Met de natuur in zee gaan
Het is perfect mogelijk om meer natuur én nieuwe windparken te creëren in de Noordzee. NATUURVERENIGINGEN betreuren dat de regering vooral aan economische belangen denkt.
De federale regering beslist vandaag over het nieuwe Marien Ruimtelijk Plan (MRP). Dat moet een kader scheppen voor scheepvaart, militaire oefeningen, visserij, energie, zandwinning en natuur in de Noordzee. Maar ondanks de strikte, wettelijke bescherming dreigt de natuur opgeofferd te worden voor andere belangen.
Hoewel één derde van de oppervlakte van onze Noordzee is aangeduid als beschermd natuurgebied onder de Europese natuurrichtlijnen, is van die bescherming in realiteit amper sprake. De bodem wordt er voortdurend omgewoeld door sleepnetten voor visserij en baggerboten voor zand en grindwinning. Met het nieuwe Marien Ruimtelijk Plan was er een gouden kans om die overtredingen van Europese wetgeving te stoppen. Niet dus.
Militaire oefenzone
De verstorende activiteiten mogen bijna onbeperkt doorgaan. Bovendien kiest de federale regering ervoor om net de beschermde stukken aan te snijden voor economische ontwikkeling. We zijn voorstander van 4 gigawatt wind op zee om de klimaatdoelstellingen te halen. Maar waarom moeten die windmolenparken pal in kwetsbaar natuurgebied komen? Op zee is er nog ruimte, bijvoorbeeld in de oppervlakte die is aangeduid als militaire oefenzone, maar amper wordt gebruikt. Het is perfect mogelijk om de doelen voor natuur en hernieuwbare energie naast elkaar te realiseren.
De schoonheid van de wildernis onder water, de enorme biodiversiteit van het zeeleven en de strikte Europese bescherming zouden op zich al meer dan voldoende moeten zijn om de natuur in onze Noordzee te beschermen. Maar de intrinsieke waarde van natuur is niet de enige reden. Hoe gezonder de natuur in en aan zee, hoe beter voor de mens. Neem de visserij. Alleen met gezonde vispopulaties, die voldoende rustplaatsen hebben om zich voort te planten, kan de visvangst voor onze kust overleven. Het leven in zee zuivert het water. Zandbanken, samen met de stranden en duinen, beschermen de kust tegen stormen.
Jungle onder water
In het begin van de 20ste eeuw groeiden er grote oppervlaktes koralen en oesterbanken op de bodem van de Noordzee. Er zwommen grote scholen haringen, met daartussen grote roofvissen: kabeljauw, haaien en roggen. Er waren heuse riffen, gevormd door schelpkokerwormen. Bruinvissen, kleine walvissen, zwommen in groten getale voor onze kust. Het was ronduit spectaculair, blijkt uit wetenschappelijke beschrijvingen. Een echte jungle onder water. De oesters, haringen en kabeljauw vormden een belangrijke bron van inkomsten voor de Belgische vissers.
Het heeft maar enkele generaties geduurd om dit rijke onderwaterlandschap bijna helemaal weg te vagen. Overbevissing en de gevolgen van zandwinning hebben het verwoest. De oesters en de koralen zijn vrijwel volledig verdwenen. De zee is leeg gevist en omgeploegd door sleepnetten. Het water is extra troebel door de zandwinning. Kleine plastic deeltjes hebben zich overal verspreid, tot in de ingewanden van vogels, vissen en schelpdieren. Rivieren brengen jaarlijks grote hoeveelheden slib, mest en andere vervuiling naar zee.
Toch is nog niet alles verloren. Waar de bodem bezaaid is met grind, steentjes en schelpen, vinden dieren als wulken en inktvissen nu nog een broedkamer voor hun eieren. Op scheepswrakken floreert het zeeleven. En in het westelijke deel van onze Noordzee vind je nog grindbedden: keien en zelfs heuse rotsblokken verspreid over de zeebodem. Door die grindbedden strikt te beschermen tegen alle menselijke activiteit en ze een handje te helpen, kunnen de
Nieuwe oesterbank
Er is reden tot hoop. Voor de kust van Zeeland is er, helemaal spontaan, een nieuwe oesterbank opgedoken. Die werd ontdekt door duikers van Stichting ARK en het Wereldnatuurfonds (WNF). De organisaties willen de oorspronkelijke platte oester opnieuw in de Noordzee krijgen. Toen de duikers zochten naar een geschikte plek in zee om de oesters uit te zetten, ontdekten ze dat de natuur hen voor was. Net voor Brouwersdam in Zeeland vonden ze tot hun verrassing een oesterbank van 13 hectare. De larven voor die natuurlijke oesterbank komen waarschijnlijk uit het Grevelingenmeer, waar de platte oesters op grote schaal worden gekweekt.
Het is de omgekeerde beweging: de wilde oesterbanken voor de kust werden uitgeroeid voor de kweek van commerciële oesters. Maar door de commerciële kwekerijen kunnen de wilde oesterbanken nu weer terugkomen. Op plaatsen waar het de kans krijgt, komt het zeeleven verrassend snel terug.
Een Noordzee met oesterbanken, enorme kabeljauwen, haaien en roggen én plaats voor windenergie: het is een ambitieuze droom, maar wel haalbaar. De natuurverenigingen hebben meegewerkt aan de voorbereiding van het Marien Ruimtelijk Plan. Jammer genoeg zijn onze fundamentele bezwaren om natuur op de zeebodem te beschermen, genegeerd en werden we pas betrokken op een moment dat het ruimtelijk plan al grotendeels vastlag. Nochtans zijn er oplossingen voor meer natuur in onze Noordzee, die ook andere sociaaleconomische activiteiten ten goede kunnen komen en tegelijk de klimaatdoelstellingen helpen realiseren.
Waar we kunnen, verkiezen we overleg en consensus. Maar bredere maatschappelijke belangen en Europese regelgeving moeten natuurlijk wel gerespecteerd worden. Het zou niet de eerste zaak zijn waarin natuurbescherming via de Europese natuurregels wordt afgedwongen.
Een Noordzee met oesterbanken, enorme kabeljauwen, haaien en roggen én windmolens: het is ambitieus maar wel haalbaar