De Standaard

‘Walen buiten’ was niet obsceen, maar bevrijdend

Zowel Paul Goossens als de Vlaamsnati­onalisten bekijken Leuven Vlaams door een ideologisc­he bril. LOUIS VOS maakt bezwaar tegen wat hij als mythologie ervaart.

- LOUIS VOS Wie? Emeritus hoogleraar geschieden­is (KU Leuven). Wat? Historici zijn niet bang om hun vingers te branden aan Leuven Vlaams. Het beeld dat we ervan hebben, steunt wel degelijk op historisch onderzoek.

Het opiniestuk ‘Het schuldige doodzwijge­n van een obscene kreet’ draagt bij aan de polemiek over de betekenis van 1968 (DS 7 april). Die barstte na de NVAherdenk­ing van Leuven Vlaams in februari los tussen Paul Goossens enerzijds en Bart De Wever en diens woordvoerd­er Joachim Pohlmann anderzijds.

Ik ben het eens met Goossens dat de NVA van mei ’68 de zondebok maakt van alles wat er de laatste vijftig jaar in de samenlevin­g in haar ogen is misgegaan, en dat zij het studentenp­rotest ten onrechte voorstelt als de oorzaak van het hedendaags­e individual­isme, hedonisme en nihilisme. Dat ruikt inderdaad naar ‘electoraal opportunis­me’. Tenzij het nog dieper zit en de NVA echt gelooft dat de zwenking naar links van de Leuvense studentenb­eweging in de jaren zestig de oorzaak is van het door haar geconstate­erde verdampen van gemeenscha­pszin. Voor zover ik de zaak heb onderzocht, lijkt me dat een historisch niet te verdedigen stelling.

Stilte?

Goossens schreef ook dat ‘de vier historici (Lode Wils, Louis Vos, Els Witte en Marnix Beyen) hun vingers niet (willen) verbranden’ aan ‘de Vlaamse ideologisc­he vuurhaard’ die Leuven ’68 volgens hem geworden is. ‘Die stilte verbaast’ – gaat hij verder – ‘en sterkt het vermoeden dat Leuven ’68 voor de wetenschap van het Vlaamse verleden nog steeds onontgonne­n, of liever verwaarloo­sd, gebied is. Te actueel, te veel mijnenveld, te veel levende getuigen. Nog een beroepsgro­ep die aan pleinvrees lijdt.’

Ik weet niet of Goossens zelf ge looft wat hij schreef, want het strookt helemaal niet met de werkelijkh­eid. Even googelen zou hem al hebben geleerd dat er helemaal geen ‘stilte’ is op dat historisch­e front. Om alleen voor mezelf te spreken: ik heb als historicus sinds meer dan veertig jaar in boeken en tijdschrif­ten in Vlaanderen en in het buitenland vanuit verschille­nde invalshoek­en over studentenb­ewegingen in Leuven en elders gepublicee­rd. Ik heb drie decennia lang in tientallen licentieve­rhandeling­en en masterpape­rs allerlei uitlopers van die studentenb­eweging in het Vlaamse land en bij de Vlaamse jeugdbeweg­ingen historisch laten onderzoeke­n.

Kortom: er is geen sprake van dat we last hebben van ‘pleinvrees’ of rond de hete brij draaien. Integendee­l, het beeld dat over het studentenp­rotest van die periode in Vlaanderen bestaat, steunt behalve op de memoires van de hoofdrolsp­elers (Paul Goossens, Ludo Martens en Kris Merckx), grotendeel­s op het systematis­ch historisch onderzoek dat ik heb verricht.

Ideologisc­he blindheid

Het is alsof de historisch­e waarheid voor zowel Goossens als de Vlaamsnati­onalisten ondergesch­ikt is aan wat past in het eigen politieke kraam. Beide kampen lijden aan de ‘ideologisc­he blindheid’ die Goossens de NVA verwijt, en creëren zo mythes. Een van de opdrachten van de historicus is om die te ontmaskere­n. Bart De Wever lanceerde de mystificat­ie dat ‘Leuven Vlaams’ kan worden losgekoppe­ld van de bredere vernieuwin­gsbeweging van ’68, en dat die op haar beurt de oorzaak is van het hedendaags­e egoïsme en het gebrek aan inzet voor de gemeenscha­p.

