Een toost op het salonnationalisme
De modale Vlaming komt er niet in, maar mag het betalen: de zakenclub De Warande krijgt een Vlaamse subsidie. MARC REYNEBEAU ziet er een historische logica in.
De Vlaamse zakenclub De Warande heeft een voiturier in dienst, die de auto van de gasten stalt en zo nodig ook even stofzuigt. Maar de club huist wel centraal in Brussel – dat is ook haar reden van bestaan. Met een treinstation en tal van metro, tramen bushaltes vlakbij. Toch heeft de valet genoeg te doen. Maar de directie van De Warande klaagt dat ‘de mobiliteit in Brussel een probleem is’ en dat het daarom wat minder gaat met de club. Alsof ook hier geldt: l’enfer, c’est les autres, en dat die anderen maar moeten wijken opdat de clubleden, hun auto en hun privileges geen strobreed in de weg wordt gelegd. Elitairder kan het moeilijk worden.
Als De Warande nu een Vlaamse subsidie krijgt, is het best mogelijk dat ze in eigen huis is geregeld. De discrete salons daar dienen net voor dat besmuikte ‘netwerken’. Al is de club een vzw, de leiding ervan moet niet eerst beleefd belet vragen en in de rij gaan staan om haar financiële zorgen voor te leggen.
Zo kwam de Vlaamse regering op 30 maart tot een dubbelbesluit, met die renteloze lening van 800.000 euro, plus een ‘regeling rond de door de Vlaamse Gemeenschap verschuldigde lidgelden’ – later bleek dat het lidgeld te zijn van tientallen ministers, kabinetsleden en topambtenaren. De verantwoording ervoor luidde: steun aan ‘de Vlaamse aanwezigheid in Brussel’ en ‘de internationale uitstraling van Vlaanderen’ – wat dat verder ook concreet moge betekenen.
De subsidie stuitte op veel kritiek. Het zou ‘wereldvreemd’ zijn om nu, na jaren van besparingen en met grote noden in onder meer de zorg, belastinggeld cadeau te doen aan een rijkemansclub, die tegelijk, via het lidgeld, de ministers zelf subsidieert (DS 5 april). Als ze in De Warande van exquise wijntjes nippen, zijn ook zij subsidieslurpers. Wie niet weet wat het populisme precies inhoudt, noemt die kritiek populistisch – en onderschat de symboliek van die beslissing. Ze bevestigt de soms zeer reële mythe van de politieke en elitaire zelfbediening. Daarin – en in haar onbegrip errond – verschilt de Vlaamse politieke cultuur in niets van de oude Belgische politieke cultuur.
Ons kent ons
Zo ging het ook met de begroting. De Vlaamse regering heeft een overschot van 100 miljoen euro, die ze nu ‘uitdeelt’, netjes partijpolitiek verdeeld: minister X ‘krijgt’ een bedrag zo en minister Y ‘krijgt’ een bedrag zus. ‘Uitdelen’, ministers die ‘krijgen’; sinterklaaswoorden zijn rare termen om een beleidsvisie te duiden. Er is niet veel cynisme nodig om te denken dat de Vlaamse ministers er zichzelf en de materies in hun portefeuille wat extra glans mee willen geven. Er komen verkiezingen aan. Van bijna de helft van het overschot is, aldus De Morgen woensdag, de besteding nog niet bekend (zo ‘prioritair’ is het). Wel bekend is dat NVAministers het ‘krijgen’. Onder hen ministerpresident Geert Bourgeois, die er met de subsidie voor De Warande misschien al een voorschot op nam. Hoe dan ook: oude politieke cultuur.
Hier komt niet alleen de politieke zelfbediening aan het licht. Nog opvallender is dat de Vlaamse regering met de subsidie voor zichzelf en haar ambtelijke top toegang koopt tot een club waar ‘netwerken’ net zo goed beïnvloeding en lobbyen kan heten. Wat allerminst transparant gebeurt; de club mijdt dat ook uitdrukkelijk. De salons beroemen zich op hun discretie en hun onskentonssfeer. Zeker, politici moeten weten hoe het in de ‘echte’ wereld is gesteld. Maar gezien de hoge selectiviteit van de club, is het slechts een beperkt en zeer spe cifiek deel van het ‘middenveld’ dat er ministers, kabinetsleden en ambtenaren informeel kan benaderen. Ja, politici kunnen er prestige vinden en zich warmen aan hun erkenning als lid van de elite, maar die trots kunnen ze net zo goed vinden in hun democratische legitimiteit.
De osmose van politiek, ambtenarij en zakenleven leidde al vaker tot politieke ongelukken. Maar gesubsidieerde lidkaarten uitdelen, toont dat de Vlaamse regering alvast de zorg niet deelt die onlangs opdook over de ‘draaideur’ waarlangs ambtenaren en cabinetards kennis en adressenboekjes meenemen naar lucratievere jobs in de privésector (DS 4 april). Ze bevordert het integendeel in de potentiële draaideur die De Warande is. Oude politieke cultuur.
Neoliberaal manifest
Want met wie identificeren ministers en ambtenaren zich in de club met hun door ‘het werk’ betaalde lidkaart? Dat is zeker niet met de gewone Vlaming die dat lidgeld moet betalen, die kan daar hooguit garçon zijn. En zo is het ook bedoeld. De Warande is dertig jaar geleden opgericht door de voorloper van wat nu Voka is, als Vlaamse evenknie van de Cercle Gaulois, het rendezvous van de zakelijke en politieke Belgische elite. Niet dat De Warande die oude, elitaire en hiërarchische structuur ooit wou democratiseren. Ze wou er alleen de nieuwe Vlaamse elite in verankeren. Zij had toen met de eerste Vlaamse regering – die De Warande ook al subsidieerde – net een politieke dimensie gekregen.
Net als nu ging het ook toen om Vlaamse uitstraling of aanwezigheid. Het valt te argumenteren dat pakweg de Vlaamse scholen in Brussel of de KVS daarin veel efficiënter zijn. Maar De Warande heeft een andere intentie: de club symboliseert de elitaire dimensie van de nieuwe Vlaamse politieke cultuur, die daarin gelijk is (en dat wilde zijn) aan de mores van de oude Belgische elite.
Als De Warande het verschil wou maken, kon dat alleen communautair. In 2005 schreven zakenlui er een manifest dat veel meer opviel door zijn neoliberalisme dan door zijn institutionele overtuigingskracht. De sfeer in De Warande evolueerde van Vlaams naar Vlaamsnationalistisch. Kamerlid (en gewezen Vlaams minister) Eric Van Rompuy (CD&V) stelt nu zelfs dat nietseparatisten er ‘uitgespuwd’ worden. Dat is vast overdreven, maar De Warande werd wel het symbool van een historische logica, die met de Vlaamse ontvoogding vooral een Vlaamse elite versterkt en nu letterlijk een Vlaams salonnationalisme creëerde. Sommige politici vinden dat een subsidie waard, hoezeer ze verder ook de minimale staat genegen zijn.
De sfeer evolueerde van Vlaams naar Vlaamsnationalistisch in De Warande