Koop ik nog een dieselwagen?
Dieselwagens zitten in de hoek waar de klappen vallen. Vroeger was de keuze simpel. Nu is er een ingewikkelde afweging nodig. Bijvoorbeeld rond de vraag: hoe ziet de toekomst van het autorijden eruit.
Het is lang geleden dat er nog eens iets positiefs over diesel in de krant stond. Sinds het sjoemelschandaal losbrak, in september 2015, staat de brandstof in een kwaad daglicht. Deze maand ging het van kwaad naar erger. Het begon ermee dat diesel zijn prijsvoordeel definitief kwijt is. Benzine is nu goedkoper. Vervolgens bleek dat de afgelopen drie jaar de belasting op dieselwagens met 30 procent is gestegen, terwijl de heffingen op een benzinewagen met 5 procent zijn gedaald. En als klap op de vuurpijl is de prijs van tweedehands dieselwagens aan het dalen. Handelaars krijgen er nu 5 procent minder voor dan een jaar geleden.
Het kan niet anders dan dat autokopers geconfronteerd worden met een dilemma: is een dieselwagen nog wel een interessante aankoop? Jarenlang was diesel vanzelfsprekend voor wie veel kilometers maakte. Maar nu is het allemaal niet zo eenvoudig meer. In plaats van één vraag – rijd ik voldoende kilometers? – is nu een ingewikkelde afweging nodig, waarbij inschattingen over de toekomst van het autorijden onvermijdelijk zijn.
37.000 kilometer per jaar
Om te beginnen is die vraag over het aantal kilometers al een moving target geworden. Jarenlang was 25.000 à 30.000 kilometer de richtlijn. Maar omdat zowel dieselwagens als de brandstof zelf zwaarder belast worden, moet je steeds meer kilometers rijden om de meerkosten te compenseren met het lagere verbruik. Uit een vergelijking die deze krant onlangs maakte (DS 29 maart) valt af te leiden dat de aankoop van een VW Golf diesel nu pas bij 37.000 kilometer per jaar voordeliger is dan de benzineversie. Je kan er gif op innemen dat het over een paar jaar 40.000 wordt. Want doordat de overheid de accijnzen op diesel systematisch optrekt, wordt met diesel rijden langzaam maar zeker minder voordelig.
Misschien nog belangrijker dan de kosten per afgelegde kilometer, is de restwaarde. Dat die voor diesels per definitie hoger ligt dan voor benzinewagens is nog zo’n zekerheid die aan flarden geschoten is. Hoe minder interessant met diesel rijden wordt, hoe minder zeker je bent van de restwaarde. Nu al blijkt dat de verminderde populariteit van diesels bij leasemaatschappijen een overaanbod en dus een prijsdaling in de hand werkt. Naarmate de groep dieselrijders krimpt, zal ook de waarde op de tweedehandsmarkt afnemen.
Maar alleen de calculator volstaat niet meer om de afweging goed te kunnen maken. De trend om dieselwagens uit de stadscentra te bannen, wint snel aan populariteit. In Duitsland begonnen de steden al in 2008 met het bannen van vervuilende wagens. In Vlaanderen beet Antwerpen vorig jaar de spits af, Brussel volgde op 1 januari van dit jaar. Gent en Mechelen starten er waarschijnlijk in 2020 mee. De Belgi sche steden zijn voorlopig minder streng dan de Duitse. Maar dat kan veranderen. In Duitsland is het licht op groen gezet om bij slechte luchtkwaliteit aan alle dieselwagens de toegang te kunnen verbieden. Wie weet komt het ook zover in Vlaanderen. Antwerpen gaat de normen in 2020 en 2025 in elk geval verder verstrengen.
Wie nu een nieuwe dieselwagen koopt, hoeft weliswaar voorlopig niets te vrezen. Zo’n wagen voldoet aan de strengste normen. Maar de kans dat de regels strenger worden is reëel. Het vooruitzicht om straks een wagen te bezitten die niet langer altijd en overal welkom is, kan potentiële kopers afschrikken.
Fijn stof vs. CO2
De autokoper moet, als hij een geweten heeft, ook voor zichzelf de afweging maken in welke mate hij bereid is het leefmilieu te vervuilen. Die afweging is zo mogelijk nog lastiger dan de puur financiële. Want de berichten zijn tegenstrijdig. Ja, dieselwagens stoten relatief veel fijn stof en stikstofoxiden uit, en vervuilen zo het leefmilieu. Maar tegelijk stoten ze minder CO2 uit dan benzinewagens. En dus zijn ze vriendelijker voor het klimaat
Al zijn we ook van die beweringen steeds minder zeker. De modernste diesels voldoen aan de Euro 6norm. Die zouden niet vervuilender zijn dan benzinewagens. Wie zo’n wagen koopt, hoeft dus niet per se in gewetensnood te komen. Deze auto’s zijn getest volgens een nieuwe methode, die de reële rijomstandigheden nabootst. Voor een gebruikte wagen ligt het anders, zelfs als die nog niet zo oud is. Die vervuilt waarschijnlijk wel meer dan benzinewagens. En het CO2voordeel is er wel, maar het is ook relatief. Want dieselwagens zijn zwaarder en leggen meestal meer kilometers af. Dat is schadelijker dan het kleine beetje minder CO2uitstoot per kilometer.
Conclusie: Een dieselwagen kopen is voordelig voor wie veel rijdt. Maar de onzekerheid over toekomstige ontwikkelingen maakt het minder aantrekkelijk om een diesel te bezitten. Bovendien is er steeds meer aandacht voor de nadelige gezondheidseffecten van
fijn stof. Dat kan een belangrijke overweging zijn voor wie propere lucht belangrijk vindt.
Nieuwe dieselwagens voldoen aan de strengste normen. Maar de kans dat de regels in de toekomst nog veel strenger worden, is reëel