Populier van hier is niet welkom
Gekapt bos compenseren met nieuw bos is in Vlaanderen niet evident. En al zeker niet als het om populieren gaat.
KASTERLEE/BRUSSEL I Vlaanderen heeft vandaag geen bos te veel, zoveel mag duidelijk zijn. Het Agentschap voor Natuur en Bos is al blij als het bestaande bos zo veel mogelijk gespaard blijft, terwijl gekapt bos zo veel mogelijk gecompenseerd wordt met de aanplant van nieuw bos.
Maar die boscompensatie loopt niet van een leien dak, vindt Stef Vanlommel (51) van Bosconsult en Boscompensatie. Hij zorgt ervoor dat ontbossers en bebossers elkaar vinden. Dat lukt goed, alleen is er iets vreemds aan de hand met de dossiers waarin hij de boomsoort ‘populier’ vermeldt. ‘De voorbije drie jaar heb ik meermaals bossen gecompenseerd met populier’, vertelt Vanlommel. ‘Ook oorspronkelijke eikenbossen, die als erg waardevol zijn gewaardeerd. Maar sinds enkele maanden ligt het Agentschap voor Natuur en Bos dwars: zij vinden de populier een minderwaardige boom die de kwaliteit van een eikenbos, of elk bos met de hoogste waarderingsfactor, niet kan compenseren. De populier is namelijk geen oorspronkelijk, inheems loofhout zoals de zwarte els of de eik.’
Het gevolg is een lange strijd om de boscompensatie rond te krijgen, en afhakende ontbossers die in plaats van een compensatie in natura, een financiële vergoeding over schrijven naar het Boscompensatiefonds. Waar het geld ... nou ja, te lang blijft staan. ‘Dat is toch de wereld op zijn kop’, zegt Vanlommel. ‘Willen we nu meer bos of minder?’
Eigen bomen eerst
Neem dan een andere boomsoort, zou je denken. Maar zo eenvoudig is het niet. ‘Braakliggend terrein of landbouwgrond bebossen, is nog altijd verlieslatend’, legt Vanlommel uit. ‘Omdat de vergoeding voor boscompensatie lager ligt dan wat je krijgt als je de grond verkoopt. De populier kan daar deels een antwoord op zijn. Hij groeit snel, waardoor eigenaars na twintig jaar toch nog een zeker rendement kunnen halen. Want we moeten daar niet flauw over doen: bos heeft ecologische waarde, maar mensen maken vaak ideologische keuzes tegen een economische achtergrond of binnen een financiële realiteit.’
Dat het Agentschap voor Natuur en Bos de dossiers vroeger goedkeurde en nu systematisch afkeurt, vindt Vanlommel betuttelend, getuigen van willekeur en bovendien onwettig. ‘Dat inheems loofhout gecompenseerd moet worden met inheems loofhout, staat nergens wettelijk beschreven. De wetgever komt bovendien al tegemoet aan het standstillprincipe (kwaliteit en kwantiteit van de natuur in Vlaanderen mogen er niet op achteruitgaan, red.). Bij de ontbossing van inheems loofhout moet je bij de compensatie de oppervlakte verdubbelen of zelfs verdrievoudigen. Het Agentschap kleurt dus buiten de lijnen door dit als argument in te roepen om boscompensatie met populier tegen te houden.’
Met dat verwijt is het Agentschap niet opgezet. ‘Alle dossiers worden finaal in Brussel goedgekeurd, zodat er geen provinciale willekeur kan zijn. Het is wel zo dat er noch op de website, noch in het Bosdecreet werd bepaald met welke boomsoorten gecompenseerd mag worden. Maar er is een interne richtlijn bij het Agentschap, die stelt dat “inheemse soorten enkel gecompenseerd kunnen worden door inheemse soorten”. Misschien is het zinvol om die richtlijn ook op de website te plaatsen. Nu is die alleen beschikbaar voor wie er om vraagt’, zegt woordvoerder MarieLaure Vanwanseele.
Geen foute boom
De populier wordt door het Agentschap als een exoot behandeld, maar is het dan zo’n foute boom? Bos+, de organisatie die zich inzet voor het bosbehoud in Vlaanderen, vindt van niet en deelt dus de mening van het Agentschap niet. Directeur Bert De Somviele: ‘We hebben twee maanden geleden het project “Populier van hier” opgestart omdat onderzoek – waaronder trouwens ook onderzoek door het Agentschap – toont dat de soort een veel grotere ecologische waarde heeft dan lang werd aangenomen. De populier is helemaal geen minderwaardige, “foute” boom. Populierenbossen hebben een kwalitatief bosecosysteem en een rijke biodiversiteit. De populier moet dus zeker kansen krijgen.’ Al wijst Bos+ er nog op dat boscompensatie voor hen nog altijd pas op de tweede plaats komt. Bosbehoud moet voor hen de prioriteit blijven. ‘Voor ontbossers daarentegen moet er een duidelijk kader zijn en daar lijkt op dit moment nog werk aan.’
Het Agentschap reageert nog dat dit kader er is, maar dat ‘de beoordeling van een boscompensatievoorstel afhangt van verschillende factoren. We bekijken het dossier per dossier want elk bos is anders. Daarbij waken we erover dat wat verdwijnt, waardevol gecompenseerd wordt.’
Het kabinet van Joke Schauvliege (CD&V), Vlaams minister van Natuur, Omgeving en Landbouw, verwijst voor een reactie naar het Agentschap voor Natuur en Bos.
‘Wij waken erover dat bos dat verdwijnt, waardevol gecompenseerd wordt’
AGENTSCHAP VOOR NATUUR EN BOS