Evolutie in actie
De Bajau, een van oorsprong Filipijns volk dat ook bekend is als de zeenomaden, zitten genetisch anders in elkaar dan de rest van de mensheid. Hun lichaam heeft zich aangepast om beter te kunnen duiken.
Je hoort het sceptici weleens vragen: als de evolutie vandaag in actie is, toon me dan een voorbeeld. En waar werkt ze in op ons, mensen? Voor een proces dat over honderden en nog liever duizenden generaties werkt, is dat niet vanzelfsprekend. Maar die voorbeelden zijn er wel. De Tibetaanse sherpa’s en de Andesindianen zijn lichamelijk aangepast aan het leven op grote hoogte met weinig zuurstof. Het gen dat het mensen mogelijk maakt om ook als volwassenen nog melksuiker te verteren, is sinds de domesticatie van de koe wereldwijd bezig aan een opmars.
Een bleke huid is ontstaan toen de mens de gebieden met weinig zonlicht – zeg maar NoordEuropa – binnentrok. En toen de Britse bleek scheten vervolgens naar Australië gingen, waar de zon wel fel schijnt, betaalden ze dat met onevenredig veel huidkankers: de natuurlijke selectie is de nietaangepasten daar volop aan het uitwieden.
Dioxine is verschrikkelijk giftig voor alle proefdieren waarop het is getest, maar één diersoort is er uitzonderlijk goed tegen bestand: de mens. Omdat wij als enige honderdduizenden jaren hebben doorgebracht in de buurt van vuur, waarin dioxine ontstaat. Wie er niet tegen kon, is door de evolutie uit het spel gehaald.
In het vakblad Cell brengen wetenschappers nu een nieuw voorbeeld aan: de zeenomaden. Acht onderzoekers zijn verbonden aan instituten uit NoordEuropa (moedergebied van de bleekscheten), twee komen uit Californië (waar bleekscheten last hebben van meer zon dan goed voor hen is), en één uit Indonesië (waar veel Bajau leven).
Milt
De Bajau leiden al meer dan duizend jaar een zwervend leven op het water, en voorzien in hun levensonderhoud door naar vis en schelpdieren te duiken – of naar muntjes die toeristen in het water gooien. Ze kunnen opvallend lang onderblijven en tot 70 meter diep gaan. Met enkel een primitieve houten duikbril en zonder zuurstoffles sen. Ze kunnen urenlang de ene duik na de andere uitvoeren, en doorgaan als ‘normale’ mensen allang uitgeput zijn. Tot 60 procent van hun werkdag zijn ze onder water. Ze hebben dan ook lichamelijke aanpassingen die wij niet hebben. De evolutie in actie, u zegt het.
Hun pupilspieren zijn beter in staat om zich aan te passen aan de lichtbreking in water, die anders is dan in lucht. Met andere woorden: ze zien beter onder water. En, zeggen de onderzoekers in Cell, hun milt is de helft groter. De milt speelt een belangrijke rol in ons immuunsysteem én in de verwerking van versleten rode bloedcellen en hun hemoglobine – jawel, de stof die zuurstof opslaat.
Zodra ons gezicht in koud water komt, schiet onze ‘duikreflex’ in gang: we houden automatisch onze adem in, onze hartslag verlaagt, de bloedvaten in onze ledematen vernauwen, onze milt trekt samen. Een grotere milt kan meer zuurstofrijk bloed bevatten, dat hij dan tijdens een duik in de bloedsomloop perst.
Versus creationisme
Was die grotere milt een kwestie van oefening, zoals tennissers een sterkere slagarm krijgen, en handarbeiders eelt? Maar ook nietduikende Bajau hebben een grote milt. Het moet dus een erfelijke eigenschap zijn, redeneerden de vorsers. En inderdaad, Melissa Ilardo en haar col lega’s stelden vast dat de Bajau een afwijkende versie dragen van het gen PDE10A. Bij muizen was al aangetoond dat dat gen de grootte van de milt regelt. Het betere onderwaterzicht is dan weer wel een door training verworven eigenschap.
De zeenomaden wijken ook nog in 24 andere genen af. Wat dat betekent, moet nog verder uitgezocht worden. Alvast een ervan, BDKRB2, speelt een rol in het samentrekken van de bloedvaten in onze ledematen – waardoor meer bloed beschikbaar komt voor essentiële organen als hersenen, hart en longen.
Het onderzoek kan helpen bij de behandeling van zuurstoftekort, bijvoorbeeld tijdens chirurgie, bij patienten aan de beademing, bij chronischobstructieve longziekte of bij slaapapneu. En om meer mensen ervan te overtuigen dat natuurlijke selectie en evolutie echt zijn. Vooral in de VS, waar opvallend veel mensen geloven in creationisme – inbegrepen dat de wereld slechts zesduizend jaar oud is – kan dat geen kwaad.
Ilardo wil dat ook de Bajau iets terugkrijgen, zegt ze in een persmededeling: ‘Ik dook daar gewoon op bij het stamhoofd, met mijn echografiemachine en vragen over milten, en ze werkten meteen mee. Nu ga ik terugkeren en hen uitgebreid uitleggen wat de resultaten zijn en wat die betekenen voor wie ze zijn. Het zijn ontdekkers van nature, en ik denk dat ze dit echt willen begrijpen.’
De grotere milt van zeenomaden is geen kwestie van oefening maar een erfelijke eigenschap