De Standaard

Een hoofd voor promotie

- MARIA VLAAR

Kunstenaar­s verrichten vaak grote inspanning­en voor een halve man en een paardenkop, zegt Saul Banner tegen zijn geliefde Dana in het nieuwe boek van Marie Kessels, Veldheer Banner (De Bezige Bij). In een kamer op haar uitgeverij leest Marie Kessels drie uur lang uit haar kersverse roman, met een handvol toehoorder­s die een kwartier, of een uur, blijven luisteren. Ze zit aan een lange zwarte vergaderta­fel, alleen, met een gouden bril op haar neus, de ogen zwaar opgemaakt en de benen onder tafel in elkaar gehaakt. Haar voet wiebelt nerveus. Ze kijkt alleen even op als de deur opengaat of als ze een slok water neemt. Zelden verspreekt ze zich, nooit legt ze de klemtoon verkeerd; alsof ze de tekst uit haar hoofd kent. Soms lijkt ze ontroerd door haar eigen woorden, bijvoorbee­ld als ze leest over Saul en Dana liggend op een bank in zijn bibliothee­k, hun hoofden op een kussen half naar elkaar toe gewend, discussiër­end over politiek en tegelijk heel intiem.

Marie Kessels meent dat de schrijver in het boek te vinden is, en nooit daarbuiten. Daarom, en ook omdat ze er bloednerve­us van wordt, wil zij niet geintervie­wd worden, treedt ze nooit op, laat ze zich met tegenzin fotografer­en. Toen ik als redacteur bij een uitgeverij werkte maakten wij grapjes over het ‘PHgehalte’ van auteurs. PH stond dan niet voor de zuurtegraa­d, maar voor ‘promotable head’. Een schrijver moet op tournee, op het podium, in de krant, hij moet zichzelf promoten, twitteren, en op Facebook foto’s plaatsen van de halve man en een paardenkop die in een boekhandel zijn komen kijken.

Kessels doet daar allemaal niet aan mee. Zij heeft desondanks een geweldig literair oeuvre opgebouwd. Negen boeken, vijf fraaie literaire prijzen en in 2010 een nominatie voor de Librisprij­s voor Ruw, over een blinde vrouw die alles op tastzin moet doen.

Ook in Veldheer Banner heeft haar hoofdperso­on een groot gebrek: Saul heeft de ziekte van Parkinson. Hij is een dominante, ergerlijke man voor wie je toch helemaal smelt, zoals Kessels hem eerder portrettee­rde in God met de gouden ballen (1996). Kessels kruipt helemaal op zijn huid en in zijn wezen, onderzoekt hem tot in de moleculen, ontrafelt zijn verleden, laat hem oreren, lamenteren en paaien, en brengt hem door de taal, door de verbeeldin­g, tot leven. Zelf blijft de schrijfste­r verhuld achter haar personages. Zij schrijft haar grootse werk in de luwte.

Marie Kessels meent dat de schrijver in het boek te vinden is, en nooit daarbuiten

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium