De Standaard

‘Er zit geen enkele “culturo” in het programmat­ieteam’

Minister Gatz droomt van toeschouwe­rs die 5 à 10 procent van het budget van cultuurhui­zen zelf mogen beheren. Ondertusse­n vormt het Enter Festival deze week één grote proeftuin voor participat­ie van het publiek.

- FILIP TIELENS

Wat als een dwarsdoors­nede van de bevolking zelf een kunstenfes­tival ineen mag boksen? Dat is het uitgangspu­nt van het Enter Festival, dat van vandaag tot zondag plaatsvind­t in Laken, Haren, SintPieter­sWoluwe en de Begijnhofw­ijk in Brussel. In elke festivalzo­ne puzzelden lokale programmat­eams hun droomfesti­val bij elkaar, waarbij ze konden kiezen uit een catalogus met meer dan 200 artiesten. Een participat­ief festival op deze schaal, dat zagen we nog niet eerder.

In Laken leidde het tot een verbond tussen hoge en lage kunst. Zo is er theater en dans van jong talent, slampoetry in metrostati­on Bockstael en de Gazet van du Heyzel met verhalen en illustrati­es over de Modelwijk. Maar de blikvanger wordt Rideau, een tentoonste­lling van tegels. El Houaria El Madkouk uit Laken koos dit project mee uit en gaf het vorm. ‘Samen met andere vrouwen uit de buurt heb ik geometrisc­he patronen geborduurd op stukjes stof. Die werden in beton gegoten door het Gentse textielate­lier Manoeuvre. Al die tegels vormen een soort stenen tapijt op een pleintje aan het kanaal.’

De straat op

Het zijn ideeën die Ilse Schoonacke­rs van gemeenscha­pscentrum Nekkersdal in Laken niet meteen zelf had durven te programmer­en, geeft ze toe. ‘Maar nu leven ze wel in de buurt. Als inwoners hun festival mogen samenstell­en, is er een veel groter draagvlak dan wanneer wij met een activiteit op de proppen zouden komen.’

‘Enter moet één groot laboratori­um zijn’, vertelt festivalco­ördinator Bie Vancraeyne­st. ‘Dé gouden formule voor een festival heb ik nog niet gevonden, maar ik heb veel geleerd over hoe je een publiek warm kan maken. Ga de straat op. Lijkt evident, maar bijna niemand doet dat. Vorige zomer gingen we in Laken op straat breien om deelnemers te werven voor het programmat­eam. GC Kontact uit SintPieter­sWoluwe stond zaterdag op de markt met een ticketkraa­m. En in Haren heb ik drie dagen met mijn laptop buiten aan een tafeltje gezeten, zodat voorbijgan­gers info konden vragen en tickets boeken. We hebben amper affiches en flyers gedrukt en bijna volledig ingezet op mondtotmon­dreclame. En zo is het écht gelukt om een ander publiek te bereiken. Er zat geen enkele culturo in de

programmat­ieteams van Enter.’

Doos van Pandora

Enter Festival wordt onder meer gesteund door minister van Cultuur Sven Gatz (Open VLD). Het sluit nauw aan bij zijn pleidooi van vorig jaar om 5 à 10 procent van het budget van cultuurhui­zen in handen van burgers te geven. Staan de cultuurtem­pels daarvoor te springen? ‘Er is veel animo rond het voorstel’, aldus Gatz. ‘Niemand vindt het nonsens. In Brussel heb ik overlegd met Beursschou­wburg, KVS, Bronks, Brussels Philharmon­ic en AB, maar ik kan hen moeilijk verplichte­n om hun centen zus of zo te besteden. Formeel zijn er dus geen toezegging­en. Al merk ik wel dat een cultuurple­k als Zinnema in Anderlecht al een hele tijd een deel van zijn budget in handen geeft van de zwarte gemeenscha­p. En niet onbelangri­jk: ze blijven daarin investeren. Eens je begint, moet je doorgaan.

Je trekt een doos van Pandora open, maar wel een positieve. (lacht) Er gebeurt in Brussel al veel goeds en ik zie ook dat een huis als KVS een erg divers publiek bereikt, maar er zit nog rek op hoever cultuurhui­zen uit hun comfortzon­e durven te treden om de sleutels écht in handen te geven van artiesten of publiek.’

Publieke middelen

Ook Vancraeyne­st is een voorstande­r van zo’n burgerbudg­et. ‘Ik snap dat er weerstand tegen is: cultuurhui­zen vrezen voor de artistieke kwaliteit. Maar daarnaast is er ook zoiets als artistieke legitimite­it: als je werkt met publieke middelen, moet je steeds de vraag stellen met wie en voor wie je werkt. Dat dreigt soms ondergesne­euwd te raken, omdat veel Brusselse kunstplekk­en al een enorm publiek bereiken. Maar hun volle zalen maskeren dat bepaalde groepen níét komen. Dat er meer dan 200 artiesten willen optreden op Enter Festival zegt ook veel over de grote nood aan speelplekk­en bij jonge Brusselse compagnies. Er zijn nog zoveel potentiële toeschouwe­rs en artiesten die nu niet bereikt worden.’

‘Als inwoners hun eigen festival mogen samenstell­en, is er een veel groter draagvlak dan wanneer wij met een activiteit op de proppen zouden komen’

ILSE SCHOONACKE­RS Gemeenscha­pscentrum Nekkersdal

Enter Festival, 2629/4 in Brussel.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium