De derde is het kakkernestje
Hoe bepalend is je plek in het gezin?
De pasgeboren zoon van Prins William en Kate Middleton is de vijfde in de rij voor de troonopvolging. Thuis is hij natuurlijk gewoon ‘derdes’ en voorlopig het kakkernestje van Kensington Palace. Als de clichés over nummer drie kloppen, wordt hij de populaire creatieveling van de familie.
Niemand wil een cliché zijn, maar soms lijkt er geen ontsnappen aan. We zetten de boutades over de oudste, middelste en jongste thuis op een rij. Omcirkel gerust waarin u zich herkent.
Het oudste kind draagt de meeste verantwoordelijkheid. Hij is gehoorzaam, heeft zelfvertrouwen en is ambitieus, maar kan uitgroeien tot een (te) perfectionistisch persoon.
Het tweede kind krijgt doorgaans iets meer ruimte van de ouders, omdat deze het klappen van de zweep beter kent. Daardoor is het middelste kind creatiever, al was het maar om de eeuwige vergelijking met de oudere broer of zus niet lijdzaam te moeten ondergaan en wat extra aandacht te krijgen. Het derde en jongste kind wordt het meest vertroeteld. Het is nieuwsgierig, sociaal, creatief en doorgaans populair. Avontuur en interesses zijn voor de benjamin belangrijker dan geld, wat zich vertaalt in een weinig voor de hand liggende studierichting.
Vergeet de clichés
Voilà, dat zijn ze, de clichés. Bedankt voor uw aandacht, maar vergeet ze gerust. Ze kloppen namelijk niet. Psychologen van de Duitse universiteiten van Mainz en Leipzig legden drie jaar geleden de gegevens van bijna 20.000 Amerikanen, Britten en Duitsers naast elkaar. Ze stel den zich daarbij de vraag of er een relatie was tussen hun plek in het gezin en hun persoonlijkheid. De conclusie was overtuigend: neen.
‘De Duitse studie is niet de enige die dat bevestigt’, zegt de Tilburgse hoogleraar psychologie Jaap Denissen, die ook persoonlijkheidsonderzoek doet. ‘Het lijkt nochtans plausibel als je er even over nadenkt: dat de oudste plichtbewuster is en de jongste rebelser. Maar je plek in het gezin zegt evenveel over je persoonlijkheid als je astrologisch teken. Want wat je persoonlijkheid werkelijk mee bepaalt, is welke vrienden je hebt, welke opleiding je volgt, kortom welke kleine en grote ervaringen je in een leven opstapelt.’
Enige kinderen
Hetzelfde geldt voor enige kinderen, zegt Jaap Denissen: er is geen bewijs dat enige kinderen zich onderscheiden van kinderen die opgroeien met een of meer broers en zussen. Dat bevestigt ook ontwikkelingspsycholoog Patrick Meurs (Odisee en KU Leuven). ‘Er wordt soms gezegd dat ze egoïstischer zijn, maar
daar is geen bewijs voor. Het enige wat je kunt zeggen, is dat kinderen die een broer of zus hebben, vaker en sneller de kans krijgen om sociale gevoeligheden te oefenen. Maar enige kinderen krijgen die kansen uiteindelijk ook voldoende onder vrienden en op school.’
Is er dan werkelijk geen enkel verschil tussen de eerstgeborene en de restproductie? Toch wel. Een kleintje, bleek uit hetzelfde Duitse onderzoek. Maar als u niet de oudste bent, zult u dit niet graag lezen. ‘Er is een klein effect van de volgorde op de intelligentie’, zegt Jaap Denissen. ‘Kinderen die later geboren worden, hebben een klein nadeel. Dat kan ik als oudste met enige voldoening zeggen. (lacht) Maar nogmaals: een klein effectje.’
Levend bewijs
Fascinerend wel, dat clichés over de relatie tussen geboortevolgorde en persoonlijkheid zo hardnekkig kunnen standhouden. En zelfs nu: de kans bestaat dat u als oudste, jongste of in between trekken herkent in de beschrijving. En stil denkt: ik weet dat het klopt, daar heb ik geen wetenschapper voor nodig.
‘Dat is des mensen’, zegt Ruben Mersch, auteur van Oogklepdenken
(2012) en Waarom iedereen altijd gelijk heeft (2016). ‘We hebben een onbedwingbare behoefte aan begrip, want begrijpen is een vorm van controle. Daarom klampen we ons soms vast aan kennis die op weinig gebaseerd is, maar plausibel klinkt. Zoals de volgorde in het gezin. Evengoed zijn er mensen die beweren dat ze je persoonlijkheid kunnen vatten aan de hand van je handtas of je gelaatstrekken. Zolang we maar begrijpen wie we zijn en waarom we zijn zoals we zijn.’
Eenmaal we iets geloven, hebben we bovendien de neiging alleen de voorbeelden op te merken die bevestigen wat we denken. ‘In het geval van de persoonlijkheid en geboortevolgorde is dat makkelijk,’ zegt Mersch, ‘omdat de omschreven karaktertrekken vaag zijn. Iedereen toont wel eens verantwoordelijkheid of zit in een creatieve bui, of is verle gen. Er is altijd wel iets dat past en bevestigt wat je denkt, ook al is het tegendeel evengoed waar.’
Kortom: goed nieuws voor de koninklijke nummer drie in Kensington Palace. Zijn persoonlijkheid kan nog relatief vrij samengesteld worden. Het slechte nieuws is dat al de rest wel vastligt in het protocol.
’Derderangsburgers’
Hoe is het om op te groeien in een gezin met (minstens) drie kinderen? We vroegen het lukraak aan enkele ‘derderangsburgers’ (zie hiernaast).
Daarbij valt op dat de jongste zich soms alleen voelde omdat de twee oudsten ‘sneller’ zijn. ‘Wetenschappers hebben lang gedacht dat drie kinderen uiteenvielen in twee plus één’, zegt ontwikkelingspsycholoog Patrick Meurs. ‘En dat het derde kind daarbij vaak uitgesloten wordt. Dat is zeker niet altijd zo. En het is een feit dat het niet altijd de jongste hoeft te zijn die buitengesloten wordt.’
Meurs onthoudt uit wetenschappelijk onderzoek vooral de positieve kanten van een gezin met drie of meer kinderen. ‘Er zijn veel meer identificatiemogelijkheden. Als je groot wil zijn, kun je je aansluiten bij de grote broer of zus. Wil je graag je rol als jongste behouden en impulsief zijn, dan kun je bij de middelste aansluiten, of gewoon bij jonge vriendjes. Broers en zussen zijn vooral een extra kans om samen met leeftijdgenoten sociale vaardigheden te leren. En dat we vandaag in WestEuropa vooral gezinnen zien met een of twee kinderen, hoeft ons allerminst zorgen te baren.’
‘Wetenschappers hebben lang gedacht dat het derde kind vaak uitgesloten wordt. Dat is zeker niet altijd zo’ PATRICK MEURS Ontwikkelingspsycholoog
‘Je plek in het gezin zegt evenveel over je persoonlijkheid als je astrologisch teken’ JAAP DENISSEN Hoogleraar psychologie Tilburg