Waarom Vilvoorde?
Met 43.000 inwoners van wie de helft vreemde roots heeft, is Vilvoorde de snelst groeiende en snelst verkleurende stad van Vlaanderen. Drie op de vier Vilvoordse baby’s die vandaag geboren worden, zijn van buitenlandse herkomst. De verschillende gemeenschappen integreren niet allemaal op hetzelfde ritme, er blijven in de praktijk nog hoge muren bestaan tussen de bevolkingsgroepen. De Spaanse gemeenschap is al jaren een vaste waarde in de stad, de Congolese gemeenschap is veeleer op (Franstalig) Brussel geënt, van de sikhs krijg je als ‘autochtone’ Vilvoordenaar geen hoogte en uiteraard zijn er ook heel wat inwoners van Marokkaanse origine die samenkomen in de moskee. Ook de voormalige Oostbloklanden zijn goed vertegenwoordigd – de ene is al meer geïntegreerd dan de andere. In zo’n omgeving loert hokjesdenken om de hoek, maar ook dat gaat niet op: binnen de verschillende gemeenschappen bestaan er grote verschillen.
De smeltkroes wordt niet automatisch als ‘verrijkend’ ervaren. In de Vlaamse Gemeentemonitor die in maart dit jaar uitkwam, staat Vilvoorde steevast in de top 5 van bedenkelijke lijstjes: onveiligheidsgevoel, mijdgedrag, gebrek aan fierheid, enzovoort. Ruim één op de drie Vilvoordenaren meent dat de verschillende culturen vandaag niet goed samenleven in de stad, dat is het dubbel van het Vlaamse gemiddelde.
Op Antwerpen na is Vilvoorde de stad met de hoogste bevolkingsdichtheid per vierkante kilometer. Maar in tegenstelling tot Antwerpen of Brussel, is Vilvoorde geen ‘bruisende’ stad waar innovatieve of inclusieve ideeën als paddenstoelen uit de grond schieten en aanstekelijk werken voor nieuwe initiatieven. Vilvoorde is minder aantrekkelijk, er is soms niets te doen, er is – qua middelen – een pak minder te geef voor toffe projecten. Een en ander moet dus van onderuit komen, van de mensen zelf. Het maakt de uitdaging samenleven des te groter en de stad des te interessanter als ‘proeftuin’. (mju)