Oma, waarom heb je zulke grote wenkbrauwbogen?
Door zijn zware wenkbrauwbogen te verliezen, kreeg de moderne mens meer ruimte voor gezichtsexpressie.
Mensen zien er al 1,7 miljoen jaar ongeveer hetzelfde uit: als ranke rechtopgaande apen, met lange benen en een opgeheven hoofd. Maar wij moderne mensen (sinds circa 300.000 jaar geleden) hebben iets wat onze direct voorouders niet hadden en dat direct opvalt: een hoog voorhoofd en géén zware wenkbrauwbogen.
Bij de Homo’s erectus, heidelber
gensis en neanderthaliensis – om onze belangrijkste familieleden te noemen – gaat de hersenschedel boven de wenkbrauwen snel naar achter. Stevige wenkbrauwbogen geven het gezicht een duidelijke rand, maar veel hoger komt de schedel niet. Alleen bij Homo sapiens rees het schedeldak omhoog, met onze hersenpan als een halve voetbal. De opvallende wenkbrauwbogen zijn verdwenen.
Waarom? Drie archeologen uit Engeland en Portugal denken het antwoord te hebben gevonden. De moderne mensen verloren de zware werkbrauwbogen van hun voorgangers om meer ruimte te maken voor gezichtsexpressie. Denk eens even in wat we allemaal met onze wenkbrauwen kunnen aangeven, schrijven ze in het vakblad Nature ecology & evolution.
Subtiel teken van empathie
Uit onderzoek bij chimpansees, die ook al van die flinke wenkbrauwbogen hebben, weten we dat zulke zware bogen beweging van wenkbrauwen behoorlijk bemoeilijken. Dat beperkt de communicatie. Voor chimps en onze voorouders geen snelle ‘wenkbrauwflits’ van een paar tienden van een seconde die nu bij mensen over de hele wereld ‘herkenning’ en ‘bereidheid tot contact’ communiceert. En ook niet die trage heffing van de wenkbrauwen die ‘verrassing’ overdraagt en nog veel vaker ‘sociale afkeuring’. En ook het subtiele wenkbrauwheffen dat bij ons ‘empathie’ overdraagt, is alleen mogelijk zonder zware bogen.
De archeologen, onder leiding van Ricardo Miguel Godinho, voeren ook bewijzen aan voor hun nieuwe hypo these. Ze maakten een 3Dcomputermodel van een relatief recente
H. heidelbergensisschedel met indrukwekkende wenkbrauwbogen, de Kabwe 1schedel (Broken Hill) van zo’n 300.000 jaar oud, maar misschien ook wel jonger. Deze naaste verwant van de moderne mens had verder een moderne schedelinhoud (1,3 liter) en ook een relatief modern plat gezicht.
Met het model probeerden ze de belangrijkste twee heersende verklaringen voor de grote wenkbrauwbogen te weerleggen. De eerste verklaring is dat de bogen het gevolg zijn van de mechanische druk die de kauwspieren uitoefenen. Dat bleek nauwelijks het geval. De tweede verklaring was moeilijker te modelleren: namelijk dat de bogen ‘vanzelf’ ontstaan als de aangezichtsschedel hoog aan de hersenschedel is gehecht, als het ware om de ooggaten te verstevigen. De onderzoekers concludeerden wel dat de bogen van de Kabweman veel groter waren dan nodig voor de noodzakelijke versterking van de ‘rand’.
Machobogen
Omdat er geen duidelijk anatomisch nut lijkt te zijn, vermoeden de onderzoekers dat de bogen bij Kabwe dus óók een sociale functie hadden: om indruk te maken op soortgenoten, zoals mannetjes van bepaalde mandrilsoorten een brede snuit hebben. Het lijkt er ook op dat de wenkbrauwbogen van onze voorouders bij mannen groter waren dan bij vrouwen. Samenvattend: die machobogen zijn bij de moderne mens dus ingeruild voor de mogelijkheid van subtiele gezichtscommunicatie.
Het zou kunnen. Er zijn wel vreemdere verklaringen voor de flinke ringen boven de ogen van onze voorouders voorgesteld. Om de zon uit de ogen te houden, als bescherming tegen klappen op het hoofd en zelfs om te voorkomen dat het hoofdhaar voor de ogen zou gaan hangen.
Maar ook deze nieuwe sociale verklaring stuit op scepsis, in ieder geval bij de Nederlandse paleontoloog en anatoom Fred Spoor. Spoor is verbonden aan het Natural History Museum in Londen en het Max Planck Instituut voor evolutionaire antropologie in Leipzig. ‘Ja, die analyse van de bijtkrachten hebben ze goed gedaan. Die wenkbrauwbogen dienen niet als versteviging voor het bijten. Dat is wel duidelijk.’ Maar waarvoor dan? ‘Tja, die analyse van de effecten van hoe het gezicht aan de rest van de schedel zit, vind ik maar oppervlakkig en daarom weinigzeggend. Ze prutsen een beetje met een model.’
Hormonaal proces
Overigens denkt ook Spoor dat de wenkbrauwbogen van Kabwe groter zijn dan verklaard kan worden uit het effect van die aanhechting. ‘Maar wat dan nog? Het kan best een bijeffect zijn, van een of ander hormonaal proces. Zonder duidelijke functie. Niet alles in biologie is adaptief hoor.’
‘Ik vind die analyse van de effecten en hoe het gezicht aan de rest van de schedel zit maar oppervlakkig’
FRED SPOOR
Paleontoloog