Buikkruiden
Er zijn grenzen, zelfs bij grootmoeders met meer lachrimpels dan echte tanden
Ik kan de toekomst niet voorspellen. Maar ik houd mezelf graag voor de gek door dat wel te geloven. Het gevoel dat ik de toekomst toch kan voorspellen wordt extra geloofwaardig wanneer ik erin slaag te bedenken wat binnenkort zal gebeuren.
Zo krijg ik een kick als mijn mama en ik op hetzelfde moment hetzelfde zeggen. Dat komt doordat wij erg op elkaar lijken en niet omdat ik haar gedachten kan lezen. Ik ben best wel goed in het inschatten van het volgende liedje op de radio. Noem het mijn zesde zintuig of hoerenchance, een bewijs dat ik de toekomst kan lezen is het alvast niet.
Hoewel ik de toekomst niet kan voorspellen, weet ik honderd procent zeker wat er tijdens mijn volgend bezoek aan mijn familie in Limburg gaat gebeuren. En neen, dat is niet kriekenvlaai eten. Hoewel de kans groot is.
Mijn nichtje Nel zal, nadat ze zich enthousiast op de aperitiefhapjes heeft gestort, voorstellen om oma haar buik te kruiden. Waarop mijn papa en zijn broers samen met Nel – die met haar vettig lachje haar enthousiasme nauwelijks kan onderdrukken – naar de keuken trekken om het plan uit te werken. Dat Nel de buik van oma nog vaak gaat kruiden, daar ben ik zo zeker van als van het feit dat je tomaatgarnaal niet zonder cocktailsaus kunt eten. En omdat het dit weekend, tijdens het communiefeest van mijn neefje Vic voor de zoveelste keer is gebeurd.
Tijdens een lekkere barbecue een hete zomer geleden, stelde mijn papa nichtje Nel namelijk voor om haar buik te kruiden met peper, zout en oregano om haar vervolgens op de barbecue te zwieren. Want kleine kindjes passen precies op een barbecuerooster. En in combinatie met aardappelsalade zijn ze om duimen en vingers bij af te likken. Dat vond de vierjarige Nel niet zo’n bijster goed plan. Ze opperde om in plaats van háár buik, de buik van oma te kruiden. Sindsdien is elke gelegenheid waar én oma én Nel aanwezig zijn, genoeg om het kruidenspel te laten escaleren.
Mijn papa is vaak de opstoker van dienst. Wanneer we met zijn allen aan tafel zitten en hij Nel vraagt of er nog cayennepeper is, weet heel de tafel precies hoe laat het is. Oma moet met de buik bloot. Nel dirigeert het hele gebeuren als een ware diva. Er wordt een kruidenmengeling gefabriceerd. Nel zucht af en toe ‘mannekes lief’ van contentement. En bij tante Bie, oma Lut en mijn mama rollen de giecheltranen over de wangen. Le moment suprême moet voor Nel nog komen, de rest van de familie zit er middenin. En oma? Oma weet als geen ander het moment te omarmen en schatert lekker mee.
De kans dat oma op de keukentafel zal liggen terwijl mijn nichtje Nel een zelf gecreëerd kruidenmengsel langs haar navel in cirkels over haar buik smeert, is onbestaand. Er zijn grenzen, zelfs bij grootmoeders met meer lachrimpels dan echte tanden. Dat er nooit een kruidenapotheose komt, weet nichtje Nel niet. De jacht is mooier dan de vangst, maar dat hoef ik u natuurlijk niet uit te leggen.
Elke week schrijft een gast een tranche de vie. Deze maand: Hanne Reumers droomt over eten, praat met haar konijnen en gaat graag op vakantie in haar hoofd.