‘Er zit geen enkele “culturo” in het programmatieteam’
Minister Gatz droomt van toeschouwers die 5 à 10 procent van het budget van cultuurhuizen zelf mogen beheren. Ondertussen vormt het Enter Festival deze week één grote proeftuin voor participatie van het publiek.
Wat als een dwarsdoorsnede van de bevolking zelf een kunstenfestival ineen mag boksen? Dat is het uitgangspunt van het Enter Festival, dat van vandaag tot zondag plaatsvindt in Laken, Haren, SintPietersWoluwe en de Begijnhofwijk in Brussel. In elke festivalzone puzzelden lokale programmateams hun droomfestival bij elkaar, waarbij ze konden kiezen uit een catalogus met meer dan 200 artiesten. Een participatief festival op deze schaal, dat zagen we nog niet eerder.
In Laken leidde het tot een verbond tussen hoge en lage kunst. Zo is er theater en dans van jong talent, slampoetry in metrostation Bockstael en de Gazet van du Heyzel met verhalen en illustraties over de Modelwijk. Maar de blikvanger wordt Rideau, een tentoonstelling van tegels. El Houaria El Madkouk uit Laken koos dit project mee uit en gaf het vorm. ‘Samen met andere vrouwen uit de buurt heb ik geometrische patronen geborduurd op stukjes stof. Die werden in beton gegoten door het Gentse textielatelier Manoeuvre. Al die tegels vormen een soort stenen tapijt op een pleintje aan het kanaal.’
De straat op
Het zijn ideeën die Ilse Schoonackers van gemeenschapscentrum Nekkersdal in Laken niet meteen zelf had durven te programmeren, geeft ze toe. ‘Maar nu leven ze wel in de buurt. Als inwoners hun festival mogen samenstellen, is er een veel groter draagvlak dan wanneer wij met een activiteit op de proppen zouden komen.’
‘Enter moet één groot laboratorium zijn’, vertelt festivalcoördinator Bie Vancraeynest. ‘Dé gouden formule voor een festival heb ik nog niet gevonden, maar ik heb veel geleerd over hoe je een publiek warm kan maken. Ga de straat op. Lijkt evident, maar bijna niemand doet dat. Vorige zomer gingen we in Laken op straat breien om deelnemers te werven voor het programmateam. GC Kontact uit SintPietersWoluwe stond zaterdag op de markt met een ticketkraam. En in Haren heb ik drie dagen met mijn laptop buiten aan een tafeltje gezeten, zodat voorbijgangers info konden vragen en tickets boeken. We hebben amper affiches en flyers gedrukt en bijna volledig ingezet op mondtotmondreclame. En zo is het écht gelukt om een ander publiek te bereiken. Er zat geen enkele culturo in de
programmatieteams van Enter.’
Doos van Pandora
Enter Festival wordt onder meer gesteund door minister van Cultuur Sven Gatz (Open VLD). Het sluit nauw aan bij zijn pleidooi van vorig jaar om 5 à 10 procent van het budget van cultuurhuizen in handen van burgers te geven. Staan de cultuurtempels daarvoor te springen? ‘Er is veel animo rond het voorstel’, aldus Gatz. ‘Niemand vindt het nonsens. In Brussel heb ik overlegd met Beursschouwburg, KVS, Bronks, Brussels Philharmonic en AB, maar ik kan hen moeilijk verplichten om hun centen zus of zo te besteden. Formeel zijn er dus geen toezeggingen. Al merk ik wel dat een cultuurplek als Zinnema in Anderlecht al een hele tijd een deel van zijn budget in handen geeft van de zwarte gemeenschap. En niet onbelangrijk: ze blijven daarin investeren. Eens je begint, moet je doorgaan.
Je trekt een doos van Pandora open, maar wel een positieve. (lacht) Er gebeurt in Brussel al veel goeds en ik zie ook dat een huis als KVS een erg divers publiek bereikt, maar er zit nog rek op hoever cultuurhuizen uit hun comfortzone durven te treden om de sleutels écht in handen te geven van artiesten of publiek.’
Publieke middelen
Ook Vancraeynest is een voorstander van zo’n burgerbudget. ‘Ik snap dat er weerstand tegen is: cultuurhuizen vrezen voor de artistieke kwaliteit. Maar daarnaast is er ook zoiets als artistieke legitimiteit: als je werkt met publieke middelen, moet je steeds de vraag stellen met wie en voor wie je werkt. Dat dreigt soms ondergesneeuwd te raken, omdat veel Brusselse kunstplekken al een enorm publiek bereiken. Maar hun volle zalen maskeren dat bepaalde groepen níét komen. Dat er meer dan 200 artiesten willen optreden op Enter Festival zegt ook veel over de grote nood aan speelplekken bij jonge Brusselse compagnies. Er zijn nog zoveel potentiële toeschouwers en artiesten die nu niet bereikt worden.’
‘Als inwoners hun eigen festival mogen samenstellen, is er een veel groter draagvlak dan wanneer wij met een activiteit op de proppen zouden komen’
ILSE SCHOONACKERS Gemeenschapscentrum Nekkersdal
Enter Festival, 2629/4 in Brussel.