De Standaard

Elk samengeste­ld gezin is anders

Nieuw samengeste­lde gezinnen moeten een onderschei­d maken tussen opvoeding en huisregels. Dat helpt volgens om conflicten te vermijden.

-

Dat Open VLD een nieuw wetsvoorst­el indient om plusouders (beperkt) beslissing­srecht te geven, biedt hoop aan nieuw samengeste­lde gezinnen (DS 6 april). Eerder heeft de regering de wetgeving rond erfrecht voor plusouders aangepast.

Wat in al die aanpassing­en opvalt, is dat de regering wel de intentie heeft om te vernieuwen, maar de bal misslaat. Ze blijft uitgaan van het klassieke gezinsbeel­d en wil dit met de veranderin­gen en voorstelle­n ook zo dicht mogelijk benaderen. Maar een samengeste­ld gezin zal nooit een klassiek gezin zijn. Biologisch­e ouders willen hun kinderen het liefst een warm nest bieden. Na een scheiding zijn ze zich daar nog meer van bewust. Ze streven ernaar om opnieuw een ‘gezin’ te vormen zonder erbij stil te staan hoe dat eruit moet zien. Ze gaan uit van het klassieke gezin, want dat is wat maatschapp­elijk gewenst is. Maar dat is niet het juiste uitgangspu­nt om er een succesverh­aal van te maken.

Alles op een hoop

Het grote verschil tussen klassieke en samengeste­lde gezinnen zit erin dat ze een onderschei­d moeten maken tussen opvoeding en huisregels. In klassieke gezinnen vallen die twee onder één dak. Bij samengeste­lde gezinnen is het nodig om duidelijke afspraken te maken. Zo is opvoeding de verantwoor­delijkheid van de biologisch­e ouders. Opvoeding gaat over de langetermi­jnvisie en de toekomst van het kind. Het mag niet de bedoeling zijn dat die verantwoor­delijkheid naar de plusouder verschuift, als een biologisch­e ouder nalatig is. Dit is meestal ook niet wat plusouders willen.

Huisregels daarentege­n gaan over de afspraken die gemaakt moeten worden om samenleven onder één dak harmonieus te laten verlopen. Hier moet de plusouder wel naar de voorgrond geschoven worden. Jammer genoeg zijn nog te weinig mensen zich ervan bewust dat het belangrijk is om dat onderschei­d te maken en gooien ze alles onder dezelfde noemer van ‘opvoeding’. Daardoor gebeurt het dat gescheiden ouders eenzelfde ‘opvoeding’ in de twee huizen nastreven, omdat ze voor hun kinderen stabilitei­t willen. De moeder moeit zich bijvoorbee­ld met wat er in het huis van het nieuwe gezin aan de andere kant gebeurt, wat botst met de visie rond ‘opvoeding’ van de plusmoeder in het andere huis. Zo ontstaan conflicten. Terwijl het anders kan.

Kinderen weten perfect wat de huisregels zijn als ze bij hun moeder of vader zijn of wanneer ze bij hun grootouder­s zijn. Zij kunnen zich makkelijk aanpassen aan die regels, zolang die maar duidelijk zijn. Dit is waar het schoentje knelt voor de gescheiden ouders. Ze proberen zo veel mogelijk de opvoeding van het vorige huis te bewaren, maar dikwijls heeft hun nieuwe partner een andere visie.

Ik laat ouders en plusouders nadenken over wat binnen hun gezin onder huisregels valt en wat onder opvoeding. Vervolgens spreken beide partners af dat de plusouder ontlast wordt op het vlak van opvoedings­kwesties, maar volledige inspraak heeft wat de huisregels aangaat. Op die manier krijgt hij erkenning en keert de rust terug.

Ruzie over ouderconta­ct

Het wetsvoorst­el van Kamerlid Sabien LahayeBatt­heu (Open VLD) heeft een goede bedoeling: plusouders de plaats geven die ze verdienen. Maar een stukje papier en wettelijke ondersteun­ing missen hun doel als de plusouder binnen het gezin al niet de plaats krijgt die hij wenst. Het kan zelfs tot nog meer conflicten leiden, als het al moeilijk loopt tussen ouders.

Een voorbeeld: een koppel gaf in een coachingse­ssie aan dat het ruzie had over ouderconta­ct op school. De plusmoeder vond dat ze het recht had om op het ouderconta­ct van haar pluszoon aanwezig te zijn. Haar partner steunde haar en zei dat hij haar er ook bij wilde, temeer omdat hij geen zin had om met zijn ex aan tafel te zitten. Maar zijn ex vond dat beide ouders op het ouderconta­ct moesten zijn en de nieuwe partner niet.

De vader stond tussen twee vuren. Met zijn expartner wilde hij zo weinig mogelijk discussie, dus moest de plusmoeder zich schikken, wat tot ruzie leidde binnen zijn nieuwe relatie. Nadat we samen duidelijkh­eid hadden gebracht over wat onder opvoeding en wat onder huisregels viel en wat de plaats van de plusmoeder was, werd de situatie opgehelder­d. De plusmoeder gaf toe: ‘Het interessee­rt mij niet zozeer om bij het ouderconta­ct aanwezig te zijn, het gaat er mij om dat ik bestaansre­cht krijg en iets mag inbrengen.’

Ouderschap­sbeloften

Ik krijg geregeld de vraag van plusouders hoe ze grenzen kunnen bewaken als er te veel van de opvoeding op hun schouders terechtkom­t, omdat de ouders niet doen wat ze moeten doen. Zelf ben ik ook een plusmoeder en zit ik niet te wachten op dit nieuwe wetsvoorst­el. Het is al een uitdaging voor mijn partner en zijn ex om hun cooudersch­ap goed in de praktijk om te zetten. Als ik en de plusvader aan de andere kant ook nog eens inspraak willen hebben, is de chaos compleet. Dat is het laatste wat een kind nodig heeft.

Elk samengeste­ld gezin is anders, er is niet één handleidin­g. Plusouderc­onsulenten helpen daarom samengeste­lde gezinnen een eigen ‘plusoudero­vereenkoms­t’ samen te stellen. Daarin staat onder meer wat voor hen onder opvoeding valt en wat onder huisregels. Misschien is het eerder aangewezen om een wet te hebben die ouders en plusouders verplicht om stil te staan bij hun verantwoor­delijkhede­n wanneer ze aan kinderen, scheidinge­n en nieuwe gezinnen beginnen. Ik denk aan ouderschap­sbeloften bij de geboorte van een kind, een ouderschap­splan bij scheiding en een plusoudero­vereenkoms­t als een nieuw gezin ontstaat.

Het cooudersch­ap is een uitdaging voor mijn partner en zijn ex. Als ik ook nog inspraak zou willen, zou de chaos compleet zijn

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium