Aan Bart De Wever, marathonlopend burgemeester en partijleider
Toen ik mijn budgetbeheerder bij uw OCMW vertelde dat ik besloten had om het goede voorbeeld van de regering te volgen, zag ik een glimlach op zijn ge zicht verschijnen. Toen hij twee minuten later begreep dat het mijn plan was – om net zoals uw ministers – pas in 2020 mijn begroting voorzichtig in evenwicht te brengen, heeft hij diep en dreigend ge zucht.
Ik heb hem proberen uit te leggen dat experts van Vanden Borre mij hebben laten weten dat de levensduur van mijn televisie en mijn koelkast niet verlengd kan worden en dat ik daardoor in dezelf de situatie zit als uw minister van Lands verdediging, die in zijn vaart belemmerd wordt door versleten bommenwerpers. Mijn situatie is trouwens erger, want mijn televisie is letterlijk uitgebrand en van mijn koelkast brandt alleen het ver lichtingslampje nog, terwijl de bommen werpers van uw minister nog altijd kunnen opstijgen.
Het mocht niet baten. Mijn weekgeld werd met onmiddellijke ingang met 4 euro per week verminderd. Met die 4 euro zal er ‘gespaard’ worden voor een nieuwe koelkast. Volgens mijn berekening zal ik op die manier vanaf half 2020 gekoeld voedselbanketen ter beschikking hebben. Hoop doet leven.
Intussen moet ik proberen om het geluk te vinden met 55,30 euro per week, zijnde 7,90 euro per dag. Pas wanneer er ‘een appel uit de kast valt’ kan er ook aan een televisietoestel gedacht worden. ‘Een tv is tenslotte geen levensnoodzake lijk apparaat’, zei meneer de budgetbe heerder. Alsof bommenwerpers dat wel zijn.
In de hoop dat er appels uit de kast zouden vallen, heb ik mij een halfuur la ter, gezeten op een proper stuk karton, voor de deur van het OCMW geposteerd. Voor mij had ik een coureurspetje ge legd. ‘Landbouwkrediet’, stond er op dat petje. Het bleek het juiste opschrift te zijn, want na een dik uur had ik 8,20 euro ontvangen. Weliswaar zat ik met een berg kopermuntjes, maar mijn daggeld was meer dan verdubbeld!
Tot er opeens een VWbusje met zwaailicht en sirenes arriveerde.
‘Wette gij ni da schooien in ’t Stad, en zeker veur den buro van ’t OCMW, verboden is?’, vroeg de eerste agent die voor mij stond.
‘En daaroem gon we A geld confisqueren’, zei de tweede.
Voor ik goed en wel besefte wat mij overkwam, waren ze weg met mijn 8,20 euro én met mijn Landbouwkredietpetje.
Intussen heb ik begrepen dat u,
Volgens mijn berekening zal ik vanaf half 2020 gekoeld voedselbanketen ter beschikking hebben. Hoop doet leven
ondanks andere beloftes, het voorbeeld van de socialisten hebt gevolgd door het zelfde bedelverbod in te stellen dat eerst al door Johan Vande Lanotte in Oosten de was uitgevaardigd.
Maar ik ben ervan overtuigd dat uw regelgeving onwettig is. Hoewel u het voor de lageemissiezone perfect gedaan hebt, hebt u in dit geval namelijk ver zuimd om officiële borden te plaatsen die aanduiden waar het bedelverbod van kracht is. U had nochtans dezelfde signalisatiepalen kunnen gebruiken om er bijkomende borden (bijvoorbeeld een rond wit bord met rode cirkel omkaderd en met in het midden een bedelende zwarte hand erop) aan te bevestigen.
Ik zou u bij dezen dan ook willen vragen om mij de formulieren toe te sturen waarmee ik de inbeslagname van mijn 8,20 euro (plus petje) kan betwisten. Ik ga ervan uit dat ik ook een schadevergoeding voor geleden leed kan krijgen. Op die manier valt er misschien toch nog een appel uit de kast om mij een televisietoestel aan te schaffen, zodat ik rechtstreeks getuige kan zijn van uw nakende verkiezingsoverwinning.