‘Vrouwen en kinderen met IS-banden mishandeld in Iraakse kampen’
Vrouwen en kinderen die vermeende banden hebben met Islamitische Staat (IS), kwijnen weg in Iraakse kampen en lopen een groot risico op seksueel geweld, stelt Amnesty International.
Duizenden families van wie de mannen zijn gedood of verdwenen, zitten volgens Amnesty vast in Iraakse kampen die vaak weinig meer zijn dan detentiecentra, ook al zijn ze nergens voor veroordeeld.
‘De oorlog tegen IS mag dan voorbij zijn, maar het lijden van de Irakezen is ver van voorbij’, zegt Lynn Maalouf van Amnesty. ‘Iraakse vrouwen en kinderen met een vermeende ISachtergrond worden gestraft voor misdaden die zij niet hebben gepleegd. Ze zijn verbannen uit hun gemeenschap en kunnen nergens naartoe. Voedsel en water worden hun ontzegd. Die vernederende collectieve straf riskeert de fundamenten te leggen voor toekomstig geweld.’
Vaak blijkt er nauwelijks een band met IS te zijn. Ook families die zijn gevlucht uit ISgebied, worden vastgezet, net zoals de families van mannen die door IS werden gerekruteerd als koks of chauffeurs.
Zonder man in de buurt lopen de vrouwen en kinderen een verhoogd risico op seksuele exploitatie, zegt Amnesty. In alle acht kampen die de mensenrechtenorganisatie bezocht, worden vrouwen gedwongen tot seksuele relaties met kampbewakers of buurtbewoners in ruil voor geld of humanitaire hulp, of ze worden bedreigd met geweld.
Dana (20), niet haar echte naam, vertelde aan de onderzoekers over verscheidene verkrachtingspogingen door kampbewakers. ‘Omdat ze me gelijkschakelen met een ISstrijder, willen ze me verkrachten. Ze willen iedereen tonen wat ze met mij kunnen doen – mijn eer afnemen. Ik kan me niet comfortabel voelen in mijn tent. Ik wil een deur en muren. Elke nacht zeg ik tegen mezelf: vannacht is de nacht dat ik ga sterven.’
‘Omdat ze me gelijkschakelen met een ISstrijder, willen ze me verkrachten’
Het onderzoek is toegespitst op Iraakse vrouwen en kinderen. Volgens het Belgische Orgaan voor de Coördinatie en Analyse van de Dreiging (Ocad) zitten ook nog minstens 140 kinderen – en mogelijk 160 mannen en vrouwen – met een Belgische achtergrond in Syrië en Irak.