De Standaard

DESONDANKS

-

In een stad wonen is tussen kranen wonen. Een stad is in continue rui. Te midden van zo’n voortduren­de ombouw vind ik vanzelf rust. Zolang we met kraanarmen naar de hemel reiken, is er, geloof ik, hoop.

Vanop mijn terras zie ik er dezer dagen zelfs drie. Een blauwe kraan, een gele, een bruinrode. De blauwe staat het dichtstbij. Hij is torenhoog. ’s Nachts bewaakt hij roerloos ons hele stratenblo­k.

Laat op de avond stapte ik er gisteren langs. Er stond een man met een mopshondje bij, ze keken samen omhoog. Uit de lege stuurcabin­e was Cher te horen, luid zelfs, If I could turn back time.

De kraanmanne­n waren vergeten de radio uit te zetten. ‘Om zot te worden’, zei de man, wiens huis er net naast ligt.

In de veertig jaar dat hij in deze straat woont, zag hij al ontelbare huisnummer­s afgebroken worden. ‘En elke keer komt er iets in de plaats met een verdieping meer.’

Dit is de eerste afbraak die zijn vrouw niet meemaakt. Ze stierf vijf jaar geleden. In een eerste reactie was hij verhuisd, naar het groen. Maar na twee jaar keerde hij al terug. ‘Ik wist daar met mijn verdriet geen blijf.’

Dat is de juiste vraag bij het kiezen van je plek, bedacht ik. ‘Weet ik hier blijf met mijn verdriet?’ Gelukkig zijn lukt overal. Ongelukkig zijn, niet.

Ik wenste de man desondanks

een goeie nacht.

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium