Bingen of fijnproeven, wat verkiest u?
De Amerikaanse betaalzender HBO lanceert zondagnacht het tweede seizoen van ‘Westworld’. Die serie is van cruciaal belang voor de toekomst van de kwaliteitszender, want Netflix dendert nietsontziend over deze aardbol. Om dat te counteren doet HBO wat het al doet sinds ‘The Sopranos’: inzetten op fictie die je moet degusteren.
Dit weekend lanceert HBO het tweede seizoen van de sciencefictionserie Westworld, over een westernpretpark bevolkt door robots, waar rijke stinkerds hun lusten en driften genadeloos kunnen botvieren. De prmachine van HBO draait al weken op volle toeren, want er staat wel wat op het spel. In 2019 zendt HBO het laatste seizoen uit van zijn allergrootste successerie, Game of thrones. Voor de toekomst van HBO als leverancier van kwaliteitsfictie, is het succes van Westworld dus van cruciaal belang.
Want Netflix is in sneltempo de wereld aan het veroveren. ‘Ons doel is om HBO te worden, vóór HBO ons kan worden’, zei Netflixcco Ted Sarandos in 2013, ongeveer een jaar voor de streamingdienst voet aan wal zette op het Europese continent. Sindsdien heeft de streamingdienst de tvwereld door elkaar geschud, is bingen een werkwoord geworden en verslinden we met zijn allen de ene hypereeks na de andere.
Vijf jaar na die uitspraak van Sarandos hinkt HBO flink achterop. Voor wie wil meepraten aan de koffiemachine, is een Netflixabonnement onontbeerlijk. Het is dan ook democratisch: iedereen met een kredietkaart en internet kan ervan smul len. De grote verdienste van de streamingdienst is dat hij kwaliteitsvollere tvseries uit de niche gehaald heeft en prestigetv beschikbaar maakte voor het grote publiek.
Toch is Netflix vijf jaar na die uitspraak geen HBO geworden. Dat bewijst ook Westworld vanaf zondag weer met verve. We kregen al vijf recensieafleveringen te zien en die bekijken was soms – ja, toch wel – hard werken. De reeks vraagt veel van haar kijkers, de plot is ingewikkeld. Maar wie doorzet, wordt beloond. Ook al heb je, om de draad niet te verliezen, nu en dan het internet nodig, waar de nerdy fanblogs soelaas bieden.
Deze reeks doet iets met scifi wat nooit eerder gedaan is – zelfs niet in het eerste seizoen van Westworld. Met rammelende robotten een verhaal construeren dat iets vertelt over die drang naar onsterfelijkheid waar al zo veel scifireeksen op teren, maar daar net zo goed een #MeToothema doorweven. Met alle plotwendingen, tijdsprongen, onderliggende thema’s en culturele referenties is de opzet van Westworld behoorlijk arrogant, maar de reeks doet wat HBO al sinds The Sopranos doet: de grens verleggen en een nieuwe standaard stellen.
In de kleine hoekjes
Als Netflix ons heeft leren bingen, dan leerde HBO ons fijnproeven. Netflix maakt spannende, entertainende tv die glimt en glittert, maar snel verteerd is. HBO maakt fictie die zo goed verteld en zo zorgvuldig uitgevoerd is dat je ze moet degusteren. Die zorg zit niet alleen in de paradepaardjes als Game of thrones of Westworld, ze is misschien zelfs nog meer in de kleine hoekjes van het HBOaanbod te vinden.
Zo is begin januari het tweede seizoen van High maintenance van start gegaan. Die reeks, met afleveringen van amper een halfuur, volgt een cannabis dealende hipster die op zijn fiets in New York van de ene klant naar de andere rijdt. Elke klant is een nieuw verhaallijntje. Het idee achter de serie weegt licht, dus verdrinkt ze in het overaanbod. Maar terwijl er geen haan naar kraaide, heeft de eerste aflevering van dat tweede seizoen ons omvergeblazen. Ze begint als blijkt dat er iets ergs met de wereld gebeurd is. Wát dat is, komen we niet te weten. De makers focussen op het effect ervan op de New Yorkers die het pad van de fietsende dealer kruisen.
Reeksen als High maintenance vertellen hun verhaal op zo’n natuurlijke manier, dat ze je doen vergeten dat het allemaal verzonnen is. Kijk maar naar Insecure met Issa Rae, over een zwarte vrouw uit de midden klasse in Los Angeles, en je hebt een notie van hoe alledaags racisme aanvoelt voor zwarte vrouwen uit LA. Het is alsof de personages bij HBO eerst zorgvuldig uitgekerfd worden, en hun verhalen vervolgens spontaan opborrelen.
Plots kijk je naar televisie om iets te leren over de wereld waarin we leven, maar dan met zorg verpakt in humor, of opgeborgen in rammelende robotten. Dat is waar tvfictie aan literatuur raakt.
Opvallend is dat HBO zijn series nog altijd aan één aflevering per week serveert, terwijl je bij Netflix alles in één keer op je bord krijgt. Maar HBO wíl ook anders geconsumeerd worden. Dat maakt bijvoorbeeld dat je je nog specifieke afleveringen kunt herinneren. Voor ons is dat bijvoorbeeld de derde aflevering van het zesde seizoen van Girls. Daarin bezoekt Hannah Horvath Chuck Palmer, een geprezen schrijver. Horvath heeft hem er in een artikel van beschuldigd studentes tot seks gedwongen te hebben. De aflevering – die uitgezonden werd voor de #MeToohetze losbarstte – toont genadeloos hoe grensoverschrijdend gedrag in zijn werk gaat.
Net zo’n boon hebben we voor de vijfde aflevering van het eerste seizoen van True detective, waarin Ginger en Cohle twee kinderen uit een methlab redden. Hoe slim de makers uit de doeken doen dat het verhaal van de agenten (deels) gelogen is, staat in ons geheugen gegrift.
Het zijn afleveringen die je naar adem doen happen. Niet omdat ze zo spannend opgebouwd zijn dat je snelsnel naar het einde rent, maar omdat ze je iets vertellen dat je nog niet op tv gezien had. En dat verteren, vergt tijd.
HBO maakt fictie die grenzen verlegt en een nieuwe standaard stelt