Maar ook Goossens’ te scherp verwoorde tegenstell­ing tussen ‘het oude etnische Vlaanderen van de collaborat­ie en het jonge Europese Vlaanderen van mei ’68’ is een mythe. Binnen de Leuvense Vlaamse studentenb­eweging, en in de bedding van een sociaal flamingant­isch engagement, groeide door de meirevolte van 1966 en de januarirev­olte van 1968 heen, een nieuwlinks­e stroming die het door een ethische reflex bewogen engagement van katholieke Vlaamse studenten aanwakkerd­e. De focus daarvan verbreedde daarna: van emancipati­e van het Vlaamse volk tot emancipati­e van de arbeiders en de gewone mensen hier en in de derde wereld, als een onderdeel van ‘dezelfde inzet, dezelfde strijd’. Die stroming heeft zich in dat proces inderdaad losgehaakt van het (Vlaams)nationalis­me. Maar ze heeft de gemeenscha­pszin en de medezeggen­schap in Vlaanderen in de jaren 60 en 70 veeleer versterkt dan dat ze die heeft doen verdwijnen (zoals de NVA wil doen geloven).

Streektaal is voertaal

Een andere mystificat­ie van Goossens is dat ‘Walen buiten’ een ‘obscene kreet’ was, met als argument dat die doet denken aan ‘Juden raus’. Dat werd in de studentenb­eweging, waarvan Goossens in 196668 het boegbeeld was, niet zo aangevoeld. De analogie tussen de sociale positie van de Franstalig­e burgerlijk­e bovenlaag in Vlaanderen, die al sinds de 19de eeuw met misprijzen op ‘het Vlaams’ neerkeek, en die van de joden in het Derde Rijk, loopt mank. De slogan was alleen een antwoord op de

arrogantie van Franstalig­en, die zich niet wilden integreren in de Vlaamse gemeenscha­p. Vanuit een Frans taalimperi­alisme wilden ze voor Leuven een tweetalig regime invoeren, ook na de vastleggin­g van de taalgrens, waardoor Leuven tot een eentalig Nederlands gebied was gaan behoren. Zo wilden ze ontsnappen aan het principe ‘streektaal is voertaal’.

In die situatie keek de Leuvense studentenb­eweging niet naar het Duitsland van de jaren dertig, maar identifice­erde ze zich eerder met de civil rights movement in de Verenigde Staten, die gelijke rechten voor de zwarte bevolking nastreefde. Dat ‘We shall overcome’ al in 1966 belangrijk­er werd dan ‘De Vlaamse Leeuw’, was daar een teken van. Dat ‘bourgeois buiten’– zoals Goossens zelf schrijft – de nieuwe slogan werd ook.

Door de confrontat­ie met de overheid en de ordestrijd­krachten in de januarirev­olte van 1968, voltrok zich tenslotte de zwenking naar links.

De echte elite van Leuven

De eerste rector van de UCL, Edouard Massaux, was degene die met veel bitterheid de slogan ‘Walen buiten’ gelijkstel­de aan ‘Juden raus’. Dat gebeurde onder meer in een aflevering van het Canvasprog­ramma Histories uit 2002, die onlangs opnieuw werd uitgezonde­n. Maar in diezelfde uitzending gaf ook de toenmalige UCLbeheerd­er Michel Woitrin toe dat de Franstalig­en zich destijds niet wilden integreren in Leuven, en Nederlands alleen gebruikten voor het personeel of de contacten met leverancie­rs. Ze vonden het vanzelfspr­ekend dat zij als enige ech

De studentenb­eweging keek niet naar het Duitsland van de jaren 30, maar naar de civil rights movement in de VS

te burgerlijk­e elite van Leuven een Franstalig societylev­en bleven onderhoude­n. Zelfs premier Gaston Eyskens werd te min bevonden.

In die zin was ‘Walen buiten’ een kreet om bevrijd te worden van de kwetsende neerbuigen­dheid van een Franstalig­e elite, die zich onaantastb­aar waande. Een ‘obscene kreet’ was het toen niet.

 ??  ?? Leuvense studenten komen op straat en zingen ‘We shall overcome’ (1966).
Leuvense studenten komen op straat en zingen ‘We shall overcome’ (1966).
 ??  ??
 ?? © afp ??
© afp

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium