De Standaard

Jonge ouders hoeven niet perfect te zijn

- VAN ONZE REDACTRICE VEERLE BEEL

Voor het eerst belden er

> > > Opvoedings­lijn luistert en stelt gerust Meer ouders van kleuters durven nu te bellen Toegeven dat het niet gaat, is geen taboe meer

BRUSSEL I Bel niet naar je moeder of je zus als je een lastige peuter hebt. Ook de Opvoedings­lijn blijkt een betrouwbaa­r klankbord. Voor het eerst belden er meer ouders van kleuters naar dan van oudere kinderen. Een op de drie oproepen betrof vorig jaar een vraag over een peuter of kleuter. Telkens een kwart van de bellende of mailende ouders stelde een vraag over een kind in de lagere school of een tiener.

Ouders kloppen dus almaar vroeger bij de hulplijn aan om advies te krijgen over opvoedings­kwesties. Het ging vooral om opvallend gedrag, zoals driftbuien, agressivit­eit, koppigheid, ongehoorza­amheid of veel aandacht vragen.

Taboe doorbroken

‘Jonge ouders zijn niet bang meer om te zeggen dat het even niet zo goed gaat, of dat ze zich ergens zorgen over maken’, zegt directrice Ilse De Block.

‘Ik vind dat positief. Het gaat om naar de Opvoedings­lijn dan van oudere kinderen. een generatie die beseft dat perfectie niet bestaat – ook niet in de opvoeding. De media staan bol van de verhalen van ouders die toegeven dat kinderen weleens lastig kunnen zijn en dat je het dan niet zo goed meer ziet zitten. Dat taboe is doorbroken. We vermoeden dat het daardoor komt dat jonge ouders ons nu sneller vinden.’

De Opvoedings­lijn geeft niet meteen praktische tips. ‘Die vind je al overal op het internet’, zegt De Block. ‘In de eerste plaats willen wij goed naar ouders luisteren. Wat vinden zijzelf het belangrijk­ste? Hoe willen zij het aanpakken? Ouders willen vaak ook weten of het gedrag van hun kind nog “normaal” is. Wij kunnen ze veelal geruststel­len: “Jullie zijn goed bezig, doe zo verder.” De Opvoedings­lijn is daarvoor een goed klankbord.’

Vragen over jonge kinderen zijn doorgaans niet zo zwaar emotioneel beladen als vragen over tieners. Ook dat is een pluspunt, zegt De Block: ‘Je hoeft niet te wachten tot een probleem of een ouderkindr­elatie hele maal ontspoord is. Het is op jonge leeftijd dat je de basis legt voor hoe je het later met je kind aanpakt.’

Wees niet bang

Want later komen er andere vragen: is het normaal dat mijn dochter de hele tijd op haar kamer blijft? Mag ik tegen mijn zoon van 14 zeggen dat hij beter niet naar die fuif gaat? Mogen we zeggen dat onze zoon om middernach­t naar huis moet komen, ook al gaat hij dan op zijn kop staan?

Ook hier peilt de Opvoedings­lijn naar de overtuigin­g van ouders zelf, zegt De Block: ‘Als zij vinden dat 14 jaar te jong is voor een fuif, moeten ze daar vooral aan vasthouden. Ja, ouders mogen grenzen stellen. Kinderen en ook tieners hebben grenzen nodig, al mag je die voor jongeren gaandeweg wat verruimen.’

‘Andere ouders hebben het gevoel dat ze geen vat meer hebben op hun puberende tienerkind­eren. Het kind van vorig jaar is plotsklaps verdwenen. Onze boodschap: laat je niet afschrikke­n, want ook die stoere tiener heeft nood aan grenzen én aan verbinding. Kijk naar wat wel nog goed gaat. En wees vooral niet bang.’

De Opvoedings­lijn kreeg vorig jaar 1.762 oproepen, waarvan 1.298 telefoons en 464 via email.

‘Praktische tips vind je overal op het internet. Wij willen in de eerste plaats goed naar ouders luisteren’

‘Ouders mogen grenzen stellen. Kinderen en ook tieners hebben grenzen nodig’ ILSE DE BLOCK Directrice Opvoedings­lijn

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium