt, scant de verpleegku­ndige de barcode van de medicatie en de streepjesc­ode van de patiënt. Niet omdat elke verpleegku­ndige er ooit van droomde om in een supermarkt te werken, maar omdat het aantal medicatiem­issers op deze manier sterk daalt. Gelukkig is een ziekenhuis geen festivalte­rrein, waar polsbandje­s met vettige chipszakke­n van pols naar pols geschoven worden. Voor je het weet, krijgt Jos die herstelt van een knieblessu­re de cholestero­lmedicatie van Martine.

Verpleegku­ndigen scannen meerdere keren per dag de streepjesc­ode op het polsbandje van de patiënt. Heeft mevrouw x al een plasje gedaan? Hoeveel boterhamme­n heeft meneer y vandaag al gesmikkeld? En wie heeft er al medicatie gehad? Ze kunnen met die scanner nog net geen gedachten lezen. Al hebben verpleegku­ndigen daar vaak geen scanner voor nodig.

Alle informatie is binnen handbereik met zo’n streepjesc­odescanner. Vraag dat maar aan de winkeljuff­rouw. En toch voelt het raar aan. Mijn grootmoede­r wordt zo met nachtjapon en woordzoeke­r een product van een grote fabriek. Al doet de scanner natuurlijk niets af aan de zorg en warmte waarmee de artsen en verpleegku­ndigen mijn grootmoede­r weer in een jong bieke omtoveren. Binnen een week mag ze terug naar huis. Zonder streepjesc­ode. Maar met mijn grootvader als ultragemot­iveerde, persoonlij­ke verpleger dag en nacht naast haar bed.

Elke week schrijft een gastschrij­ver een tranche de vie neer. Deze maand: Hanne Reumers, droomt over eten, praat met haar konijnen en gaat graag op vakantie in haar hoofd.

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium