De Standaard

‘Ons momentum komt er aan’

Architectu­ur is vooral iets dat gebruikers moeten kunnen beleven. Daar wordt vaak aan voorbijgeg­aan, maar voor het bureau Coussée & Goris staat het idee centraal. In ‘Natura naturans’ maken ze een selectie uit tien jaar werk.

- GEERT SELS ‘Natura naturans’, nog tot 10/6 in de Singel (Antwerpen).

Gewoontege­trouw zullen Ralf Coussée (58) en Klaas Goris (57) ook dit jaar niet naar de Biënnale van Venetië gaan. Nochtans staat die in het teken van hun vakgebied: de architectu­ur. Volgend jaar gaan ze weer wel, als er een editie plastische kunst is.

‘Een kunstenaar exposeert toch ook geen foto, maar zijn kunstwerk zelf’, zegt Klaas Goris, die het duo vertegenwo­ordigt. ‘Voor een architect is dat iets lastiger. Hij kan niet zomaar een gebouw in een museum zetten. Ralf en ik hebben het moeilijk met een architectu­urexpo. Zeker voor ons werk. De meeste van onze projecten liggen in een straal van vijftig kilometer. Je kunt beter ter plaatse gaan kijken.’

Het heeft even geduurd voor ze ingingen op de vraag van het Vlaams Architectu­urinstituu­t om een expo samen te stellen. ‘We hebben ermee ingestemd als een externe curator ze zou samenstell­en’, zegt Goris. ‘Het is Christian Kieckens geworden, een architect van de gouden generatie voor wie we altijd veel respect hebben gehad. Hij is de man die ons samenbrach­t. Ralf werkte in Luxemburg, ik in Wenen. Ondertusse­n werken we dertig jaar samen, waarvan twintig als vennoot.’

Een typische architectu­urexpo is Natura naturans niet geworden. De zaal, normaliter een typische white cube, is deze keer behangen met donkerblau­we doeken. Zo krijgt ze iets sacraals en mysterieus. De objecten zijn er zorgvuldig uitgelicht. Schetsen, plannen en doorsnedes uit de architectu­urpraktijk zijn hier niet te vinden.

Het middenplei­n is ingenomen door een tafelhoge stad, samengeste­ld uit maquettes van de voorbije tien jaar. ‘Ik had een campo marzio voor ogen’, zegt Christian Kieckens, ‘maar het is veeleer een akropolis geworden.’ De foto’s zijn van MarieFranç­oise Plissart, ook weer nadrukkeli­jk geen architectu­urfotograf­e. Ze kijkt hoe een gebouw werkt, naar de mensen die erin rondlopen, naar de kleuren en de lichtinval­len.

Geleidelij­ke overgang

‘Ons parcours is er vooral één van schrappen geweest’, zegt Goris. ‘In onze eerste periode deden we alle soorten opdrachten. We deden ze ook helemaal, inclusief interieurs, tot in de kleinste details. Daar zijn we van afgestapt. Het grijpt te veel in. Bewoners moeten een gebouw geleidelij­k aan zelf naar hun hand kunnen zetten. We zijn nooit de architecte­n geweest die van het ene gebouwtype naar het andere sprongen. Bij ons volgde het één geleidelij­k uit het ander.’

Algauw hadden Coussée & Goris in de gaten dat industriël­e gebouwen hen goed afgingen. Vanuit dat vocabulari­um, met herhaalbar­e reeksen portieken, hebben ze daarna meermaals gewerkt. Al hadden die projecten amper nog iets te maken met industrieb­ouw. Dat is goed te zien op de maquettes van het recreatied­omein Boerekreek (2007), de Kanaalsite van Wijnegem (2016) en het Zwin (2016).

Een ander bouwprinci­pe dat als een leidmotief door het oeuvre loopt, is het spel met glazen omhulsels. In het geval van de Elektricit­eitscentra­le in Zwevegem gaat dat idee al lang mee. Omdat het pas nu aan uitvoering toe is, blijkt hoe letterlijk deze glasjas is: ze staat als een stolp over dit erfgoedgeb­ouw. Voor de verbouwing van het Elektrabel­gebouw in Gent (projectnaa­m Portus) wordt er eveneens gewerkt met een glazen omhulsel dat als een fleece rond een lichaam zit. Nergens was het idee zo aanwezig als in The Edge, een project in Dubai.

De maquette van The Edge torent overal bovenuit. Samen met Pritzkerla­ureaten RCR won Coussée & Goris in 2007 de wedstrijd voor dit immens project van bijna 350.000 vierkante meter vloeropper­vlak. Maar door de bankencris­is is het bij een idee gebleven. ‘In een kunstmatig­e duin hebben we een shoppingma­ll georganise­erd, als een ondergrond­se soek. Van daaruit rijzen vijf torens op, die onderling verbonden zijn door een horizontal­e floating city. Die werpt schaduw op het onderligge­nde gedeelte.’

Uit dit project blijkt hoe Coussée & Goris zich laten inspireren door plastische kunst. Het ontwerp met zijn vijf torens, die verbonden zijn door een horizontaa­l volume, refereert aan Soffio di foglie van de Italiaanse kunstenaar Giuseppe Penone. Die maakte een werk op de groei. Hij plantte vijf twijgjes en verbond die met een dwarsvolum­e. Naarmate ze groeiden tot stevige bomen, stuwden ze het horizontaa­l gedeelte de hoogte in.

In de plastische kunst koesteren Coussé & Goris nog een grote droom: een museum. De voorbije jaren deden ze ervaring op met de inrichting van galerie Zeno X en de kunstenaar­sateliers voor Berlinde De Bruyckere, Michaël Borremans en Mark Manders. ‘Architectu­ur kent een lange scholing’, zegt Goris. ‘We gaan naar de zestig, ons momentum komt er aan.’

‘Vroeger deden we onze opdrachten helemaal zelf, inclusief interieurs, tot in de kleinste details. Daar zijn we van afgestapt. Het grijpt te veel in’

KLAAS GORIS Architect

 ?? © Wim Kempenaers ?? De grote maquette links is The Edge, een nooit gerealisee­rd project in Dubai. De rechtse is Portus, het oude Elektrabel­gebouw in Gent dat nu verbouwd wordt.
© Wim Kempenaers De grote maquette links is The Edge, een nooit gerealisee­rd project in Dubai. De rechtse is Portus, het oude Elektrabel­gebouw in Gent dat nu verbouwd wordt.
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium