Waar een leger is, is een weg
Mathijs Deen onderneemt een fascinerende roadtrip door Europa en door de Europese geschiedenis.
Wij Europeanen hebben Europa eeuwenlang beschouwd als de navel van de wereld, een behoorlijk arrogant denkbeeld waar pas de jongste decennia de klad in komt. Terwijl het continent honderdduizenden, ja miljoenen jaren lang een donkere uithoek is geweest, een afgelegen en moeilijk te bereiken schiereiland dat in drie richtingen doodliep op de zee, enkel bevolkt door wilde dieren. Alle huidige Europeanen komen van elders, stelt auteur Mathijs Deen. Ze zijn daar beland omdat hun voorouders op reis zijn gegaan. ‘Wie door Europa reist, reist altijd iemand na. Onder elke voetstap ligt een vorige.’ Dat idee is het uitgangspunt voor Over oude wegen: Deen reist met hinkstapsprongen door de geschiedenis van Europa – vooral over de weg, een enkele keer ook over zee, over routes die er vaak al duizenden jaren zijn, uitgesleten door migratie, pelgrimage, handel en verovering. Of over grensoverschrijdende wegen die zijn aangelegd door lui die graag meer lebensraum wilden: de Romeinen, Napoleon, Hitler. ‘Waar wegen kwamen, volgden legers’, schrijft Deen.
Hij begint en eindigt zijn verhaal met een netwerk van wegen die om een heel andere reden zijn aangelegd: in 1947 besloten de Europese mogendheden, met de kater van twee wereldoorlogen vers in het geheugen, om grote wegen aan te leggen die landen met elkaar zouden verbinden, in de hoop zo conflicten te verminderen of zelfs uit te sluiten. Wegen als middel tot verzoening, dus. Van de E1 tot de E8 en de E40, een weg die van Calais naar het 8.413 kilometer verderop gelegen Ridder loopt, in Kazachstan, net voor de bergen van Mongolië.
Burenruzie
Deen reist in het spoor van mensen wier bestaan is geboekstaafd in archeologische vondsten, kronieken en archieven, en die hij haast als romanpersonages weer tot leven brengt. Met de allervroegste mensen die voet aan de grond zetten in Europa is dat natuurlijk moeilijk. Wat de antecessors voelden die zich pakweg 900.000 jaar geleden ophielden in de grotten van Atapuerca nabij het Spaanse Burgos, valt moeilijk in te leven, hoewel ze naar verluidt uiterlijk vrij goed op ons leken. Hun resten, en vooral die van de jongsten onder hen, peuters nog, getuigen van een gewelddadig einde, vakkundig afgeslacht en opgegeten door mensen. Wellicht het gevolg van een burenruzie. En van het principe: als je een stam wil pakken, neem dan de kinderen, want dan neem je de toekomst weg.
Oorlog en geweld vormen een rode draad in dit boek. Van de Keltische Kimbren, die rond 120 voor Christus wellicht na een verwoestende tsunami uit Jutland wegtrokken via de oevers van de Elbe en de Donau naar het zuiden, en die later onder leiding van Boiorix tien jaar lang de Romeinen de daver op het lijf joegen, tot de Robin Hoodachtige Bulla, een struikrover die rijkelui uitschudde op de Via Appia en dat ten slotte met de dood moest bekopen, en de negentiendeeeuwse Coenraad Nell, een boerenzoon uit Wassenaar die de Russische veldtocht van Napoleon overleefde en niet meer kon aarden op de ouderlijke boerderij.
Een van de opmerkelijkste reizen is die van Gudrid Thorbjornsdottir, een IJslandse uit de elfde eeuw die met haar vader naar Groenland trok, met haar echtgenoot Vinland verkende en op het einde van haar leven naar Rome op pelgrimstocht ging. De laatste reiziger in de rij is de Marokkaanse Mohamed Sayem, die als kind met zijn ouders naar Nederland emigreerde, maar op zijn dertigste terugkeerde om er de geremigreerden te helpen met hun administratieve beslommeringen. De toegangsweg naar zijn geboortedorp Aounout is een Europese weg in die zin dat hij is aangelegd met geld van naar uitgeweken dorpsgenoten om het ontoegankelijke bergdorp bereikbaar te maken voor hun auto’s als ze in de zomer hun achtergebleven verwanten bezoeken.
‘Wie door Europa reist, reist altijd iemand na. Onder elke voetstap ligt een vorige’
Bruggetjes
De opzet is origineel, Deen heeft een meeslepende pen, maar hij laat zich helaas al eens door die pen op sleeptouw nemen, waardoor het boek wordt ontsierd door onnodige uitweidingen en herhalingen. De combinatie van journalistiek – vaak gesprekken met experts, of Deen die zelf trajecten nareist – en het weer tot leven wekken van historische figuren werkt niet altijd even goed. De bruggetjes die hij in zijn relaas bouwt om de twee aan elkaar te linken komen vaak artificieel over, je krijgt geregeld het gevoel dat hij telkens hetzelfde trucje toepast. Over oude wegen is een fijn boek, maar een strenge redacteur had er een nog beter boek van kunnen maken.